Dinsdag besluit het Europees Parlement of fosfaat in diepvries-döner ok is of niet. “Einde dreigt voor döner kebab”, “Dreigend verbod op döner kebab”, “Europees Parlement wil verbod op döner kebab”. Een kleine greep uit de krantenkoppen van twee weken terug.

In vijf vragen en antwoorden geven we wat extra achtergrondinformatie om deze ronkende, maar onjuiste, krantentitels te duiden (of beter nog, te voorkomen).

1. Wil GroenLinks döner kebab verbieden?

Nee, GroenLinks wil je döner kebab niet verbieden. (Maar we willen ‘m wel vrijhouden van overbodige, twijfelachtige en mogelijk schadelijke stoffen.)

2. Wat is er aan de hand?

Europese wetgeving stelt dat het verboden is om fosfaat toe te voegen in voedsel, tenzij daar een uitzondering voor is gegeven. De Europese Commissie wil nu zo een uitzondering geven voor frozen vertical rotating meat sticks, waar döner kebab en gyros onder vallen.

De wetgeving stelt echter dat zulke uitzonderingen enkel gegeven mogen worden

  1. als het veilig is,
  2. als het technologisch te rechtvaardigen is, en
  3. als het consumenten niet misleidt.

Bij alle drie de punten zetten we onze vraagtekens.

Het meest problematisch is dat de Europese Commissie het besluit om fosfaat toe te laten, wil nemen zonder te wachten op een fatsoenlijke analyse. Dat terwijl onderzoekers nu nota bene al met die analyse bezig zijn. Vandaar dat GroenLinks bezwaar maakt. Laten we eerst wachten op de uitkomst van de analyse en daarna aan besluit nemen.

3. Is fosfaat in m’n döner kebab nu niet veilig dan?

Er zijn studies die wijzen naar negatieve gezondheidseffecten door het eten van voedsel met een hoog fosfaatgehalte. Je lichaam neemt de fosfaattoevoegingen in döner veel sneller op dan het fosfaat dat van nature in sommige soorten voedsel voorkomt.

De EFSA (de autoriteit voor voedselveiligheid van de Europese Unie) voert dus momenteel een onderzoek uit waarin alle uitzonderingen die ondertussen geven zijn tegen het licht worden gehouden. GroenLinks vindt het meer dan logisch om de nieuwe uitzondering die de Europese Commissie nu wilt geven, mee te nemen in die studie. Helemaal aangezien de toevoeging wellicht helemaal niet nodig is.

4. Hoezo: het is wellicht niet nodig?

Fosfaat wordt toegevoegd om het vlees, als het uit de vriezer komt, sappiger te maken en om het vlees op de spies bij elkaar te houden. Er zijn echter natuurlijke alternatieven op de markt die precies hetzelfde doen. Die ‘technologische rechtvaardiging’, lijkt dus geen uitgemaakte zaak te zijn.

Wat betreft het derde criteria, geen consumentenmisleiding, ook daar is wat over te zeggen. Door meer fosfaat toe te voegen, houdt de döner meer water vast, en krijgt het dus meer gewicht. Kortom, het is water verkopen voor de prijs van vlees. Er moet daarom goed gekeken worden naar de maximale benodigde hoeveelheid als het om toevoegingen gaat, anders riekt het naar consumentenmisleiding.

5. Zittten deze fosfaattoevoegingen ook in ander eten?

Ja. Het mag bijvoorbeeld nu al gebruikt worden in worsten en hamburgers. Wat GroenLinks betreft, geldt daar hetzelfde principe. Wijst de studie van EFSA uit dat die toepassingen niet noodzakelijk zijn, dan moeten we de toelating herzien.