"De Europese Unie moet er alles aan doen om niet de indruk te wekken dat 'Turkije niets was, niets is en niets wordt.' Dat beeld speelt de conservatieve krachten, waaronder het leger, in de kaart en brengt Turkije niet dichter bij Europa", aldus GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk tijdens het debat over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

bijdrage debat
Al met al is het huidige verslag, waar het Europees Parlement donderdag 5 juni over stemde, een kritisch, maar uitgebalanceerd verslag geworden, vindt Lagendijk. "De kritische houding is overeind gebleven, maar de negatieve toonzetting - die aanvankelijk in het rapport stond - is er middels de vele tekstwijzigingen uit", aldus Lagendijk die tevens voorzitter van de Turkijedelegatie van het Europees Parlement is. Bovendien slaagde hij erin een passage in het rapport op te laten nemen waarin het parlement het vertrouwen uitspreekt dat Turkije aan de Europese toetredingsvoorwaarden kan voldoen, mits de Turkse regering de huidige hervormingskoers blijft varen.

Mensenrechten
Enerzijds begroet het Europees Parlement in haar rapport de door de Turkse regering doorgevoerde veranderingen maar blijft zij anderzijds ook hameren op eisen als mensenrechten, machtenscheiding en de rol van het leger. "Het is glashelder dat Turkije uiteindelijk, net als de andere kandidaatlidstaten, aan alle criteria moet voldoen. Maar Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, en ik ben blij dat het Europees Parlement helder op papier gezet heeft aan welke voorwaarden Turkije moet voldoen om volgend jaar van start te kunnen gaan met de toetredingsonderhandelingen.", aldus Lagendijk.

Houding EU
De houding van de Europese Unie is een belangrijk element bij het al dan niet slagen van het hervormingsproces in Turkije, denkt Lagendijk. "Dat kan cruciaal zijn in de huidige strijd tussen conservatieven en hervormingsgezinden in Turkije." Recentelijk legde de Turkse regering een zesde pakket hervormingen voor aan het parlement. Lagendijk: "Die ontwikkeling moeten we steunen door aan te geven dat ze daarmee op de goede weg voor EU-lidmaatschap zijn."

Concrete lijst eisen
De komende anderhalf jaar zijn voor Turkije cruciaal. In december 2004 wordt - onder Nederlands voorzitterschap van de EU - besloten of de toetredingsonderhandelingen tot de EU met Turkije beginnen. "Er is een lange, maar concrete lijst met opdrachten opgenomen in het stuk. Dat geeft Turkije een duidelijk beeld welke hervormingen de komende achttien maanden noodzakelijk zijn om aan de voorwaarden te voldoen."

Bijdrage van Joost Lagendijk (Verts/ALE) tijdens het debat over Turkije woensdag 4 juni 2003 in het Europees Parlement

Lagendijk (Verts/ALE) - Voorzitter, het belangrijkste werk aan het verslag van de heer Oostlander is al gedaan. Dat is namelijk gebeurd in de commissie. Daar is via ingrijpende amenderingen van een - moet ik toch zeggen - onevenwichtig verslag, waarvan de toon niet altijd even gelukkig was, omgetoverd in een kritisch maar uitgebalanceerd verslag waarin wel degelijk onderscheid wordt gemaakt tussen aan de ene kant hetgeen er bereikt is en aan de andere kant de inderdaad lange maar concrete lijst van punten die nog moeten gebeuren.

Over de tekst slechts drie korte opmerkingen. Collega Uca ik ben toch bang dat u - als u luistert - de precieze implicaties van paragraaf drie nog steeds niet door hebt. Daarin wordt volgens mij terecht door de rapporteur een onderscheid gemaakt tussen de joods-christelijke en humanistische wortels aan de ene kant, de universele waarden waar deze toe geleid hebben aan de andere kant, en het feit dat dit geen bezwaar is tegen de toetreding van een in de meerderheid islamitisch land. Een formulering die ik van harte kan delen.

Mijn tweede opmerking is gericht aan de collega's van de GUE/NGL-fractie, die ik ertoe oproep nu eens op te houden zich voor het karretje van de Armenië-lobby te laten spannen. Er staat een in mijn ogen uitgewogen compromis over die kwestie in de tekst en eerlijk gezegd irriteert het mij in toenemende mate dat steeds weer wordt geprobeerd op dat punt de duimschroeven aan te draaien.

Tenslotte een derde opmerking als antwoord op het voorstel van de rapporteur. Ik kan namens mijn fractie akkoord gaan met de toevoeging van amendement elf aan de tekst in plaats van een verbetering van de tekst.

Collega's, het is cruciaal om in het debat in de gaten te houden tegen welke achtergrond wij dit nou doen, tegen welke achtergrond dit debat over de relatie EU-Turkije plaatsvindt. Dat is die namelijk van een constant gevecht tussen aan de ene kant de hervormers - sterk in de regering en in het Parlement - en aan de andere kant de conservatieven - sterk in het leger, de politie en de rechterlijke macht.

In dat gevecht is het de taak van de Europese Unie, maar ook van het Europees Parlement, om - natuurlijk - de conservatieven te bekritiseren. Daar zijn we heel goed in en daar moeten we vooral mee doorgaan. Bijvoorbeeld als het gaat om het verbieden van de HADEP - ontoelaatbaar. Bijvoorbeeld als het gaat om het binnenvallen bij mensenrechtenorganisaties - niet te verdedigen. Bijvoorbeeld als het gaat om de weigering Layla Zana en haar collega's een werkelijk rechtvaardig nieuw proces te geven. Bij die kritiek hoort wat mij betreft echter onlosmakelijk ook de steun voor de hervormers, en dat willen we nog wel eens vergeten. Bijvoorbeeld als het gaat om het nieuwe pakket hervormingsvoorstellen dat nu in het Turkse parlement ligt en waarin wel degelijk, na lang aandringen van het Europees Parlement, bijvoorbeeld artikel 8 uit de anti-terrorisme wet wordt geschrapt en waarin wel degelijk Koerdische privé-media de mogelijkheid krijgen om uit te zenden.

Die balans moeten we zien te behouden en wat ik ten zeerste wil vermijden is de indruk te wekken dat het in Turkije niks was, niks is en nooit wat zal worden. Ik geloof dat Turkije de hervormingen door kan voeren, ik vind dat ze onze steun verdienen. Uiteindelijk, Voorzitter, zullen wij allemaal de vraag moeten beantwoorden of we willen dat het lukt. Willen wij dat de hervormers slagen? Mijn antwoord is een volmondig "ja", want dat is goed voor Turkije en voor Europa.