Waar eindigt de uitbreiding van de Europese Unie? Die vraag dringt zich op nu vele landen staan te trappelen mee te doen. De historicus Timothy Garton Ash over het begin en einde van Europa.

Vanaf het begin van de jaren tachtig verslaat de Britse historicus en journalist Timothy Garton Ash (46) de politieke ontwikkelingen in geheel Europa, onder meer voor de New York Review of Books. Hij is auteur van verschillende boeken over Polen, Duitsland en Centraal-Europa. Zijn laatste boek is Geschiedenis van het heden uit 1999. Een gesprek in zijn studeerkamer in Oxford met de man die door velen beschouwd wordt als de beste commentator van de ontwikkelingen in Europa aan het eind van de vorige eeuw. Integer en innemend, maar scherp in zijn analyses.

In welke mate bepalen de grenzen van geografisch Europa de uiteindelijke grenzen van politiek Europa, van de Europese Unie?
“Een paar opmerkingen vooraf. Ten eerste: historisch-geografisch kan je niet zeggen dat Europa eindigt: Europa vervaagt. Ze vervaagt in de richting van de grote vlaktes van Rusland en Azië, en die van Turkije. In het noorden is er wel een einde aan Europa, maar je kan twisten over een einde in het zuiden, bij de Middellandse Zee. Twijfelachtig is ook de westkant. Ik denk dat er daar een einde is, maar dan heb je het over de mate waarin Noord-Amerika en Europa tot dezelfde beschaving behoren. Er is géén einde aan de oostkant. Dat is een feit, en iedereen die dit ontkent, zoals bijvoorbeeld Samuel Huntington [de Amerikaanse historicus die in zijn geruchtmakende boek ‘The clash of civilisations (1993) een scherpe grens trekt tussen het Westen en de Russisch-orthodoxe beschaving; red.] heeft zijn geschiedenis niet op orde.
Een tweede punt is dat er waarden worden gekoppeld aan geografische termen. Denk aan de positieve associatie met ‘Europa’ en aan de negatieve associatie met ‘Azië’. Beschaving versus barbarisme. Of aan ‘Centraal-Europa’ versus ‘de Balkan’, waar Centraal-Europa geassocieerd wordt met democratisch, vrijzinnig, deugdzaam en goed, en de Balkan met bloeddorstig, onderontwikkeld en nationalistisch. Een dergelijke koppeling is altijd problematisch. Maar het heeft ook een andere kant. Namelijk dat veel mensen, met name in Centraal- en Oost-Europa, in positieve zin in ‘Europa’ geloven, in Europa als een locus van waarden. Dat geloof is politiek gezien zeer waardevol. De politiek van communistisch en post-communistisch Europa zou een veel slechtere zijn geweest als er niet duizenden, tienduizenden mensen zouden zijn geweest die op deze geïdealiseerde wijze in Europa geloven.
Dan uw vraag. Ik zie geen enkele historische logica volgens welke de Europese Unie, die ‘ja’ heeft gezegd tegen Turkije, ‘nee’ kan zeggen tegen de Oekraïne of Wit-Rusland, of zelfs tegen Rusland. Er is een Rubicon overgestoken, een onherroepelijke stap gezet door juist tegen Turkije ‘ja’ te zeggen. Er is wat mij betreft ook geen twijfel over mogelijk dat Polen tot Europa behoort. De westerse christelijke landen die achter het IJzeren Gordijn vielen, behoren overduidelijk tot Europa. Maar ook de orthodox-christelijke landen, hoewel ze een andere erfenis hebben, behoren tot Europa. Er is geen twijfel over mogelijk dat Bosnië, Servië en Albanië deel uitmaken van Europa.”

