Vragen van lid van der Steenhoven aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de vergunningverlening voor Delta Radio.

dinsdag 4 juli 2000

1) Klopt het dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan Delta radio een zogenaamde instandhoudingsvergunning en zendvergunning verleend heeft voor uitzending op 171 kHz?

2) Klopt het dat Delta radio niet is begonnen met uitzenden per 1 juli, zoals u als eis gesteld heeft in de machtiging van 2 juli 1998, uw brief aan Delta radio van 14 augustus 1998 en zoals aangegeven in uw antwoorden op vragen van mij van 12 april 1999?

3) In de debatten van 4 en 9 maart 1999 suggereerde u dat u niet in staat was de zendvergunning te weigeren zonder het risico te lopen op claims van de kant van Delta radio. Was dit risico volgens u nog steeds aan de orde nu Delta radio haar afspraken niet na kwam om voor 1 juli 2000 de machtiging in gebruik te nemen?

4) Waarom heeft u de twee vergunningen voor de omstreden zendmast in de Noordzee en de frequentie 171 kHz niet geweigerd nu Delta radio haar afspraken niet nagekomen is?

5) Klopt het dat u nu weer voor de vierde maal de machtiging voor ingebruikneming van de frequentie hebt verlengd, en wel met 18 maanden naar 1 januari 2002?

6) Waarom hebt u voor deze nieuwe verlenging gekozen, en waarom 18 maanden?

7) Betaalt Delta radio nu voor het mogen gebruiken van de frequentie 171 kHz? Hoeveel? Hoeveel gaat zij betalen in de toekomst? Acht u dit bedrag redelijk gezien de ontwikkelingen van de marktprijzen van telecomfrequenties?

8) Hoe hard is nu deze weer verlengde nieuwe termijn Delta radio voor ingebruikname van de frequentie? Wat is de sanctie wanneer Delta niet voor 1 januari 2001 vanaf de locatie op de Noordzee uitzendt op 171 kHz?