De privacy van jongeren en ouders met kinderen in de jeugdzorg komt onder druk te staan door de invoering van de Jeugdwet. Dat stelt Tweede Kamerlid Linda Voortman naar aanleiding van een onderzoek dat GroenLinks heeft laten uitvoeren naar de risico’s voor de privacy die ontstaan door het overhevelen van de jeugdzorg naar gemeenten. Uit dit onderzoek blijkt een deel van de voorgenomen gegevensuitwisseling die samenhangt met de jeugdwet, in strijd is met privacyregels. De Tweede Kamer debatteert vandaag over de transitie van jeugdzorg naar de gemeenten.

Wanneer gemeenten verantwoordelijk worden voor jeugdzorg, krijgen zij inzicht in de dossiers van kinderen die jeugdzorg krijgen. Uit het onderzoek van GroenLinks blijkt dat de kans groot is dat gemeenten de gegevens van jeugdzorgcliënten ook gaan gebruiken voor de andere zorgtaken van de gemeente, zoals de beoordeling van aanvragen voor WMO of participatiewet van hun ouders. Dat zou in strijd zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens die voorschrijft dat persoonsgegevens niet gebruikt mogen worden voor doeleinden waarvoor deze gegevens niet verkregen zijn.

Voortman: “De jeugdwet creëert een lokale overheid die wel érg veel van haar inwoners weet. Het gebruiken van persoonsgegevens voor doelen waarvoor ze niet zijn verkregen, hebben we niet voor niets verboden. GroenLinks wil geen gemeenten waar alle privacygevoelige gegevens van iemand over ziekten, familieproblemen en arbeidsongeschiktheid in één dossiermap zitten, zonder de expliciete toestemming van de inwoner zelf.”

Voortman wil dat staatssecretaris Van Rijn alle mensen in de jeugdzorg een brief stuurt met informatie over de gevolgen van de decentralisatie voor hun gegevens, hun rechten en de mogelijkheden om daartegen bezwaar te maken. Daarnaast moet de staatssecretaris zorgen dat er gecontroleerd wordt dat gemeenten jeugdzorggegevens niet gebruiken voor doeleinden waar zij niet voor zijn bestemd.