Vandaag wordt de wet tegengaan huwelijkse gevangenschap ingediend. Hiermee wordt een belangrijk succes in de strijd tegen huwelijkse gevangenschap geboekt. Een nieuwe regel in het burgerlijk wetboek helpt vrouwen voortaan een religieus huwelijk te beëindigen als zij dat willen, maar hun partner weigert mee te werken.
Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) heeft zich sinds haar aantreden als Tweede Kamerlid ingezet voor deze wet. Vandaag dient minister Dekker een wetsvoorstel in om huwelijkse gevangenschap tegen te gaan. De minister en het Kamerlid hebben intensief contact gehad gedurende het hele wetgevingstraject. Beiden zijn blij met het resultaat.
Kathalijne Buitenweg: “Dit is een enorme overwinning voor vrouwen die gevangen zitten in een religieus huwelijk. Met deze wet worden echte, betekenisvolle stappen gezet voor het recht van vrouwen om zelf te beslissen met wie ze willen trouwen – en dus ook van wie ze willen scheiden. Deze vrouwen moeten het leven kunnen leiden dat zij willen.”
Een eerdere versie van de wet stelde voor om tegelijk bij een verzoek tot echtscheiding van een burgerlijk huwelijk, afspraken te maken over ontbinding van een religieus huwelijk. Een goede eerste stap, maar onvoldoende voor alle vrouwen die naast hun religieuze huwelijk geen burgerlijk huwelijk hebben afgesloten.
Vandaag is een nieuw voorstel ingediend. In dit nieuwe voorstel zijn mensen verplicht mee te werken aan een ontbinding van een religieus huwelijk als de partner dat wil, behalve in situaties waarin een rechter heeft geoordeeld dat er zwaarwegende redenen zijn waarom medewerking niet gevraagd kan worden.
De steun voor een dergelijke maatregel is het afgelopen jaar gegroeid in de Tweede Kamer. De wet is mede tot stand gekomen dankzij de inzet van Femmes for Freedom en onderzoekers van de Universiteit van Maastricht, die de afgelopen jaren verschillende juridische opties hebben aangedragen.
Betrouwbare cijfers over aard en omvang van huwelijkse gevangenschap in Nederland ontbreken. Belangenorganisatie Femmes for Freedom ondersteunt ongeveer 60 vrouwen per jaar in hun zaak. Dit zijn vrouwen in heel Nederland waarbij een noodsituatie of juridische situatie speelt. Tot op heden is voor hen juridisch te weinig geregeld. Daarom is deze aanvullende maatregel in het Burgerlijk Wetboek nodig.