Europarlementariër Judith Sargentini pleit voor een wereldwijd verdrag om privacy te beschermen. Dat zei ze donderdag tijdens een lezing op de Universiteit van Tilburg bij de uitreiking van de Max van der Stoelprijs.

Volgens Sargentini vraagt de digitaliserende samenleving om zo'n verdrag, vergelijkbaar met het klimaatverdrag van Parijs: data is grensoverschrijdend en wordt in toenemende mate misbruikt door foute regimes en grote bedrijven. De consument is zich onvoldoende bewust van wat er bijvoorbeeld met de informatie uit hun 'handige apps' gedaan wordt.

Sargentini: “Neem nu de kwestie van pop Cayla deze week. Het is onvoorstelbaar dat je aanbiedingen kunt krijgen doordat je kind tegen de pop praat en al die gegevens verwerkt worden op een server in de Verenigde Staten. Terwijl je als ouder of grootouder gewoon dacht een leuke pop cadeau te geven.”

De huidige wet- en regelgeving op Europees niveau is mede dankzij Groene Europarlementariër Jan-Philipp Albrecht aanzienlijk verbeterd, maar er zijn nog altijd loopholes volgens Sargentini. Bovendien gelden veel van die regels niet in andere landen. Bijkomend probleem is dat bedrijven deals sluiten met foute regimes om bepaalde data beschikbaar te maken of diensten (gedeeltelijk) te blokkeren. Daarmee worden bevolkingen aangetast in hun rechten en bewust misleid. Sargentini: “Met een wereldwijd verdrag over (de omgang met) de digitale samenleving en privacy, zetten we een standaard om de misbruik van data te voorkomen. Sancties voor landen of bedrijven die het niet zo nauw nemen met de bescherming van burgers of privacy moeten daar onderdeel van zijn.”

In haar speech haalde Sargentini verschillende voorbeelden aan die laten zien hoe nu al misbruik wordt gemaakt van het gemak en vertrouwen dat mensen hebben bij het gebruik van diensten op het internet of hun telefoon. Sargentini vindt dat politici in actie moeten komen om paal en perk te stellen aan dit soort praktijken.

“Het is schokkend dat wetgeving nog zo tekort schiet en we daarop gewezen moeten worden door bijvoorbeeld de Oostenrijkse student Max Schrems die via de rechter aantoonde dat de bescherming van uitgewisselde data met de Verenigde Staten fundamenteel tekort schiet. Daar is dan nu weer de nieuwe overeenkomst 'Privacy Shield' voor gesloten om onze gegevens veilig te houden, maar je kunt erop wachten dat ook dit verdrag de rechterlijke toets niet zal doorstaan. De macht en invloed van de bedrijven die handelen in big data is veel te groot.”