Zes netto-betalende landen, waaronder Nederland, willen bij de vaststelling van de nieuwe meerjarenbegroting het maximale uitgavenplafond naar beneden schroeven. Maar, zo stellen zij, de landbouwuitgaven mogen niet aangetast worden. De Groenen betreuren deze kortzichtige boekhoudmentaliteit en reageren met een open brief.

Brief van de netto-betalers
Brief van de GroenenNetto-betalers zijn landen die meer aan Brussel betalen dan ze via o.a. subsidies terugkrijgen. De afdracht van alle landen gezamenlijk bedraagt maximaal 1,24% van het BNP.

Brief 1%
Middels een brief lieten Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zweden, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk weten dat zij voor de meerjarenbegroting 2006 – 2013 uit willen gaan van een maximum van 1% van het BNP. "Gezien de uitdagingen waar de Europese Unie nu voor staat is die insteek onbegrijpelijk", vindt GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg.

Meer taken
Buitenweg is van mening dat de prioriteiten voorop moeten staan en niet primair het bevriezen van het huidige budget. Buitenweg: "Mede door een restrictief begrotingsbeleid van het Europees Parlement blijft de begroting van de Europese Unie de laatste jaren ruim onder de uitgavenplafonds en schommelt rond 1% BNP." Ondertussen besloten de regeringsleiders tot uitbreiding van de EU in 2004 met tien landen en stelden ze zich ambitieuze doelen. Zo is er de verdere ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, een gezamenlijke grensbewaking, de bevordering van groei en werkgelegenheid door de ontwikkeling van grote infrastructuurnetwerken en de bevordering van onderzoek en onderwijs. "Het logisch dat daar dan ook geld voor beschikbaar moet zijn. Bevriezing van de gelden op het oude uitgavenniveau is bij die keuzes onmogelijk", aldus Buitenweg, die lid is van de begrotingscommissie.

Landbouw
In de ‘één procentbrief’ laten de zes regeringsleiders expliciet weten dat de landbouwuitgaven, die ongeveer 50% van alle uitgaven bedragen, niet mogen worden aangetast door hun lagere bijdrage. Buitenweg vindt dat met name van de Nederlandse regering een zeer kwalijke zaak. “De Nederlandse regering - die zich hard zegt te maken voor landbouwhervormingen – geeft daarmee een verkeerd signaal af omdat het als een pleidooi voor behoud van de status-quo kan worden gezien.” De Groenen laten dat in hun brief weten en willen dat Europa het landbouwbeleid radicaal verandert.

De financiële perspectieven kunnen alleen in werking treden als ook het Europees Parlement er zijn goedkeuring aan geeft.

Brief van de Groenen
Brief van de ‘netto-betalers’
Brief van de Nederlandse, Duitse, Franse, Zweedse, Oostenrijkse en het Britse regering aan de Europese Commissie:
--------

Berlin, The Hague, London,
Paris, Stockholm, Vienna,

15 December 2003

H..E. Prof. Romano Prodi
President of the European
Commission

BRUSSELS

The period for the current Financial Perspective is drawing to a close and preparations for the new EU-budget are under way. We understand that you are currently preparing a Communication to the Council, and intend to submit a legislative proposal no later than during the first half of 2004. This will pave the way for the necessary deliberations between Member States.

The new Financial Perspective should allow us to exploit the extraordinary potential of the enlarged Union, and the opportunities it offers our citizens. EU spending should add real value, and aim more actively at transforming the EU into the most competitive and innovative area worldwide. Other key tasks are further developing the Common Foreign and Security Policy, protecting our external borders, and managing migration flows.

We are deeply committed to the principle of European solidarity, and to the maintenance of cohesion in the enlarged Union.

Bearing in mind Europe’s demographic challenge, sustained high growth requires long term sound public finances. In view of the painful consolidation efforts in Member States our citizens will not understand if the EU-budget were exempt from this consolidation process.

We see in this context no room for a EU-budget near the current ceiling for own resources. Average expenditure during the next financial perspective should in our view be stabilised around current expenditure levels, and should not exceed 1,0 % of GNI, including agriculture spending within the ceiling set by the European Council in October 2002. This would still allow for annual increases in the EU-budget well above growth rates of national budgets in most Member States, and permit a sufficient margin for policy-implementation in the enlarged Union.
The Commission’s proposal on the new Financial Perspective should reflect this
approach.

Jacques Chirac, President of the French Republic
Gerhard Schröder, Federal Chancellor of the Federal Republic of Germany
Jan Peter Balkenende, Prime Minister of the Netherlands
Göran Persson, Prime Minister of Sweden
Tony Blair, Prime Minister of the United Kingdom
Wolfgang Schüssel, Federal Chancellor of the Republic of Austria

Brief van de netto-betalers
Brief van de Groenen
De volgende brief is 13 januari 2004 aan minister-president Balkenende (Nederland), Chirac (Frankrijk), Blair (Verenigd Koninkrijk), Schroder (Duitsland), Persson (Zweden) en Schussel (Oostenrijk) gestuurd namens de Groene fractie in het Europees Parlement, waar GroenLinks deel van uitmaakt:
--------

De Minister-President
Prof. Mr. Dr. J.P. Balkenende
Binnenhof 20
Postbus 20001
2500 EA Den Haag
fax: 0031703564683

(vertaling)
Straatsburg, 13 januari 2004

Excellentie,

Met grote bezorgdheid hebben wij kennis genomen van uw brief aan de Voorzitter van de Europese Commissie, de heer Prodi, waarin u pleit voor een toekomstig financieel kader van minder dan 1% van het BNI.

