De Eerste Kamer heeft ingestemd met de invoering van een nieuw stelsel voor de studiefinanciering. We hebben in onze overwegingen en standpunten vooral gelet op het belang van goed onderwijs voor de ontwikkeling van mensen, zodat zij effectief en authentiek hun plaats in de samenleving kunnen innemen. Het nieuwe stelsel investeert fors meer in de kwaliteit van het onderwijs, is rechtvaardiger en biedt een betere rechtspositie en inspraak voor studenten.

Senator Ruard Ganzevoort: “We hebben steeds gezegd dat we veel extra geld willen investeren, maar dat we het ook op een bijzonder sociale manier willen doen om het hoger onderwijs toegankelijk te houden. Dus met een hogere aanvullende beurs, met soepeler terugbetaling, met behoud van de OV-kaart. Dat is allemaal gebeurd. En bovendien heeft de minister op ons verzoek toegezegd om de rechten van studenten beter te garanderen.”

Pluspunten van het nieuwe stelsel:
- Investeren in kwaliteit van het onderwijs in plaats van uitgeven aan levensonderhoud;
- Kwaliteitsverbetering, oplopend tot € 1 miljard, krijgt vorm met inspraak van studenten;
- Hogere aanvullende beurs voor thuiswonende studenten;
- OV-studentenkaart voor MBO-studenten (OV-studentenkaart blijft behouden voor HBO- en WO-studenten);
- Studenten krijgen uitbreiding van inspraak en medezeggenschap en hebben zo meer invloed op het onderwijs;
- Terugbetaling van maximaal 4% van het inkomen in plaats van 12% nu; geen terugbetaling onder het minimumloon (nu bijstandsniveau);
- Onderzoek naar een beter vastgelegde rechtspositie van studenten;
- Studenten en studentenbonden worden betrokken bij vaststellen criteria voor profileringsfondsen, die als vangnet voor bijzondere situaties fungeren;
- Monitoring van het nieuwe stelsel is – zeker voor de meerjarige masters – ook gericht op kwalitatieve effecten.