Aanstaande woensdag behandelt de Tweede Kamer de nieuwe Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) van minister Plasterk. Door deze wet wordt het mogelijk dat de veiligheidsdiensten tapgegevens die nog niet zijn bekeken naar buitenlandse diensten sturen. Onze gegevens kunnen zonder al te veel moeite in ongelezen staat belanden bij buitenlandse inlichtingendiensten. 

Dit artikel verscheen eerder vandaag in Trouw.

Als bestuurder moet je altijd balanceren tussen vrijheid en veiligheid. Met de verschrikkelijk aanslagen van het afgelopen jaar in ons achterhoofd is de roep om verscherpte veiligheidsmaatregelen groot. Dit is terecht, maar tegelijkertijd geen vrijbrief om maatregelen te treffen die grove inbreuk maken op onze privacy.  En dat is wat de nieuwe Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) doet. Op tal van punten breidt deze wet de bevoegdheden van de Nederlandse veiligheidsdiensten uit. Zo krijgen de diensten de omstreden ‘sleepnetbevoegdheid’ - het op grote schaal tappen van privacygevoelige communicatie om verdachte personen op te sporen. Minder bekend, maar net zo min gewenst is, is dat deze gegevens vervolgens ongelezen door de AIVD en MIVD naar buitenlandse veiligheidsdiensten gestuurd morgen worden.

Volgens de regering is het delen van afgetapte, ongefilterde gegevens met het buitenland nodig om snel te kunnen schakelen als er bijvoorbeeld een aanslag dreigt. De regering stelt dat de Nederlandse diensten dit alleen zullen doen met ‘betrouwbare partners’, en onder de voorwaarden dat die partners de gegevens niet met anderen delen. Dat roept echter meer vragen op dan ermee worden beantwoord. In de wet is juist expliciet gemaakt dat de ongelezen gegevens gedeeld mogen worden met diensten waar de AIVD en MIVD geen samenwerkingsverband hebben. Bovendien kun je wel afspreken met een buitenlandse veiligheidsdienst dat ze doorgestuurde gegevens niet met anderen delen, maar te controleren is dat natuurlijk niet. De regering lijkt op dit punt een soort grenzeloze naïviteit toegedaan.

Waarom zouden gegevens niet simpelweg gescreend kunnen worden voordat ze bijvoorbeeld door worden gestuurd aan de Amerikaanse NSA of de Russische FSB? Volgens minister Plasterk kost dat soms te veel tijd. Een opmerkelijk argument, want het lezen van gegevens kost alleen veel tijd als het er héél erg veel zijn. Hiermee wordt geïnsinueerd dat grote bakken met ongelezen tapinformatie over de grens gestuurd zullen worden.

Met het doorsturen van ongelezen tapgegevens weten we niet wát we delen, met grote risico’s voor de burgers die het betreft. Dit levert niet alleen schending van privacy op. Er kunnen ook concrete gevaren ontstaan, bijvoorbeeld voor burgers die zich in het land bevinden waar de informatie naar toe wordt gestuurd. In veel landen is geen sprake van dezelfde scheiding en controle tussen veiligheidsdiensten, regering en parlement. Maar ook bij het doorsturen van gegevens naar ‘betrouwbare landen’ als de VS of Duitsland kunnen onbedoeld Nederlandse belangen worden geschonden.

Met de nieuwe WIV schiet Plasterk met een kanon op een mug. Het is van groot belang dat onze veiligheidsdiensten optimaal hun werk kunnen doen. Maar daarvoor hoeven we niet onze privacy in de uitverkoop te doen.