De europarlementariërs van de verschillende lidstaten verdienen niet hetzelfde. Dat moet veranderen, evenals het ondoorzichtige stelsel voor onkostenvergoedingen. De liberale voorzitter van het Europees Parlement Pat Cox boekte, middels onderhandelingen over een nieuw statuut met de lidstaten, succes. De groenen, communisten en liberalen steunen hem hierin, de christen-democraten en socialisten helaas niet, bleek vandaag tijdens de stemming.

De emoties liepen hoog op tijdens de stemming in het Europees Parlement vandaag. Al sinds 1996 wordt er over het statuut gesproken, waarin afspraken over salaris en vergoedingen van de europarlementariërs zijn opgenomen. Gelijkschakeling van het salaris en helderheid van de onkostenregeling staan daarbij voorop. Het bereiken van overeenstemming binnen het Europees Parlement, en tussen het EP en de lidstaten, blijkt een precaire zaak. De nieuwe parlementsvoorzitter Cox verbond zich, bij zijn installatie op 1 januari 2002, aan de opdracht van de totstandkoming van een statuut.

Onderhandelingen
De afgelopen maanden was Cox druk bezig met bilaterale onderhandelingen. Een aantal maanden daarvoor ronde de Duitse socialistische europarlementariër Willi Rothley een rapport af dat ook betrekking had op dit statuut. Dat rapport kwam echter niet in het Europees Parlement ter stemming, maar was wel goedgekeurd door de juridische commissie van het EP. Toen bleek dat Cox tijdens de onderhandelingen op sommige punten afweek van het rapport Rothley - zoals het in de wandelgangen heet - eisten de socialistische en christen-democratische fractie dat Cox het rapport rapport Rothley als uitgangspunt bij zijn onderhandelingen neemt.

Vertraging
De socialistische en christen-democratische fractie hebben in het Europees Parlement samen een meerderheid en stemden vóór dit voorstel. Daardoor is de onderhandelingsruimte van Cox ernstig beperkt. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg: “Het aannemen van het rapport vandaag zorgt voor vertraging van het statuut. De lidstaten hebben namelijk al aangegeven niet in te stemmen met het rapport Rothley. Een goede, rechtvaardige betalingsregeling voor de parlementariërs is daarmee weer iets verder weg gekomen, terwijl Cox net op de goede, constructieve weg was.”

Gedragscode
Buitenweg pleit – onder andere binnen de campaign for parliament reform - voor gelijkschakeling van het salaris op een niet al te hoog niveau en een bijpassende onkostenregeling, gebaseerd op werkelijk gemaakte kosten. De 31 Nederlandse europarlementariërs hebben bij aanvang van hun mandaat in 1999 onderling een gedragscode afgesproken. Daarin verplichten zij zich tot declareren op basis van werkelijk gemaakte kosten – gewoon bonnetjes inleveren dus - en het openbaar maken van de jaarverslagen. De teveel ontvangen reiskostenvergoeding wordt door de Nederlanders teruggestort in de kas van de Europese Unie.