Nu de Verenigde Staten een samenwerkingsakkoord willen sluiten met de Europese Unie inzake opsporing en uitlevering, moeten er waarborgen komen voor de rechten van verdachten. Want waar er al geen gelijkwaardigheid bestaat tussen de rechtssystemen binnen de EU, bestaat er met de VS een zee van verschil.

Sinds 11 september dicteren de Verenigde Staten het criminaliteitsbeleid in Europa. Dit weekend spreekt John Ashcroft, de baas van het Amerikaanse ministerie van Justitie, in Kopenhagen met de justitieministers van de landen van de Europese Unie over een samenwerkingsovereenkomst inzake opsporing en uitlevering. In feite komt Ashcroft om de druk op de Brusselse ketel te houden en om te voorkomen dat de Europeanen te lang doorzeuren over waarborgen voor de rechten van verdachten. Want de Amerikanen hebben haast.

Het is begrijpelijk dat de Amerikaanse regering groot belang hecht aan samenwerking met de EU bij het vervolgen van terroristen en andere criminelen. En dat ze willen dat die samenwerking zo efficiënt mogelijk wordt geregeld, met zo weinig mogelijk bureaucratische rompslomp. Het zou onaanvaardbaar zijn als een aanstichter van aanslagen van 11 september 2001 zijn straf ontliep door communicatiefouten of procedureel gestuntel.Tot zover akkoord. Maar je kunt pas praten over het uitleveren van verdachten als je ook afspraken maakt over de rechten van de mensen die straks gevankelijk over de oceaan gevlogen worden. Mensen die terecht of onterecht worden verdacht van een misdrijf.

In eigen huis heeft de EU nagelaten zulke waarborgen op papier te zetten. Het Europees arrestatiebevel, dat inhoudt dat Nederland gehoor moet geven aan een opsporings- of uitleveringsverzoek uit elke andere lidstaat van de EU, gaat niet vergezeld van afspraken over de manier waarop in de lidstaten met verdachten wordt omgegaan. De filosofie hierachter is dat de rechtssystemen van de lidstaten gelijkwaardig zijn. En dat het dus niet uitmaakt in welke land je wordt vervolgd of veroordeeld. Maar in feite zijn de verschillen nog groot. En dus zal Nederland straks eigen onderdanen uitleveren die, zoals recentelijk twee vliegtuigspotters overkwam, in Griekenland maandenlang in voorarrest kunnen verdwijnen zonder te weten waarvan zij beschuldigd worden. Of die in Engeland kunnen worden veroordeeld op basis van opsporingsmethoden die naar Nederlandse maatstaven een onaanvaardbare inbreuk op de privacy maken.

Is van gelijkwaardigheid binnen de EU al geen sprake, tussen EU en VS ligt een zee van verschil. De straffen in de VS zijn vele malen hoger dan in Europa, de doodstraf wordt er opgelegd en uitgevoerd en het gevangenisregime is op zijn best onzachtzinnig. Negentig procent van de strafzaken in de VS wordt afgedaan met een zogenaamde plea bargain, waarbij de verdachte een schuldigverklaring aflegt in ruil voor strafvermindering. Het bewijsmateriaal wordt dan door geen enkele rechter getoetst. Dat zijn allemaal zaken waar mensen die uitgeleverd worden aan de VS mee te maken krijgen. Wij vinden dat de EU zich niet medeplichtig moet maken aan dit soort praktijken en keiharde garanties moet eisen die uitgeleverden hiertegen beschermen. Bijvoorbeeld het recht om vóór uitlevering het Amerikaanse bewijsmateriaal te laten toetsen door een Europese rechter, en de garantie van toegang tot goede rechtsbijstand. Verder moet de VS de verzekering geven dat een uitgeleverde na veroordeling zijn straf mag uitzitten in het land dat hem heeft uitgeleverd. De EU moet dus geen genoegen nemen met een toezegging van de VS om dit soort gevallen ´welwillend´ te beoordelen. Nederland doet dat nu wel en daar dreigt bijvoorbeeld de Zwolse DJ Raymond K. in zijn Amerikaanse cel het slachtoffer van te worden.

We weten niet in hoeverre de EU op deze punten toegeeft aan Amerikaanse druk. Maar als het aan onze regeringen ligt wordt er in ieder geval zo weinig mogelijk publiek debat gevoerd over de samenwerkingsovereenkomst tussen EU en VS. De onderhandelingen vinden plaats achter gesloten deuren en het onderhandelingsmandaat is niet openbaar. Het Europees Parlement heeft over dit soort verdragen niets te zeggen. De Tweede Kamer mag straks het uiteindelijke akkoord formeel goedkeuren, maar veranderingen aanbrengen kan dan niet meer. Het wordt slikken of stikken.
Volksvertegenwoordigers zijn van oudsher de pleitbezorgers van mensenrechten. We moeten ons dus niet laten degraderen tot jaknikkers, maar kritisch durven opereren. Het is nu of nooit.