GroenLinks vindt het teleurstellend dat de Nederlandse minister Korthals van Justitie geen duidelijke visie op de toekomst van de strafrechtelijke samenwerking in de EU heeft. Gisteren presenteerden Kathalijne Buitenweg en Femke Halsema van GroenLinks hun visie aan journalisten. Hier een samenvatting en de notitie.

In de notitie ´Europese strafrechtelijke samenwerking´(d.d. 5 juli jl.) laat minister Korthals een visie op de toekomst van de strafrechtelijke samenwerking in de EU gemakshalve achterwege. De minister ziet geen reden om plannen te maken voor een evenwichtige en controleerbare "derde pijler". GroenLinks vindt dat teleurstellend en ziet twee dringende redenen om wél verder te kijken:

-In de derde pijler maakt de Raad de wetten en voert ze uit. Rechters en parlementen staan grotendeels buitenspel. Het is tijd voor een scheiding der machten. Op lange termijn past daar een Europees Openbaar Ministerie in dat leiding geeft aan Europol, onder politieke verantwoordelijkheid staat van de Europese Commissie en controleerbaar is door het Europees Parlement en door de rechter.

- Het versoepelen van de samenwerking tussen de nationale politie- en justitiediensten gaat ten koste van de bescherming van de rechten van (verdachte) burgers. GroenLinks wil een goede basisbescherming voor alle EU-burgers. Wij pleiten daarom voor minimale Europese strafprocesregels voor o.a. aftappen, huiszoekingen en het afnemen van DNA.

Deze twee dwingende redenen voor een verdere Europese samenwerking op het terrein van het strafrecht worden nader uitgewerkt in de notitie Montesquieu in de Europese Unie, De toekomst van de strafrechtelijke samenwerking in de EU.