"We kunnen tijdens de grootste crisis sinds de jaren 30 niet doormodderen op de weg van een beetje meer of minder geld uitgeven als overheid. Er moet een omslag komen naar een groene economie", dat zei Jolande Sap vandaag tijdens het debat over de Voorjaarsnota. Volgens Sap is de overheid niet het grootste probleem, zoals de meeste rechtse en linkse partijen zeggen.

"Het gaat erom dat we met elkaar de noodzakelijke omslag maken naar een economisch systeem dat niet langer draait om markt en munt, maar om mens en milieu."

Volgens Sap zet Nederland met het lenteakkoord volgend jaar eindelijk een eerste stap op deze weg. Ze hoopt dat er nog vele zullen volgen.

 

Lees hier haar inbreng tijdens het debat:

Voorzitter, we zitten in de grootste crisis sinds de jaren 30, met de demissionaire brokken van een rechts-gedoogexperiment.

Deze crisis, voorzitter, heeft Nederland hard geraakt. De afgelopen jaren liep de werkloosheid op, nam de staatsschuld toe en hadden we tijdelijk te maken met recessie.

Deze crisis, en dat zeg ik niet voor het eerst, is geen crisis van overheidsschulden, geen conjuncturele dip, geen overwaaiende storm. Het is een systeemcrisis van de oude, grijze economie, verslaafd aan schulden en fossiele brandstoffen.

Door het loslaten van de teugels van de vrije markteconomie, haar zelfs aan te moedigen om zich steeds groter op te blazen met leningen en schulden, hebben we de greep verloren op de financiële markten.

Want laten we niet vergeten, dat deze crisis is ontstaan door het maken van schulden. Niet in eerste instantie door overheden, maar door banken en multinationals.

Ierland en Spanje hadden staatsschulden waar Nederland jaloers op kon zijn. Zij kwamen pas in problemen toen ze genoodzaakt waren de problemen van banken en vastgoedsector op zich te nemen, die in overmoed zich volgeladen hadden met schulden.

Voorzitter, ook wij hebben het nu al een paar jaar moeilijk. Ook de Voorjaarsnota die we vandaag bespreken laat dat zien. Het beeld voor volgend jaar is geen juichverhaal, maar het is minder somber dan het had kunnen zijn. Omdat twee andere partijen met GroenLinks de verantwoordelijkheid hebben gevoeld om tot een alternatief te komen waar anders achteruitgang op de loer had gelegen.

Middenin in een economische crisis, op het moment dat de verouderde grijze economie krakend tot stilstand komt, in tijden van geopolitieke machtsverschuivingen met grote gevolgen, juist dan is er geen tijd voor een verloren verkiezingsjaar.

Op het moment dat je het verschil kan maken, moet je die kans grijpen. Het verschil maak je niet door aan de kant te blijven staan, zoals de Partij van de Arbeid en de Socialistische Partij hebben gedaan.

Lente-akkoord

Voorzitter, ik ben er trots op dat mijn fractie heeft kunnen bijdragen aan het opruimen van de rechtse rotzooi. Het akkoord breekt radicaal met het beleid van het gedoogkabinet dat de prijs van de crisis vooral neerlegde bij de zwaksten in de samenleving. Wij draaien niet alleen de vijftien pijnlijkste bezuinigingen van Rutte terug, maar wij richten de bezuinigingen die noodzakelijk zijn vanwege de crisis, op een veel socialere manier in. En we zetten radicale stappen op weg naar vergroening van onze economie.

Natuurlijk is Nederland niet in één klap groen en sociaal geworden. We moeten van ver komen, na jarenlange kabinetten van stilstand op het gebied van hervormingen van arbeidsmarkt, woningmarkt, pensioen, onderwijs.

En natuurlijk zitten er in het begrotingsakkoord ook maatregelen, die GroenLinks heeft moeten accepteren, omdat we nou eenmaal coalities moeten sluiten in Nederland.

De pijn dit akkoord met zich mee brengt, wordt wel zo eerlijk mogelijk verdeeld. De laagste inkomens worden maximaal gecompenseerd, waarvoor de hogere inkomens een speciaal crisistarief gaan betalen.

Radicale omslag

Maar voorzitter, het zou een vergissing zijn om te denken dat we met het verzachten van een aantal pijnlijke rechtse maatregelen klaar zouden zijn. Dat is niet genoeg.

Wat nodig is, is een andere manier van denken. De oude oplossingen volstaan niet meer.

De rechtse collega’s van VVD en CDA lijken de overheid tot vijand te hebben bestempeld, die te vuur en te zwaard bestreden moet worden. Als de overheid maar kleiner wordt, dan gaat het probleem van zelf weg en kunnen we weer door met zoveel mogelijk produceren en consumeren.

De collega’s van de Partij van de Arbeid en de Socialistische partij geloven nog steeds dat we ons met een Keynesiaanse investeringsimpuls door te crisis kunnen investeren. En alles met één doel: zo gauw mogelijk terug naar ons oude patroon en behouden wat we hebben.

Voorzitter, dat is een kortzichtige misvatting. We kunnen niet doorgaan op de oude voet. We kunnen niet doorgaan met onze verslavingen aan fossiele brandstoffen en consumptieve leningen. Zo snel mogelijk weer produceren en uitstoten.

Het is de hoogste tijd voor een aanpassing van het economische systeem. Daarom was een belangrijke voorwaarde voor mijn fractie om het Lente-akkoord te sluiten, dat we hiermee een belangrijke stap zouden zetten richting vergroening van onze economie.

Overheid als bondgenoot

Voorzitter, de overheid is niet de vijand en ook niet de allesreddende engel. Maar de overheid zou in elk geval een bondgenoot moeten zijn van hen die de omslag in de economie realiseren.

De ontwikkelingen richting een nieuwe, groene economie gaan razend snel. Bedrijven realiseren zich meer en meer dat grondstoffen eindig zijn en fossiele energie duurder en duurder. Waar groene ondernemers voorheen vaak louter gedreven werden door oprechte bezorgdheid over de uitputting van onze aarde, is daar nu voor een veel bredere groep bedrijven een nuchtere constatering bijgekomen: klassieke businessmodellen uit de oude economie, gebaseerd op goedkope grondstof en dito energie, gaan niet meer op. Dat leidt tot een trend waarbij bedrijven geïnteresseerd raken in duurzamere productiemethoden.

Merkwaardig genoeg vindt deze groeiende groep bedrijven geen bondgenoot in de overheid. Die blijft gek genoeg achter de ontwikkelingen aanhobbelen, tegen beter weten in de oude economie van kolen en kernenergie, heel veel transport en bio-industrie verdedigend, gewoon, omdat ze dat kennelijk zo gewend zijn.

Intussen raakt Nederland steeds verder achterop bij de hoopvolle ontwikkelingen elders in de EU. Alleen Malta en Cyprus wekken minder schone stroom op. Burgers zijn best te porren om te investeren in zonne-energie, maar blijven aanhikken tegen de onzekerheid over de terugverdientijd van hun investering. En waar bedrijven grote stappen durven te zetten doen ze dat eerdere ondanks dan dankzij het beleid van het kabinet.

Afsluitend

Voorzitter, dat moet dus anders. We kunnen niet doormodderen op de weg van een beetje meer of minder uitgeven als overheid. De overheid is niet ons grootste probleem. Het gaat erom dat we met elkaar de noodzakelijke omslag maken naar een economisch systeem dat niet langer draait om markt en munt, maar om mens en milieu. Met het lenteakkoord zet Nederland volgend jaar eindelijk een eerste stap op deze weg. Ik hoop dat er nog vele zullen volgen.