Het debat tussen linkse partijen over de toekomst van de Europese Unie is ermee gediend als de SP meer duidelijkheid verschaft over haar Europese ambities, vindt Joost Lagendijk.

De verdeeldheid over Europa tussen SP, GroenLinks en PvdA is een belangrijke testcase voor de linkse samenwerking, zo constateren Tiny Kox, Leo Platvoet en Diederik Samsom terecht (Forum, 25 juni). De drie partijen staan voor de opgave om een progressieve invulling te geven aan de verwerping van de Europese Grondwet door de Nederlandse kiezers. Kox, Platvoet en Samsom dragen daarvoor enkele bouwstenen aan: de EU moet selectiever en democratischer worden. Een volgend Europees verdrag zal publieke voorzieningen nadrukkelijker moeten beschermen tegen afgedwongen marktwerking dan de Grondwet deed. Burgers en volksvertegenwoordigers zullen meer greep moeten krijgen op de Brusselse besluitvorming. Dat zijn wijze lessen, en ik hoop dan ook op steun van PvdA en SP voor het GroenLinks-voorstel om een aantal democratische vernieuwingen waarvoor geen verdragwijziging nodig is – openbare vergaderingen van de Raad van Ministers, het burgerinitiatief en de toetsing van Europese wetsvoorstellen door nationale parlementen – zo snel mogelijk door te voeren. Niemand stemde immers tegen de Grondwet vanwege deze verbeteringen.

Helaas is de eensgezindheid over de uitgangspunten voor een progressief Europa-debat minder groot dan Kox, Platvoet en Samsom suggereren. Vooral de SP zal duidelijkheid moeten verschaffen over haar Europese ambities. Kox c.s. bekritiseren ‘de schaamteloze manier waarop Zalm en Balkenende bij de recente Europese top het ‘nee’ vertaalden door te hameren op een lagere Nederlandse afdracht’. Maar in de Tweede Kamer had Kox’ partijgenoot Harry van Bommel niets dan lof voor het regeringsoptreden. Immers: de kiezers willen minder Europa, dus kan Europa wel met minder geld toe. Het is terecht dat de Nederlandse regering probeert haar netto-afdracht in lijn te krijgen met die van andere rijke landen in de EU, maar een lagere contributie aan Brussel leidt niet automatisch tot een betere Europese begroting, met maximaal progressief rendement. Juist groene en linkse begrotingsprioriteiten als een duurzame landbouw, een vitaal platteland, natuurbehoud, innovatie, studentenmobiliteit, het dichten van de welvaartskloof tussen oude de nieuwe lidstaten en stabiliteit op de Balkan dreigen nu het slachtoffer te worden van de Haagse bezuinigingsdrift. Een progressief Europees begrotingsbeleid valt niet op een koopje te verwezenlijken.

Het doet deugd dat Kox c.s. pleiten voor een Europa dat ‘op wereldschaal een humaan alternatief vormt voor het ongebreidelde machtsstreven van de VS’. Maar een EU met vijfentwintig lidstaten kan geen geloofwaardig alternatief bieden, als elke lidstaat onverkort vasthoudt aan zijn nationale soevereiniteit. Is de SP bereid om de EU uit te rusten met de politieke structuren, de financiële middelen en de militaire samenwerking die nodig zijn voor een meer eensgezinde buitenlandse politiek? Voor alle duidelijkheid: tien jaar na Srebrenica is de EU is nog steeds slecht toegerust, zowel diplomatiek als militair, om genocide op de Balkan te voorkomen. Als de EU bij de eerstvolgende burgeroorlog in haar eigen achtertuin opnieuw Amerikaanse hulp moet inroepen, kunnen we alle illusies over een zelfstandig Europees buitenlands beleid voorgoed opbergen. Dan heeft de vrees dat Nederland verwordt tot provincie van een Europese ‘superstaat’ tot resultaat dat we meer dan ooit een bijwagen van de Amerikaanse supermacht worden.

Ook inzake de euro moet de SP hom of kuit geven. Het was hoopgevend om SP-Kamerlid Agnes Kant kort na het referendum te horen verklaren dat de muntunie een politieke unie vergt (NOVA, 3 juni). De Grondwet bracht niet de politieke integratie die vereist is voor een stabiele euro, maar de huidige EU voorziet daarin nog minder. Niet voor niets is de euro in zwaar weer geraakt sinds de verwerping van de Grondwet. De monetaire spanningen ten gevolge van uiteenlopende economische ontwikkelingen binnen de eurozone blijven alleen beheersbaar als de eurolanden hun begrotings- en belastingpolitiek beter coördineren. Ziet links onder ogen dat een levensvatbare euro ten koste gaat van de nationale beleidsvrijheid, of trekt de SP liever haar oude ‘noodplan voor herinvoering van de gulden’ uit de kast? Durft zij met GroenLinks te pleiten voor een Europese heffing op bedrijfswinsten, die zowel de euro als de overheidsfinanciën kan stabiliseren?

Als grensoverschrijdende vraagstukken onopgelost blijven, bereikt het streven van SP-ers, GroenLinksers en PvdA-ers naar ‘een ander Nederland’ al gauw z’n grenzen. De SP staat voor de keuze: ofwel de nationale trom blijven roeren, ofwel erkennen dat ook linkse partijen de EU nodig hebben. Alleen in het laatste geval is een aantrekkelijk en realistisch Europa-project mogelijk dat de lessen van het nee tegen de Grondwet combineert met het progressieve ideaal van een democratische en besluitvaardige EU.

 

Joost Lagendijk is europarlementariër voor GroenLinks.