De rapportages van Blix en El Baraday geven aan dat de medewerking van Irak 'on substance'is toegenomen en er alle reden is om de VN-inspecteurs verder te versterken, maar vooral meer tijd te geven om hun werk te voltooien.

Er zijn geen massavernietigingswapens gevonden, al kan nog niet worden uitgesloten dat ze bestaan. Dit vereist nader onderzoek en steun van de Veiligheidsraad aan het verzoek van de leiders van de VN-inspecteurs om gerichte onderzoekspaden langer te mogen bewandelen.

Opmerkelijk waren de expliciete reacties van de inspecteurs op de beschuldigingen die Powell in zijn toespraak aan de Veiligheidsraad had geuit. Zowel op het punt van de satellietfoto’s van vrachtwagens, als de beruchte aluminium buizen, lijken de VN-inspecteurs er van uit te gaan dat het hier niet ging om chemische of biologische munitie of om materiaal voor een nucleair programma.

Er is met deze rapportage geen bewijs gegeven voor een materiële overtreding van de resolutie 1441. De VS kan hierin dan ook geen legitimatie vinden voor het gebruik van geweld. Bovendien zou het gebruik van geweld volstrekt disproportioneel zijn, omdat er – zoals de VN-inspecties tot nu toe hebben aangetoond - geen onmiddellijke dreiging van Irak uitgaat.

President Bush moet dus zijn koers bijstellen en nu niet aandringen op een tweede resolutie waarin het gebruik van geweld wordt toegestaan, laat staan unilateraal beslissen om een oorlog tegen Irak te beginnen. Als de VS hun koers niet bijstellen dan hebben zij een geloofwaardigheidsprobleem.

De Nederlandse regering doet er verstandig aan nu krachtig de lijn van onze buurlanden te volgen en het pleidooi van Frankrijk, Duitsland en Rusland voor meer tijd en mankracht voor de VN-inspectie te ondersteunen.

Femke Halsema

Farah Karimi

Den Haag,

14 februari 2003