Op 4 en 5 november debatteerde de Tweede Kamer over het studievoorschot. De GroenLinks Tweede Kamerfractie steunt het studievoorschot. Met het studievoorschot zorgen we dat de kosten van ons onderwijs eerlijker worden verdeeld. Het hoger onderwijs blijft toegankelijk en er kan fors geïnvesteerd worden in meer kwaliteit. Lees hier de spreektekst van Tweede Kamerlid Jesse Klaver in het debat.

Ik vind het tot nu toe een mooi debat. Het is een inhoudelijk debat en een stevig debat. De verschillen tussen voor- en tegenstanders zijn helder. Eén ding moet mij wel van het hart: volgens mij kunnen zelfs de tegenstanders van wat er nu ligt niet zeggen dat het stelsel dat er was, deugde en dat het goed was; dat het huidige stelsel het verdedigen waard is. Als ik kijk naar de toegankelijkheid, dan constateer ik dat er in het huidige stelsel al grote problemen zijn. De jongeren in het hoger onderwijs zijn heel vaak de jongeren uit de hogere sociaal-economische klassen. Het stelsel dat wij hadden, was niet perfect. Hetzelfde geldt voor de rechtvaardigheid. Wij gaven vooraf aan iedereen een basisbeurs, omdat wij dachten: er zullen vast mensen zijn die dat nodig hebben, want anders gaan ze niet studeren. Dat is eigenlijk heel erg ongericht je geld uitgeven. Nu gaan wij dat achteraf corrigeren door een heel sociale manier van terugbetalen. Wij zorgen ervoor dat de toegankelijkheid en de rechtvaardigheid in het stelsel beter worden.

Ik heb een aantal mensen horen spreken over bildung. Ook dat is de afgelopen jaren alleen maar minder geworden. Rendement heeft voorop gestaan en daarmee vraag ik mij af waarom er partijen zijn die de huidige status quo verdedigen. Ik snap het niet en mijn partij doet dit dan ook niet. Wij zijn altijd helder geweest. Wij willen een verandering van het studiefinancieringsstelsel. Ik ben blij dat het studievoorschot zoals wij dat vandaag bespreken, daarvan het resultaat is.

Het was een lang proces, waarin vier partijen de wens hadden om het huidige studiefinancieringsstelsel te herzien. Wij vonden het tijd worden dat het stelsel anders zou worden ingericht. De behoefte om het stelsel te veranderen, is niet geheel nieuw in deze Kamer. Een paar jaar geleden nog waren er enkele partijen, waaronder het CDA — dat nu vooroploopt in de oppositie — die ook graag het huidige stelsel wilden herzien. Toen wilde men een langstudeermaatregel invoeren, beter bekend als de langstudeerboete. Wij vonden dit geen goed plan, omdat je daarmee studenten een onevenredig hoge boete zou opleggen, als zij om welke reden dan ook studievertraging opliepen. GroenLinks wil een stelsel waarbij je, als je veel profijt hebt van je studie en dus goed verdient, een deel bijdraagt aan de kosten van je studie. Dat vinden wij eerlijk en sociaal.

Ik wil het nu hebben over de sociale leenvoorwaarden. De versoepeling van de terugbetaling is een belangrijk onderdeel van het studievoorschot. Er liggen nu sociale terugbetalingsvoorwaarden op tafel. Zo hoef je alleen terug te betalen als je kunt terugbetalen. Dit betekent dat studenten gemiddeld 1% van hun inkomen zullen besteden aan het terugbetalen van het voorschot. Het zal nooit meer zijn dan 4%. Je hoeft pas terug te betalen vanaf het wettelijk minimumloon. GroenLinks vindt het namelijk belangrijk dat het lenen voor je studie je later niet gaat belemmeren. We zijn dan ook verheugd met de berichten vanuit de bankensector over de invloed die dit heeft op de hypotheekverstrekking. Kan de minister de afspraken met de bancaire sector met betrekking tot de hypotheekverstrekking nog wat nader toelichten?

