GroenLinks heeft voor de Wet Werk en Zekerheid gestemd, maar heeft op onderdelen tegengestemd. Hieronder de stemverklaring van Bram van Ojik.

In de Wet Werk en Zekerheid worden een aantal belangrijke zaken geregeld. Het ontslagrecht wordt eerlijker, de proeftijd in een contract van maximaal een half jaar wordt verboden, en misbruik van flexcontracten wordt zo veel mogelijk beperkt. Om deze redenen zal mijn fractie instemmen met de Wet Werk en Zekerheid. We hebben echter twee grote bezwaren en daarom wil de fractie van GroenLinks geacht worden tegen de artikelen 668a en artikel 673 – te hebben gestemd.

Het eerste betreft de maximale ketenduur, die wordt beperkt van drie naar twee jaar. Ook GroenLinks wil voorkomen dat flexibele contracten misbruikt worden om werkgeversplichten te ontlopen. Mijn fractie vreest echter dat door het beperken van de ketenbepaling flexwerkers niet na drie jaar, maar na 2 jaar op straat staan.

Mijn fractie heeft ook bezwaar tegen de wijze waarop de transitievergoeding is geregeld. GroenLinks juicht het toe dat er een transitievergoeding komt, maar vindt het onderscheid tussen flexwerkers en mensen in vaste dienst oneerlijk. In de wet staat dat de transitievergoeding voor alle werknemers geldt die langer dan twee jaar in dienst zijn. Daarmee vallen flexwerkers buiten de boot. Dat juist de mensen die de minste baanzekerheid hebben uitgesloten worden van de transitievergoeding is voor GroenLinks niet acceptabel.