Uw brief komt op een ongelukkig moment, nu de IGC geen overeenstemming heeft kunnen bereiken over een Europese grondwet en nationale belangen de voorrang lijken te hebben op de gemeenschappelijke doelstellingen van een herenigd Europa dat de meest concurrerende en innoverende regio ter wereld wenst te zijn en een belangrijke speler op het internationale toneel voor wat betreft het buitenlandse en veiligheidsbeleid, en dat een zone van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid wil creëren.

In uw brief herbevestigt u deze doelstellingen en verklaart u toegewijd te zijn aan het beginsel van Europese solidariteit en het cohesiebeleid van de Unie te willen voortzetten. Tevens zegt u zich gebonden te voelen aan de besluiten van de Europese Raad met betrekking tot de plafonds voor landbouwuitgaven tot 2013.

Het mag duidelijk zijn dat het volslagen onmogelijk is om deze ambitieuze doelstellingen voor een vergrote Unie met 25 tot 27 lidstaten te verenigen met een begroting beneden de 1% van het BNI.

Wij vrezen dat hiermee een verkeerd signaal wordt afgegeven aan de Europese bevolking, in het bijzonder van de nieuwe lidstaten. U creëert een beeld van een Europese Unie die slechts kosten met zich meebrengt, terwijl in werkelijkheid alle lidstaten enorm hebben geprofiteerd van de Europese Unie, zowel op politiek als op economisch gebied. De nadruk op begrotingssaldi doet geen recht aan de waarde van de Europese Unie voor de lidstaten.

We begrijpen dat in tijden van economische neergang, met onder druk staande nationale begrotingen, u alle mogelijke manieren van besparing moet bekijken, zowel op nationaal als op Europees niveau, maar wij zijn van mening dat uw benadering van het vaststellen van een dergelijk laag uitgavenplafond voor de middellange termijn verkeerd is. In plaats van te wachten op het terugvloeien van geld naar de lidstaten zouden we liever zien dat u investeert in de doelstellingen die u in Lissabon bent overeengekomen. Investeringen in kennis ten behoeve van toekomstige generaties kunnen gemakkelijk worden verdubbeld en zouden onmiddellijk resultaat opleveren voor de doelstellingen van Lissabon.

Met betrekking tot de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet het beleid van marktuitgaven worden verlaten en moet een radicaal andere koers worden gevolgd, en moet tevens meer worden geïnvesteerd in een geïntegreerd beleid voor plattelandsontwikkeling. Wij zijn van mening dat de structuurfondsen meer gericht moeten zijn op de armste regio's. We staan achter een duurzame ontwikkeling zoals geformuleerd in Gotenburg en Kyoto en zijn van mening dat het vervuiler-betaalt-beginsel sterker moet worden doorgevoerd. We willen u op het hart drukken niet terug te krabbelen van toezeggingen om de armoede in de wereld te verminderen, ook omdat dit een investering in conflictpreventie is. De betrekkingen met de nieuwe buurlanden van een uitgebreide Unie moeten worden versterkt en de eerbiediging van de mensenrechten moet verder worden gestimuleerd.

Er moet een waarlijk Europees beleid worden ontwikkeld op het gebied van immigratie en justitiële en politiële samenwerking, met volledige inachtneming van de internationale verdragen op het gebied van de bescherming van vluchtelingen, mensenrechten en de burgerrechten van ieder mens. Binnen de EU moeten meer inspanningen worden verricht om de zorg voor hulpbehoevende vluchtelingen te spreiden, in plaats van te proberen ons van deze zogenaamde last te ontdoen.

Het toekomstig financieel kader moet een voldoende marge overlaten voor nieuwe initiatieven waarvan de ontwikkeling tijd kost en moet voldoende flexibel zijn om eventuele toekomstige internationale crises het hoofd te kunnen bieden.

Met het oog op al deze uitdagingen zien wij de mededeling van de Commissie over het financieel kader voor de periode na 2006 met grote belangstelling tegemoet. We hopen dat de mededeling een solide grondslag zal leveren voor besprekingen tussen de twee takken van de begrotingsautoriteit, de Raad en het Parlement, zodat ze in een vroeg stadium overeenstemming kunnen bereiken over de nieuwe financiële vooruitzichten en eventuele wijzigingen in het stelsel van eigen middelen.

We hechten zeer aan de begrotingsbevoegdheden van het Parlement als omschreven in de ontwerp Grondwet. Het Europees Parlement heeft bewezen een betrouwbare en constructieve partner te zijn bij de besluitvorming. We zullen met plezier de dialoog met de Raad over het nieuwe financiële kader aangaan en hopen dat dit gevoel wederzijds is.

Hoogachtend,

Monica FRASSONI, Medevoorzitter
Daniel COHN-BENDIT, Medevoorzitter