Bij het streven naar administratieve lastenverlichting moet de Europese Unie ook haar eigen subsidiestelsel onder de loep nemen. Voor maatschappelijke organisaties en kleine bedrijven is het aanvragen van Europees geld vaak een bureaucratische nachtmerrie. Het Europees Parlement heeft vorige week de eerste stap gezet naar versimpeling van de subsidieprocedures.

In 1999 moest de Europese Commissie ontslag nemen wegens wanbeheer. Een comité van wijzen had vastgesteld dat niemand in de Commissie zich verantwoordelijk voelde voor een juiste besteding van de Europese gelden. Als gevolg van deze crisis werden de regels voor het gebruik van die gelden aanzienlijk verscherpt, controlesystemen herzien, structuren in de Commissie aangepast. Echter, het opschoningproces is iets te ver doorgeschoten. Het heeft ook geleid tot overdreven bureaucratie voor aanvragers van subsidies. Daarvan zijn vooral niet-gouvernementele organisaties en kleine en middelgrote bedrijven de dupe.

De angst voor verkeerde besteding van middelen is inmiddels zo groot dat Europese ambtenaren - die hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor financiële fouten - het risico waar mogelijk doorschuiven naar de subsidieaanvrager. Bij de beoordeling van subsidieverzoeken richten de ambtenaren zich vooral op formele selectiecriteria in plaats van op de inhoud van projecten. Ook moet een niet-gouvernementele organisatie (NGO) bij elke subsidieaanvraag keer op keer dezelfde documenten inleveren. Het kleinste rekenfoutje levert al een groot risico op om van deelname uitgesloten te worden. De subsidievoorschriften zijn zodanig ingewikkeld geworden dat elk departement en elke ambtenaar er zijn eigen interpretatie op nahoudt. Het aanvragen van Europese subsidie is verworden tot een bureaucratische nachtmerrie voor ieder die geen boekhouder én jurist is.

Na stapels klachten, studies en hoorzittingen met NGO´s heeft het Europees Parlement nu de koe bij de hoorns gevat. Waarom niet een database opzetten waar de organisaties die gebruik maken van Europees geld één keer de standaard benodigde gegevens inbrengen en die jaarlijks aanpassen? Waarom niet de beste praktijken van de verschillende departementen in kaart brengen en die breder toepassen in plaats van dat ieder departement zelf steeds het wiel probeert uit te vinden? Waarom niet aanvragers te woord staan en hulp bieden bij technische vragen over de in te leveren dossiers? Waarom niet een procedure in twee stappen? Daarbij worden projecten in eerste instantie alleen op inhoud beschreven. Vervolgens worden alleen die aanvragers die op grond van de kwaliteit van de projecten geselecteerd zijn uitgenodigd om door de versimpelde administratieve tredmolen te gaan. Waarom niet de regel afschaffen die organisaties straft met subsidievermindering wanneer zij meer sponsors vinden dan voorzien?

Deze en andere hervormingsvoorstellen moeten hun beslag krijgen in een wijziging van het ‘Financieel Reglement’ van de Europese Unie. Daarvoor heeft het parlement de steun nodig van de Europese Commissie en de Raad van Ministers. Ook die instellingen hebben de mond vol van het verminderen van de Europese regeldruk. Maar hun aandacht gaat nog te eenzijdig uit naar de versimpeling van wetgeving die als hinderlijk voor de concurrentiekracht van grote bedrijven wordt ervaren. Ook kleine bedrijven en maatschappelijke organisaties moeten van administratieve lastenverlichting kunnen profiteren. De herziening van het Financieel Reglement helpt om Europa gebruiksvriendelijker te maken.

geschreven door Kathalijne Buitenweg, europarlementariër voor GroenLinks samen met Annemiek Beugelink, beleidsmedewerker van de Groenen/EVA-fractie in het Europees Parlement