De aanslagen in Amerika op 11 september hebben grote gevolgen voor het luchtvaartbeleid in Europa. Het verbeteren van de veiligheid van de luchtvaart en het verlenen van steun aan luchtvaartmaatschappijen beheersen sinds de aanslagen de agenda van het transportbeleid.

Gisteren ging het Europees Parlement in debat met de Europese Commissie over het tot nu toe gevoerde beleid in reactie op de terroristische aanslagen. Op tien oktober presenteerde de Commissie plannen voor de harmonisering van de veiligheidsnormen in het luchtvervoer. Hierbij gaat het om de toegang tot gevoelige zones op vliegvelden en tot toestellen, de controle van passagiers en met name hun handbagage, het vrachtvervoer, poststukken en de opleiding van grondpersoneel. Verder is een ad-hocgroep opgericht van deskundigen op het gebied van veiligheid en terrorismebestrijding. Deze is nog niet tot belangrijke conclusies gekomen.

Europarlementariërs van de verschillende partijen gaven blijk van hun zorg over de bedreiging van de luchtvaart en andere kwetsbare doelen zoals kerncentrales en (bio-)chemische industrieën. GroenLinks Europarlementariër Theo Bouwman vroeg Eurocommissaris Vitorino (justitie en binnenlandse zaken), die zijn collega mevrouw Loyola de Palacio (transport en energie) verving, om niet alleen de luchtvaart maar ook andere vervoerswijzen onder de loep te nemen. Bouwman: "Terroristen kunnen grote schade aanrichten in dicht bewoonde gebieden met tankwagens met chemicaliën. Ook in de scheepvaart is het betrekkelijk eenvoudig om een schip in een haven als Rotterdam een andere kant uit te doen varen en het op zeer explosieve installaties af te laten sturen."

Overheidssteun aan nationale luchtvaart maatschappijen kwam tijdens het debat ook kort aan de orde. Vitorino zei hierover: “De concurrentieverstoring moet gezien worden in het kader van Europees-Amerikaanse dialoog; voorkomen moet worden dat disproportionele maatregelen worden genomen die de wereldconcurrentie kunnen verstoren.” Bouwman vindt sommige vormen van steunverlening, zoals tijdelijke dekking onverzekerde risico’s, in de huidige situatie gepermitteerd, maar andere, zoals directe subsidiëring, zeker niet.