GroenLinks is blij met de stap van de Europese Commissie naar het Hof inzake het stabiliteitpact, want iedereen hoort zich aan gemaakte afspraken te houden. Maar GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk hoopt “dat de juridische procedure leidt tot een diepgaande politieke discussie en aanpassing van de inhoud van het pact, want die is veel te rigide.”

Dinsdag 13 januari maakte de Europese Commissie bekend naar het Europese Hof in Luxemburg te stappen om uitsluitsel te krijgen over de overtreding van Stabiliteits- en Groeipact door Frankrijk en Duitsland.

Discussie
GroenLinks vindt dat een goede stap. Als ‘hoeder van de verdragen’ moet de Europese Commissie er zorg voor dragen dat de EU-lidstaten zich aan de Europese overeenkomsten houden, zowel de grote als de kleine landen. Lagendijk: “Deze zaak voor het Hof gaat over de gevolgde procedures en het naleven van regels. Minstens zo belangrijk is de politieke discussie over de zin en onzin van het Stabiliteits- en Groeipact. Dat debat moet ook gevoerd worden. Aanpassing van het pact, door velen al 'stupide' genoemd, is hard nodig.”

Te rigide
Het pact zoals het nu is brengt regeringen in problemen. Tijdens een recessie lopen de overheidsuitgaven vaak op, terwijl de inkomsten (uit belasting) dalen en de uitgaven (door bijvoorbeeld werkloosheidsuitkeringen) stijgen. Extra investeringen zijn dan noodzakelijk om te voorkomen dat de economische neergang nog verder wordt verscherpt. "Je moet dus speelruimte houden om in goede tijden te sparen en in slechte tijden te investeren. Een keiharde drieprocentnorm van het Stabiliteits- en Groeipact maakt dat onmogelijk. Dat keurslijf is veel te rigide. GroenLinks heeft daar vanaf het begin bezwaar tegen gemaakt en die discussie moet opnieuw breed gevoerd worden", aldus Lagendijk.

EU-Grondwet
De rechtsgang naar het Hof maakt duidelijk dat de Europese Commissie vindt dat iedereen zich aan de EU-verdragen dient te houden. "Voor de Europese Commissie geldt: gelijke monniken, gelijke kappen. Ze laat zich leiden door regels, terwijl bij de regeringsleiders in de Europese Raad de machtsfactor vaak doorslaggevend is. Het is dan ook goed nieuws voor de democratie van Europa, maar ook voor de ‘kleine landen’, dat de macht van de Europese Commissie in de ontwerp-Grondwet groter wordt."

Achtergrond info:
De EU-lidstaten die deelnemen aan de euro zijn gebonden aan het stabiliteit- en groeipact. Dat pact verplicht de overheden van de euro-landen om de begrotingstekorten niet boven de 3% van het bruto nationaal product te laten oplopen. Duitsland en Frankrijk overschreden in 2003 voor de derde maal de drieprocentnorm. In november vorig jaar besloten de EU-financiën ministers, zeer tegen de zin van de Europese Commissie, de sanctieprocedures tegen Duitsland en Frankrijk inzake het Stabiliteits- en Groeipact op te schorten.

Uit het GroenLinks ontwerp-verkiezingsprogramma
Europees Parlement 2004 – 2009:

Slimmer Stabiliteitspact nodig
Voor gezonde staatsfinanciën was het Stabiliteitspact bedoeld. Dat verbiedt begrotingstekorten van meer dan drie procent. In een Unie met één munt zijn de begrotingen van de lidstaten een gemeenschappelijke zorg. Maar het Stabiliteitspact, zo heeft GroenLinks altijd onderstreept, houdt te weinig rekening met de economische werkelijkheid. Een pact dat lidstaten in tijden van crisis tot bezuinigen dwingt, en aldus het banenverlies verergert, maakt weinig kans te worden nageleefd. Overheden dienen de schommelingen in de economie juist te dempen, door bij tegenspoed meer uit te geven en bij voorspoed te sparen. De EU heeft een slimmer pact nodig.

Maar de euro blijft een zorgenkindje, zolang de muntunie niet tevens een sociale, fiscale en politieke unie is. Solidariteit en een sterker politiek gezag zijn onmisbaar voor een stabiele munt. De EU van nu is beter in het bevorderen van concurrentie dan in het organiseren van solidariteit. Negatieve integratie – dat wil zeggen het afschaffen van nationale regels die de interne markt* belemmeren - blijkt makkelijker dan positieve integratie: het gezamenlijk opstellen van Europese regels om de ongewenste effecten van de markt tegen te gaan.

De Europese onverschilligheid voor armoede illustreert dat. Armoede is een hardnekkig verschijnsel, zelfs in de welvarende ‘oude’ lidstaten van de EU. Eén op de vijf Europese burgers leeft onder de armoedegrens. Dat zou onverdraaglijk moeten zijn voor een Unie die zich niet alleen als welvaartsmachine, maar ook als beschavingsproject definieert. Die bovendien sociale grondrechten in haar Grondwet* heeft opgenomen. Sociale uitsluiting is niet alleen een persoonlijk drama, maar ook een verkwisting van menselijk kapitaal. Dat kan de EU, die de meest dynamische kenniseconomie ter wereld wil worden, zich niet permitteren. Toch is het Europese anti-armoedebeleid nog niet verder gekomen dan een vrijblijvende uitwisseling van ervaringen tussen nationale bureaucratieën. Het pleidooi van de Europese Groenen om een Europese basisnorm voor de hoogte van bijstand en minimumloon in te voeren, gekoppeld aan het gemiddelde inkomen van elke lidstaat, krijgt nog altijd onvoldoende steun van andere politieke stromingen.

Programmapunt m.5
Het Stabiliteitspact wordt conjunctuurgevoeliger, opdat de eurolanden een trendmatig begrotingsbeleid kunnen voeren. Daarbij mag het structurele begrotingssaldo van eurolanden met een te hoge staatsschuld niet in de min komen. Hardnekkige overtreders verliezen hun stemrecht in de Raad van Ministers bij financiële en begrotingsbesluiten.