Het streven om de rechten van verdachten binnen de Europese Unie beter te beschermen dreigt in zijn tegendeel te verkeren: meer rechtsonzekerheid. Daarvoor waarschuwt GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg op 19 april in een opinie-artikel in De Volkskrant.

Welke rechten heb je als je in een buitenlandse cel belandt? Mag je bellen met je familie? Kun je de hulp van een advocaat inroepen? Van een tolk?

De rechten uit het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens worden door de Europese landen op zeer uiteenlopende wijze toegepast. Daarom pleitte Buitenweg er al in 2001 voor om in EU-verband concretere waarborgen vast te leggen.

De beoogde afspraken moesten niet alleen een fatsoenlijke behandeling van verdachten bevorderen, maar ook de grensoverschrijdende samenwerking bij de bestrijding van misdaad vergemakkelijken. Ondanks de inwerkingtreding van het Europees arrestatiebevel gebeurt het nog regelmatig dat rechters weigeren om een verdachte uit te leveren aan een ander EU-land, omdat zij onvoldoende vertrouwen hebben dat diens rechten daar worden beschermd.

Waarborgen uitgekleed
Het ontwerp-kaderbesluit over bepaalde procedurele rechten in strafprocedures binnen de gehele Europese Unie, waarover de ministers van Justitie van de EU-landen vergaderden, vloeit voort uit Buitenwegs initiatief. De voorgestelde waarborgen voor verdachten zijn echter gedurende de onderhandelingen in de Raad van Ministers steeds verder uitgekleed. De compromistekst die de justitieministers bespraken laat van de oorspronkelijke doelstelling – meer rechtszekerheid – weinig over.

Daarom roept Buitenweg de Nederlandse minister Hirsch Ballin op om niet akkoord te gaan met het kaderbesluit in zijn huidige vorm. De ministers van Justitie konden ook ditmaal geen overeenstemming bereiken, een definitief besluit zal pas in juni genomen worden.

Zie ook: