De Nederlandse arbeidstijdenwet rekent aanwezigheidsdienst als rusttijd ipv werktijd. Dat is in strijd met Europese regelgeving. GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman, de Abvakabo en de Rotterdamse brandweer sloegen de handen ineen en kondigden dinsdag 20 mei een stappenplan aan.

Brandweermannen draaien lange aanwezigheidsdiensten, waarvan ze soms een deel kunnen slapen. Maar van slaap zijn de brandweermannen nooit zeker en ze kunnen elk moment worden opgeroepen. Niet bepaald de rust die je nodig hebt om van een lange werkdag bij te komen.

Europese Hof
Toch rekent de Nederlandse arbeidstijdenwet de aanwezigheidsdienst als rusttijd. Dit in strijd met een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van oktober 2000 (SIMAP-arrest). Die uitspraak had betrekking op een zaak van Spaanse artsen en stelt dat de aanwezigheidsdiensten volledig als werktijd moeten worden beschouwd. Het Nederlandse ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid – evenals in veel andere EU-lidstaten - weigert echter tot nu toe aan die uitspraak gehoor te geven.

Proefproces
De Rotterdamse brandweer trok aan de bel bij de werknemersorganisatie Abvakabo FNV en GroenLinks in het Europees Parlement. Volgens de vakbond heeft de uitspraak van het Hof niet alleen betrekking op de zorg, maar geldt de uitspraak ook voor bijvoorbeeld veel werknemers bij politie of brandweer. Daarom start Abvakabo binnenkort met een (proef)proces. De Rotterdamse brandweerman Fred van Hengst (links op foto), dient daarbij als voorbeeld.

Vragen aan Europese Commissie
Beroepsbrandweerkorpsen maken werkweken van 54 tot 60 uur, inclusief aanwezigheidsdiensten. "Het doel is niet slapend rijk te worden. Maar een maximaal aantal werkuren per week is er niet voor niets. Die zijn er ook uit veiligheids- en de gezondheidsoogpunt. Daarom moeten we ons daar strikt aan houden”, aldus GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman. Hij kondigde dinsdag 20 mei, op de gezamenlijke persconferentie met de Rotterdamse brandweer en Abvokabo, aan opnieuw vragen aan de Europese Commissie te stellen. Bij eerdere vragen bevestigde de Europese Commissie dat de uitspraak van het Hof ook van toepassing is op andere sectoren. "Willen we de arbeidstijdenrichtlijn overeind houden zoals die nu is, dan moeten we ook politiek druk uitoefenen."