De jaarlijkse werkgelegenheidstop van de Europese Unie wordt overschaduwd door de oorlog tegen Irak. Het is raadzaam dat de Europese regeringsleiders zich tijdens hun samenzijn bezinnen op hun verhouding tot de Verenigde Staten.

De onvoorwaardelijke solidariteit van Blair en Aznar heeft geen rem kunnen zetten op het Amerikaanse unilateralisme. Zij zijn meegesleurd in een oorlog die voor hun eigen burgers legitimiteit ontbeert. Het anti-oorlogskamp in Europa, aangevoerd door Chirac en Schröder, heeft zijn morele gelijk gehaald in de VN-Veiligheidsraad, maar daarmee de aanval op Irak niet kunnen voorkomen. Een verdeeld Europa is geen partij voor de VS. Dat geldt niet alleen voor de buitenlandse politiek, maar ook voor het sociaal-economisch beleid.

De oorlog tegen Irak vergroot het risico dat de Europa in een recessie belandt. Dat is een reden om het eigenlijke onderwerp van de voorjaarstop, economie en werkgelegenheid, niet helemaal terzijde te schuiven. Te meer daar ook hier de Verenigde Staten minder dan ooit het baken vormen waar Europa op kan koersen. De ‘nieuwe economie’, de beurskoers als graadmeter voor ondernemerssucces, wegwerpbanen voor de onderkant voor de arbeidsmarkt, het zijn van oorsprong Amerikaanse geloofsartikelen die Europa op een dwaalspoor hebben gebracht.

Voorjaar 2000: een nieuwe eeuw, een nieuwe economie. Beurskoersen explodeerden, aangevuurd door telecom en ICT. De toepassing van informatie- en communicatietechnologie zou leiden tot een voortdurende productiviteitsgroei, zo geloofden velen. De cyclus van hoog- en laagconjunctuur zou daarmee tot het verleden behoren. Europa wilde de boot niet missen en stelde zich tot doel binnen tien jaar de VS in te halen als meest competitieve kenniseconomie ter wereld.
Drie jaar later is het luchtkasteel van de nieuwe economie ingestort. ICT-reuzen verkeren in moeilijkheden. Recessies blijken nog steeds voor te komen en vragen om actief overheidsbeleid. Meer banen ontstaan niet vanzelf wanneer in de marktsector het vertrouwen ontbreekt. Zeker niet in oorlogstijd. Het is aan de Europese regeringen om een impuls te geven aan de economie, door extra banen te scheppen in de sociale sector, de zorg en het onderwijs. Vooral in- en doorstroombanen voor laaggeschoolden, want zij zijn het meest kwetsbaar.
Investeringen in kennis zijn nog steeds nodig om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Maar een kenniseconomie kan niet alleen drijven op ICT. De toepassing van nieuwe materialen, nanotechnologie, verantwoorde biotechnologie en duurzame energietechnologie biedt meer perspectief.

De huidige crisis is niet zomaar een conjunctureel tegentij. De boekhoudschandalen bij beursgenoteerde bedrijven hebben het economisch vertrouwen zwaar ondermijnd. Zelfs Ahold, Hollands glorie, blijkt ten prooi gevallen aan hebzucht. Uit de VS is een bedrijfseconomische cultuur overgewaaid die god noch gebod kent. Agressieve groeistrategieën, financiële goochelarij en een fixatie op de beurskoers voeren daarin de boventoon. Zelfs goed renderende bedrijven schrikken niet terug voor afslankingsrondes om hun koers op te krikken, zoals postbedrijf TPG laat zien. Werknemers en consumenten hebben het nakijken, alleen de aandeelhouders tellen. Eurocommissaris Bolkestein wil de positie van aandeelhouders nog versterken door belemmeringen voor overnames en fusies af te schaffen. Daarmee bevordert hij de trend die juist ten grondslag ligt aan de financiële malversaties. Als de EU- regeringsleiders willen bijdragen aan herstel van vertrouwen, dan moeten zij strengere boekhoudregels, de zeggenschap van werknemers bij overnames en het aanscherpen van de gedragscode voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op de agenda van de Raad van Ministers plaatsen.

Een positief signaal voorafgaand aan de voorjaarstop vormde het Raadsbesluit om het voorbereidend overleg met de Europese sociale partners jaarlijks te laten terugkeren. Vakbonden en werkgeversorganisaties hebben een onmisbare rol in het Europees sociaal model. Maar over de werkgevers mag de Eurotop wel enige kritische noten kraken. Ze klagen over gebrek aan innovatiekracht, maar verhuizen zelf hun onderzoeks- en ontwikkelingsafdelingen naar het buitenland. En in het debat over een Europese richtlijn voor uitzendwerk probeert de werkgeverslobby de voorgestelde balans tussen flexibiliteit en zekerheid – naar Nederlands model - te ondergraven. De flexibilisering van de arbeidsmarkt, waar veel EU-landen niet aan ontkomen, dreigt daardoor vertraging op te lopen. De werkgeversorganisaties en hun politieke medestanders, Blair en Aznar, moeten onder ogen zien dat hire and fire naar Amerikaans model in Europa niet werkt. Voor het versoepelen van ontslagbescherming is alleen draagvlak wanneer de gelijke betaling en sociale-zekerheidsaanspraken van flexibele werknemers gewaarborgd zijn.

De EU streeft niet alleen naar meer banen, maar ook naar betere banen. Dat element uit de in 2000 afgesproken werkgelegenheidsstrategie dient te worden afgestoft, zeker in het licht van de teruglopende beroepsbevolking en de pensioenbom. Aandacht voor de kwaliteit van de arbeid is onontbeerlijk als we willen dat vrouwen niet afhaken en oudere werknemers tot aan hun pensioenleeftijd kunnen doorwerken. Zij moeten daartoe grotere zeggenschap krijgen over hun werktijden. Werkorganisatie en productieprocessen moeten zodanig worden gemoderniseerd dat het risico op stress en beroepsziekten wordt verminderd.

De Amerikaanse defensieminister Rumsfeld heeft old Europe al afgeschreven. Als we de hoop koesteren dat onze ervaringswijsheid over de verschrikkingen van oorlog en het belang van rechtsregels ooit zullen doordringen tot de haviken in Washington, moeten we er wel voor zorgen dat het vergrijzende Europa vitaal blijft.