Vragen van het lid M.B. Vos (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken

1 Kunt u aangeven waarom de overschrijdingen van de richtbedragen voor dienstauto’s van de Chefs de poste in de vijf andere standplaatsen waar sprake is van overschrijding, niet nader onderzocht worden, in tegenstelling tot de overschrijdingen in Abu Dhabi, Hong Kong, London, Parijs en Shanghai? (Antwoorden op vragen van het lid M.B. Vos aan de minister van Buitenlandse zaken, dd. 16 mei 2000, nog niet gedrukt - zie http://www.minbz.nl/Content.asp?Key=304156&Pad=257220,300485,257243)

2 Is het juist dat de andere vijf ambassades waar sprake is van overschrijding, Accra, Brussel (EU en NAVO), La Paz, Lagos en Lusaka zijn?

3 Waarom stelt u in uw antwoord op vraag 2 dat u bij overschrijdingen die niet onder de geldende regels vallen, betrokkenen ‘eventueel’ zult aanspreken. Kunt u toezeggen dat in deze gevallen betrokkenen daadwerkelijk worden aangesproken? Bent u bereid om in deze gevallen het bedrag van overschrijding voor rekening te laten komen van de Chef de poste? Zo nee, waarom niet?

4 Bent u bereid om de regeling ‘Normbedragen voor dienstauto’s’ uit te breiden met de bepaling dat overschrijdingen van de normbedragen voor dienstauto’s voor de Chef de poste die niet binnen de geldende regels zijn toegestaan, zullen worden verhaald op de gebruiker van de dienstauto? Zo nee, waarom niet?