Exit Huntington?
“Exit Huntington! Ik zie geen enkele historische of politieke reden waarom niet alle Zuid-Oost-Europese landen in een periode van tien, vijftien jaar deel van de EU zouden worden. Rusland ligt politiek gezien een stuk ingewikkelder, vanwege zijn omvang en vanwege de soort macht dat het in het verleden is geweest. Maar ik zou graag te maken willen krijgen met de problemen die een aanvraag van een democratisch Rusland met zich meebrengt. Europa moet blijven openstaan voor Rusland.”

Gierig
In uw boek ‘Geschiedenis van het verleden’ beschrijft u dat u te voet de grens tussen Slowakije en de Oekraïne heeft overgestoken. U zegt, ‘dit is een grens’, waarmee u vooral het corruptievraagstuk bedoelt.
“En de aard van het regime.”

Is dat iets wat kan veranderen?
“Het is geen scheidslijn á la Huntington. De grens die ik overstak was er een tussen twee gebieden die beide voor 1939 onderdeel uitmaakten van Tsjechoslowakije. Het punt is echter dat de cruciale determinant niet een culturele of historische is, maar een politieke. En daarom per definitie te veranderen. Het is duidelijk dat het veranderen van die politiek in de Oekraïne nog veel tijd in beslag zal nemen.
Er zijn een heleboel mensen op belangrijke posities in West-Europa die, als je ze midden in de nacht wakker zou maken en zou vragen ‘waar is Europa’, zouden antwoorden dat Europa ergens in Duitsland ophoudt. Het is denk ik ook waar dat mensen van 25 jaar een iets bredere definitie van Europa hebben geaccepteerd.”

De Oost-Europese politieke elite heeft het idee van Europa als gemeenschap van waarden geaccepteerd; men wil daar bij horen. Maar kunnen de gewone Polen, Hongaren of Tsjechen, die waarschijnlijk geen vermoeden hebben waar de Europese waarden voor staan dat ook? Kunnen we van hen verwachten dat zij net zo volledig zullen deelnemen als West-Europeanen die al veertig of vijftig jaar aan het idee van een gemeenschap hebben kunnen wennen?
“Een Nederlandse bewindspersoon zei onlangs op een congres: ‘Ik ken weinig Nederlandse Europeanen’. Ook in onze landen is er weinig identificatie met Europa. Misschien is er in Polen, Tsjechië, Slowakije wel meer. Europa is hun ideaal. U kent de uitdrukking: omdat ze het vijftig jaar hebben moeten missen, waarderen ze het nu. Ik weet niet of dit de publieke opinie in Tsjechië is. Er zijn op dit moment slechts twee kandidaat-lidstaten waar meer dan vijftig procent van de bevolking vóór toetreding is. Dat is zonder twijfel een probleem; een probleem dat we deels zelf hebben veroorzaakt omdat we Europa geïdealiseerd hebben. Als deze landen dan vervolgens worden geconfronteerd met de realiteit van een zeer gierige Europese Unie, haken ze af.”

Vijftig jaar communisme heeft in deze landen niet voor een grote democratische traditie gezorgd. Is er uiteindelijk toch niet nog zoiets als een onzichtbare muur?
“U zegt dat deze landen ondemocratische tradities hebben, maar bedoelt u dan iets anders dan de ondemocratische tradities van Spanje en van het vooroorlogse Italië? In 1935 was Tsjechoslowakije een van de meest volwassen democratieën in Europa. Dat kan niet worden gezegd van Duitsland, Italië en Spanje, die nu volwassen democratieën zijn. Het debat wordt gekenmerkt door een tamelijk simplistische geschiedenisopvatting. Dat gezegd hebbende, is het natuurlijk zo dat politieke culturen en politieke tradities ertoe doen. Ik vind het verbazingwekkend hoe snel een land als Polen, en ook Hongarije, zich heeft getransformeerd. Tien jaar geleden had ik niet gedacht dat het zo snel zou gaan.”

