GroenLinks geeft steun aan de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS. De internationale gemeenschap heeft de plicht burgers te beschermen en de ongekend wrede opmars van ISIS te stoppen. Daar hoort militaire inzet helaas bij, zei Bram van Ojik vandaag in de Tweede Kamer. Wel benadrukte hij dat militaire actie  alleen succesvol kan zijn als die is ingebed in een langetermijnprogramma van niet-militaire maatregelen, zoals diplomatieke inspanningen, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp. Lees hier de bijdrage van Van Ojik aan de plenaire afronding van het debat in de Tweede Kamer.

Burgers beschermen

Waar genocide dreigt en misdaden tegen de menselijkheid aan de orde zijn heeft de internationale gemeenschap de verantwoordelijkheid burgers te beschermen en de plicht in te grijpen.
Daarom moet de opmars van ISIS en de extreme wreedheid waarmee de opmars gepaard gaat met alle mogelijke middelen worden gestopt. Als al het andere gefaald heeft, valt daarbij helaas ook aan de inzet van militaire middelen niet te ontkomen.
Daaraan kleven grote risico’s, maar, in de visie van GroenLinks is er in de huidige situatie geen alternatief en zijn de risico’s van militaire afwezigheid groter.

Volkenrechtelijk mandaat

Daarbij is het voor mijn fractie van groot belang dat er voor militair ingrijpen een onomstreden volkenrechtelijk mandaat bestaat. GroenLinks steunt dan ook de door het kabinet gevolgde lijn waarbij militaire actie zich tot Irak beperkt. Voor ingrijpen in Syrië ontbreekt simpelweg een onomstreden volkenrechtelijk basis.
Dat betekent gelukkig niet dat we daar lijdzaam moeten toezien.
We steunen, als het aan mijn fractie ligt, waar mogelijk de gematigde oppositie en we bestrijden ISIS door hun oliehandel onmogelijk te maken en ze ook anderszins af te snijden van geld, wapens en nieuwe rekruten.

Diplomatieke inspanningen

De inzet van militaire middelen kan alleen succesvol zijn als deze gepaard gaat met een langjarig commitment – politiek, humanitair en economisch – aan ondersteuning op velerlei terrein. In Irak gaat het daarbij om de opbouw van een rechtsstaat, waaraan alle bevolkingsgroepen deel hebben.
In Syrië moet niet alleen ISIS onschadelijk worden gemaakt, maar moet er ook een einde komen aan de wreedheden van Assad tegen zijn eigen bevolking. Pas dan kunnen gematigde krachten, met steun van de internationale gemeenschap een begin maken met de wederopbouw van dit zo wreed verwoeste land.
In de gehele regio moeten diplomatieke inspanningen de onderlinge spanningen verminderen en moet de internationale gemeenschap behulpzaam zijn bij het opgang brengen van ontwikkeling waarvan iedereen kan profiteren. Ook Nederland zal hier, zo nodig, extra diplomatieke capaciteit voor moeten inzetten.

Politieke en humanitaire doelen

Over het principe van langdurige betrokkenheid en een geïntegreerde aanpak lijken kabinet en Kamer het in grote lijnen eens te zijn.
Vraag is hoe we dat gaan aanpakken. Dat blijft nog vaag, ook na ons uitgebreide debat vanmiddag.
Minister Ploumen heeft toegezegd voor de begrotingsbehandeling in kaart te brengen welke eventuele aanvullende inspanningen zij wil verrichten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Dat wachten we met spanning af.
Daarnaast zou ik graag meer inzicht krijgen in wat in de Artikel 100 brief het campagneplan wordt genoemd. Niet alleen in de militaire aspecten daarvan – die kennen we nu in grote lijnen – maar juist ook in wat het kabinet in de brief de politieke en humanitaire doelen noemt.
Wie maakt het plan, wat kunnen wij eraan bijdragen, wat komt er in te staan en wanneer treedt het in werking. Graag op dit punt een reactie van het kabinet.

Zware taak

Het kabinet heeft met de uitzending van bijna 400 Nederlandse vrouwen en mannen besloten de strijd tegen ISIS ook militair te ondersteunen. De fractie van GroenLinks stemt in met dat besluit.
Wij doen dat in het volste besef dat degenen die worden uitgezonden een zware taak wacht, maar ook in de overtuiging dat ze door hun professionaliteit tegen die taak zijn opgewassen. Ik realiseer me daarbij dat ook van hen die achterblijven een offer wordt gevraagd.
Namens mij fractie wens in alle uit te zenden militairen veel sterkte, alle goeds bij het uitoefenen van hun taak en uiteindelijk een behouden thuiskomst.