Het Europees Parlement koos op 16 januari een nieuwe voorzitter voor een termijn van tweeënhalf jaar. Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) hekelt het akkoord dat de Europese christen-democraten en de socialisten maakten om de huidige socialistische voorzitter Borrell te vervangen door de christen-democraat Pöttering.
Ook twijfelt Buitenweg aan de persoonlijke kwaliteiten van Pöttering.
Voorgekookt
Vier kandidaten uit vier verschillende fracties, waaronder Monica Frassoni namens de Groenen, streden om het voorzitterschap. Maar iedereen in het Europees Parlement wist dat het een uitgemaakte zaak was dat de Duitser Hans-Gert Pöttering de nieuwe voorzitter van het Europees Parlement werd. De christen-democraten en de socialisten sloten in 2004 de overeenkomst om de eerste helft van de parlementaire termijn de socialist Borrell voorzitter te maken. In de tweede termijn zou de christen-democraat Hans-Gert Pöttering de voorzittershamer overnemen.
Bij de stemming behaalde Pöttering uiteindelijk 450 stemmen. De kandidaat van de Groenen, Monica Frassoni haalde 145 stemmen. Een verrassend hoog aantal stemmen aangezien de groene fractie slechts 42 leden telt en er ook kandidaten waren van eurosceptische en radicaal-linkse signatuur.
Misbruik machtspositie
Buitenweg vindt de deal tussen de socalisten en de christen-democraten ronduit belachelijk en slecht voor het aanzien van het Europees Parlement: "De christen-democraten en socialisten maken in deze verkiezing groot misbruik van hun machtspositie als de twee grootste fracties. Zij kijken alleen naar welke delegatie de meeste leden heeft; er is niet naar de beste persoon voor deze taak gezocht. Zo zou het niet moeten zijn. Het moet gaan om de beste kandidaat-voorzitter en dit dient te gebeuren in een open en eerlijke procedure. Bovendien verliest het Europees Parlement met deze deal haar geloofwaardigheid en onafhankelijkheid."
Ambtenarenapparaat gepolitiseerd
Pöttering is sinds 1979 lid van het Europees Parlement. Ondanks het feit dat hij veel kennis van zaken heeft, twijfelt Buitenweg aan zijn geschiktheid als voorzitter: "Pöttering hield zich de afgelopen jaren erg bezig met het politiseren van het ambtenarenapparaat. Zo zijn er verschillende voorbeelden te noemen waarin medewerkers met een bepaalde politieke voorkeur voorrang kregen voor een bepaalde positie in het Europees Parlement."
Zie ook: