Donderdag heeft een grote meerderheid van het Europees Parlement het rapport van GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg aangenomen. Het rapport is een evaluatie van hoe de richtlijn tegen discriminatie op basis van ras en etnische origine is omgezet in nationale wetgeving.

Sinds 2004 is discriminatie in Europa verboden op basis van ras en etnische afkomst, zowel op de arbeidsmarkt, als ook daarbuiten. Buitenweg stond aan de wieg van wat toen baanbrekende wetgeving was. Gelijke behandeling in het onderwijs, bij sociale zekerheid en bij het huren van huizen werd namelijk verplicht gesteld.

Hoewel er vooruitgang bestaat in de meeste lidstaten, stelt Buitenweg in haar nieuwe rapport dat de meeste EU-lidstaten harder moeten werken om discriminatie op basis van ras en etnische afkomst in eigen land aan te pakken en de Europese anti-discriminatiewetgeving om te zetten in nationale wetten.

Uitingen in Europa toegenomen
Volgens Buitenweg is er nog veel discriminatie en racisme in Europa. "De laatste jaren zijn de uitingen van discriminatie en racisme zelfs toegenomen, zowel in aantal als in ernst. De werkloosheid onder minderheden is in veel landen dubbel zo hoog als van de rest van de beroepsbevolking. Ook is er meer racistisch geweld."

Verder is er nog steeds een groot probleem in verschillende lidstaten waarbij immigranten vaak een hypotheek wordt geweigerd. Ook blijkt dat Roma-gezinnen in Europa op grote schaal onderwijs volgen op scholen voor geestelijk gehandicapten kinderen, terwijl er niks mankeert aan hun intellectuele capaciteit.

Betere informatievoorziening
Buitenweg wil met haar rapport duidelijk maken dat er meer moet gebeuren dan wetgeving alleen om discriminatie op basis van ras en etnische afkomst in Europa tegen te gaan. "Wetgeving is belangrijk. Het legt de normen vast. Het geeft aan waar de Europese Unie voor staat, hoe we met elkaar om willen gaan en wat niet getolereerd kan worden. Maar wetten zijn niet afdwingbaar als mensen er niet van op de hoogte zijn. Mensen moeten informatie krijgen om een klacht in te dienen tegen discriminatie. Ook moeten de Europese en nationale instanties die hiervoor zijn opgericht beter functioneren."

Veel van deze anti-discriminatiebureau's zijn nauw gelieerd aan de overheid waardoor veel mensen vragen stellen bij de onafhankelijkheid. Bovendien zijn er vaak te lange wachttijden als er een klacht wegens discriminatie is ingediend.

Meer vaart
De Europese Commissie moet daarom zo snel mogelijk ervoor zorgen dat de lidstaten de Europese afspraken ook nakomen. "De Europese Commissie wil de anti-discriminatiewetgeving in goed overleg met de lidstaten geïmplementeerd krijgen. Dat is heel erg goed. Maar ik hoop ook dat er vaart achter zit. Als er economische belangen achter zitten, zoals het beboeten van Microsoft, dan kan de Europese Commissie wel snel handelen. Waarom ook niet met deze wetgeving, die het even van mensen daadwerkelijk kan veranderen?"

Zie ook: