Vragen van de leden van der Steenhoven en van Gent aan de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat, 29 mei 2000

1. Heeft u kennis genomen van diverse berichten in de pers zoals het Groninger Dagblad 24 mei 2000: “Spoorlijnburgemeesters beducht voor ongeluk met chloortrein” waarin de milieubeweging en lokale bestuurder pleiten voor het beëindigen van de chloortransporten van Delfzijl en Hengelo naar Rotterdam?

2. Verwijzend naar uw uitspraak zoals uitgezonden in het NOS-journaal van donderdag 25 mei j.l.: “Alleen, ik kan mij voorstellen dat je voor bepaalde gevaren die heel erg samenhangen met de economische ontwikkeling zelf, bijvoorbeeld chloortrein die moet rijden, een ander risico accepteert dan voor plezier. Vuurwerk is plezier.”, bent u inderdaad van mening dat de keuze om voor vuurwerkopslagplaatsen de veiligheidseisen wel aan te scherpen, doch voor chloortransporten niet, gemotiveerd wordt door het feit dat de laatste meer economisch belang dient?

3. Op welke wijze gaat u in de toekomst bij de beoordeling van risico’s invulling geven aan de door u genoemde begrippen “economische ontwikkeling” en “plezier”?

4. Hoe beoordeelt u het risico voor omwonenden van de chloortransporten? Deelt u de mening van burgemeester Wallage van Groningen dat de chloortransporten nog gevaarlijker zijn dan vuurwerkopslagplaatsen?

5. Hebben de gemeenten op de route adequate rampenplannen en middelen als beademingsapparatuur voor het geval dat zich ee nongeluk met de chloortrein voordoet?

6. Bent u ervan op de hoogte dat de chloorproductie in Delfzijl en Hengelo op een zeer verouderde en vervuilende wijze geschiedt, resp. diafragma elektrolyse en kwikelektrolyse en op de laatste productiewijze binnen de EU aan een verbod wordt gewerkt?

7. Wat is het economisch belang om de productie van Chloor in Hengelo en Delfzijl in een dergelijke omvang te continueren dat er lokaal overschotten ontstaan die naar Rotterdam gebracht worden?

8. Bent u met ons van mening dat het risico van een afschuwelijk ongeluk dermate is, dat aan bod en vraag van chloor in een zelfde gebied dienen plaats te vinden?

9. Bent u bereid met een plan te komen met als doel om op korte termijn de transporten te laten beëindigen?

10. Bent u bereid spoedig een afschrift naar de Kamer te sturen van uw reactie op de brief van vier milieuorganisaties van 10 februari 2000 over bovenstaand onderwerp?