GroenLinks vindt het teleurstellend dat de rechtbank vandaag heeft beslist dat Nederland voorwaarden mag stellen aan de opvang van uitgeprocedeerden. Met deze uitspraak is het probleem niet opgelost dat uitgeprocedeerden op straat komen te staan als ze niet kunnen worden uitgezet. Gemeenten zitten hier nog steeds mee opgezadeld.

Vandaag hebben zowel de Centrale Raad van Beroep (CRvB) als de Raad van State de Nederlandse overheid in het gelijk gesteld in het stellen van voorwaarden aan de opvang van uitgeprocedeerden. Nederland houdt zich niet aan het Europese Sociaal Handvest (ESH) dat voorschrijft dat iedereen recht heeft op voedsel en onderdak. GroenLinks vindt dat dit recht onvoorwaardelijk moet worden gehandhaafd.
 
De CRvB oordeelt dat het EHS niet bindend is, maar wel gezaghebbend.

Voortman: “Het is een politieke keuze van het kabinet om deze mensen het recht op voedsel en onderdak te ontzeggen. Ik heb een debat met de staatssecretaris aangevraagd om hem te vragen wat de gevolgen van deze uitspraak zijn voor het regeringsbeleid.''

Uitgeprocedeerden krijgen nu alleen bed, bad en brood als zij meewerken aan hun uitzetting. In de praktijk blijkt dat lastiger dan op papier: vaak kunnen zij niet terug naar hun land van herkomst. Dit wordt gezien als ‘weigeren mee te werken’, waarna ze op straat komen. GroenLinks vindt dat deze mensen niet alleen bed, bad en brood moeten krijgen, maar ook begeleiding. Zodat zij alsnog hun papieren rond kunnen krijgen om terug te keren of de ruimte krijgen om hun gelijk te bewijzen. Het blijkt bovendien dat begeleiding juist bijdraagt aan het laten terugkeren van uitgeprocedeerden. Door de tijd te krijgen en inzicht in hun toekomstperspectief in hun herkomstland, blijken meer uitgeproceerden terug te keren, dan als dit slechts onder dwang gebeurt.
 

Voortman: “Laat deze rechterlijke uitspraken alsjeblieft niet leiden tot het in stand blijven van een papieren werkelijkheid die kwetsbare mensen de straat op duwt. Daar wint uiteindelijk helemaal niemand mee.”