De terreuraanslagen van 11 september hebben niet alleen de Twin Towers weggeslagen, maar ook de zorgvuldigheid bij de uitlevering van verdachten. Eind 2001 besloten de Europese justitieministers tot invoering van een Europees arrestatiebevel, dat uitlevering binnen de EU tot een automatisme maakt. Vandaag zullen zij besluiten om te gaan onderhandelen met de Verenigde Staten over versoepeling van de uitlevering. 'Wederzijds vertrouwen' is de nieuwe basis van internationale samenwerking. Helaas is ook Nederland bereid de wettelijk vastgelegde burgerrechten te vervangen door deze holle frase.

Het Europees arrestatiebevel houdt in dat Nederland gehoor moet geven aan een opsporings- of uitleveringsverzoek uit elke andere lidstaat van de Europese Unie. Nederland toetst dan niet meer hoe de buitenlandse rechter tot dat verzoek is gekomen, en ook niet of het delict ook in Nederland strafbaar is.

Gejuich steeg op uit Den Haag, toen minister Korthals van Justitie erin geslaagd was te bedingen dat Nederland mag weigeren iemand uit te leveren voor een delict dat op eigen bodem is begaan. Het gedoogbeleid ten aanzien van soft drugs was gered. Dit doekje voor het bloeden kon echter niet verbloemen dat het principe van 'dubbele strafbaarheid' wel degelijk was losgelaten. Een arts die een Iers meisje aborteert, zorgvuldig volgens de Nederlandse wet, moet straks voorzichtig zijn met het kiezen van zijn of haar vakantiebestemming. Elke andere lidstaat kan deze arts uitleveren aan Ierland, waar een veroordeling voor doodslag mogelijk is. Het Europese arrestatiebevel tast de rechtszekerheid aan.

De filosofie achter deze verregaande Europese samenwerking is dat de rechtssystemen van de lidstaten gelijkwaardig zijn. Het zou niet wezenlijk uitmaken in welk land men veroordeeld wordt. Maar waarom hebben de Europese regeringen die vermeende overeenstemming over de rechten van verdachten dan niet op papier gezet? Omdat ze terdege beseffen dat de verschillen nog groot zijn. En dus zal Nederland eigen onderdanen gaan uitleveren die in Griekenland voor jaren in voorarrest kunnen verdwijnen, in Engeland kunnen worden veroordeeld op basis van dubieuze opsporingsmethoden, en in Spanje zelfs het risico lopen gemarteld te worden, zoals een recent rapport van Amnesty International aantoont. Vertrouwen is niet goed genoeg, controle is beter.

Niet alleen de uitvoerende, maar ook de rechterlijke macht offert de rechtvaardigheid op het altaar van de stoere daadkracht. Een triest voorbeeld is de uitlevering aan de VS van de Zwolse dj Raymond K., die wordt verdacht van handel in XTC. De rechtbank uitte grote twijfel over de toelaatbaarheid van het Amerikaanse bewijs. Zij verlangde dat twee Amerikaanse functionarissen kwamen getuigen. Maar uit de VS kwam alleen een boze brief. De rechtbank kreeg slappe knieën en keurde de uitlevering alsnog goed.

Bij deze en andere zaken heeft de Nederlandse regering een overduidelijke inbreuk op de Uitleveringswet gedoogd. Volgens deze wet mag Nederland geen onderdanen uitleveren, tenzij de verzoekende staat garandeert dat de verdachte na veroordeling zijn straf in eigen land mag uitzitten. De VS weigeren die terugleveringsgarantie te geven. Zij beperken zich tot een verklaring van "welwillendheid". Het "wederzijdse vertrouwen" schept blijkbaar alleen aan deze kant van de oceaan verplichtingen.

Ook in de rest van Europa dicteren de VS het criminaliteitsbeleid. Na 11 september stuurde President Bush de EU een verlanglijstje. Europa moest wat minder noten op haar zang hebben over de rechten van verdachten. In hoeverre de Europese justitieministers toegeven aan deze druk weten we niet. Het onderhandelingsmandaat dat zij vandaag meegeven aan de Spaanse (!) EU-voorzitter is geheim. Over de voorwaarden die Europa stelt aan samenwerking met de VS kan dus geen openbare discussie gevoerd worden tussen magistraten, advocaten, mensenrechtenbeschermers en parlementariërs. Het Europees Parlement heeft geen controlerecht bij dit soort verdragen. En wanneer de Tweede Kamer het verdrag met de VS uiteindelijk ter goedkeuring krijgt voorgelegd, is het "slikken of stikken". Ook de democratie is slachtoffer van de war on terrorism.

Gelukkig zijn er nog moedige volksvertegenwoordigers. De parlementen van Zweden en Denemarken nemen hun taak als verdediger van burgerrechten serieus. Zij blokkeren de formele goedkeuring van het Europees arrestatiebevel, omdat ze de consequenties nog niet kunnen overzien.
Deze Scandinavische time-out moet worden aangegrepen voor bezinning en debat. Het is waar dat zware, grensoverschrijdende criminaliteit alleen in Europees verband effectief kan worden bestreden. Ook uitleveringen voor minder zware delicten kunnen rechtvaardig zijn. Maar als repressie bovenstatelijk wordt geregeld, dienen ook bovenstatelijke regelingen te worden getroffen voor de bescherming van burgerrechten. Dat vergt Europese minimumnormen voor zaken als voorlopige hechtenis, rechtsbijstand, vonnissen bij verstek en het gebruik van dwangmiddelen.

De Europese Commissie heeft inmiddels een eerste voorstel gepubliceerd voor de rechten van verdachten. De Tweede Kamer zou moeten verlangen dat het Europees arrestatiebevel niet van kracht wordt voordat deze rechten gewaarborgd zijn. Dan krijgt de EU ook een sterkere onderhandelingspositie in Washington. Het is tijd voor een parlementair en maatschappelijk offensief, opdat de Europese justitieministers niet alleen de repressie van misdaad, maar ook de rechtsbescherming van burgers voortvarend ter hand nemen.

Kathalijne Buitenweg en Richard Wouters zijn Europarlementariër resp. beleidsmedewerker voor GroenLinks