Tevens wil GroenLinks de aansluiting tussen de kinderbijslag en de studiefinanciering aanstippen. Op dit moment is het zo dat studenten die op 1 juli nog geen 18 jaar zijn, pas vanaf oktober studiefinanciering ontvangen en straks het studievoorschot. Dit zorgt ervoor dat veel studenten in de financiële problemen zouden kunnen komen, doordat ze in september geen ov-studentenkaart en geen studievoorschot ontvangen. Ik heb samen met de collega's van de PvdA, de VVD en D66 een amendement ingediend dat aan deze situatie een einde moet maken.

Dan de ov-studentenkaart. In tegenstelling tot sommige partijen die eigenlijk zeggen dat de ov-studentenkaart vooral een kostenpost is, ben ik heel erg blij dat deze kaart blijft bestaan. Wij vinden namelijk dat studenten kosteloos moeten kunnen reizen voor hun studie en hun stage. Als je differentiatie in het onderwijs en de profilering van instellingen belangrijk vindt, en dat wordt volgens mij breed gedeeld, dan moet je er ook voor zorgen dat studenten zich makkelijk kunnen verplaatsen en dat ze kunnen kiezen waar ze gaan studeren. Daarnaast is een belangrijke wens van GroenLinks in vervulling gegaan. Vanaf 2017 krijgen 150.000 minderjarige mbo-studenten eindelijk een studenten-ov-kaart. Dit betekent dat zij vrij kunnen kiezen waar zij gaan studeren en waar zij stage gaan lopen, zonder daarbij de financiële afweging te hoeven maken. GroenLinks heeft hierover nog één aanvullende vraag aan de minister. Wat zijn de huidige afspraken met de taskforce? Is er al een concrete planning wanneer de uitkomsten met de Kamer worden gedeeld?

Ik ga nu in op de onderwijsinvesteringen. In het akkoord hebben wij besloten dat de gelden die worden bespaard door het nieuwe akkoord, ten goede komen aan de kwaliteit van het onderwijs. De commissie-Veerman — door alle partijen, maar ook door studentenbonden omarmd — gaf in eerdere rapporten aan dat er investeringen in het hoger onderwijs nodig zijn. Met dit akkoord investeren wij een tot 1 miljard oplopend bedrag in het hoger onderwijs. Voordat wij daarover weer een debat krijgen: ik zeg bewust "oplopend", want structureel staat er inderdaad een ander bedrag voor. Dit is een forse investering. Met dit geld kunnen wij samen met onderwijsinstellingen ervoor zorgen dat er meer wordt geïnvesteerd in meer contacturen, opleiding van docenten, betere en intensievere begeleiding en alles wat wij verder nog belangrijk vinden en waarover wij nog debat zullen hebben.

GroenLinks vraagt de minister om zich maximaal in te zetten voor goede voorlichting aan studenten. Er ligt een goed en helder wetsvoorstel. Dat moet dus ook duidelijk en helder gecommuniceerd kunnen worden. Ons komt ter ore dat er bij studenten, in de media en soms ook bij ouders nogal spookverhalen leven over wat er gaat gebeuren, verhalen over enorme studieschulden die straks niet meer terug te betalen zijn. Daarom vraag ik de minister om in de volle breedte voor te lichten. Wil zij daarbij extra letten op mensen die volgend jaar willen gaan studeren, maar nu niet zijn ingeschreven bij een school, mbo, hbo of universiteit? Deze personen bevinden zich vaak onder de radar. Daarom wil GroenLinks dat de minister deze groep extra aandacht geeft.

Ook vraag ik de minister om extra controle en inzet te plegen op de transformatie bij DUO. Deze stelselwijziging vraagt heel veel van deze uitvoeringsorganisatie. Kan de minister verzekeren dat DUO deze transitie aankan en op tijd klaar is voor de stelselwijziging?

GroenLinks kijkt uit naar de reactie van de minister en naar de verdere behandeling van het wetsvoorstel.