Zowel in 1990 als in 1999 heeft u de EU verweten dat er te weinig hulp aan de voormalig Oostbloklanden werd geboden. Maar is het achteraf misschien niet beter dat deze landen op eigen kracht zijn opgeklauterd? Zij zijn nu niet, zoals Oost-Duitsland, opgeslokt door het westen, en hebben niet zoals veel mensen uit voormalig Oost-Duitsland het gevoel dat zij hun ziel hebben verloren?
“We hadden een middenweg moeten kiezen. Ik denk dat we genereuzer hadden kunnen zijn ten opzichte van de Oost-Europeanen en onze markten meer open hadden moeten stellen voor hun arbeid, goederen en ideeën. Een bevriende Poolse diplomaat vertelde me eens over de gesprekken met de NAVO, dat ze toen onmiddellijk het gevoel kregen dat men de Polen er graag bij wilde hebben, dat men oprecht meende dat het een goede zaak voor Europa zou zijn. Maar aan tafel bij de EU kreeg men het gevoel met mensen te praten die alleen maar problemen zagen. En die ongeacht het onderwerp naar de deur keken. Ik denk dat de hele benadering in dat opzicht armzalig is geweest. En dat de Kosovaren en de Bosniërs, meer nog dan de Polen, daar nu de prijs voor betalen.”

Missionaris
U zegt dat de toelating van Turkije als kandidaat-lidstaat een grote doorbraak was. Zal Turkije daadwerkelijk toetreden? Of zal het land zich richten op Centraal-Azië en, als daar vrede is, het Midden-Oosten?
Turkije toelaten tot de EU is een beslissende stap omdat het een land is met 66 miljoen mensen, voornamelijk islamitisch en woonachtig in Azië. Het is voor sommigen misschien jammer, maar dat is echt een grote stap. We hebben hen ook bijna veertig jaar, vanaf 1964, laten wachten. Ik kan me goed voorstellen dat men nog een paar jaar wacht. De schuld ligt grotendeels aan Turkse kant. Als het land daadwerkelijk lid wil worden dan zal het moeten nadenken over mensenrechten, rechten voor minderheden, enzovoorts.
Mag ik nog een opmerking maken over Turkije? Als we Turkije zouden accepteren dan gaan we over de historische grenzen van Europa heen. Dat is geen probleem als we Europa opvatten zoals ik denk dat we haar moeten opvatten, als één van de bouwstenen van een kleine wereld. Idealiter is het vraagstuk kiezen tussen Europa of Azië – ‘ben ik in Europa of in Azië’ – irrelevant als ook Azië zijn eigen versie van een liberale orde zou hebben. Als Azië iets dergelijks zou hebben, verschillend maar op fundamentele punten gelijk aan onze orde, dan zou het voor Turkije niet de alles-of-niets beslissing zijn die het nu is.”

Hetzelfde geldt voor de Maghreb, voor Noord-Afrika. De Nederlanders, Duitsers, Engelsen focussen op Oost-Europa, maar de Spanjaarden en Italianen hebben sterke banden met de andere kant van de ‘Mare Nostrum’.
“We hebben al een klein stukje zee overgestoken toen we Turkije het lidmaatschap aanboden. We zouden een veel groter stuk zee moeten oversteken om het ook aan Noord-Afrika aan te bieden. Er is dan ook geen duidelijke grens meer, geen plaats om te stoppen. Waarom wel Marokko maar niet Egypte? Ik denk niet dat we het moeten doen. Maar als we gaan zeggen dat Marokko geen Europees land is, dan moeten we onze formulering heel voorzichtig kiezen en duidelijk maken dat we daarmee níet bedoelen dat Marokko een marginaal of onderontwikkeld land is. Ons probleem is dat we aan de ene kant proberen Europa op positieve wijze te identificeren met bepaalde waarden, maar aan de andere kant niet willen zeggen dat een land niet Europees is en daarom niet in staat om diezelfde waarden te realiseren.”

U ziet Europa dus als een geografische constructie en niet als een politieke en een culturele?
“Ik denk dat Europa beide is. Het gaat zoals zo vaak om een combinatie van geografie en cultuur. Als je Europa alleen als een politieke constructie zou zien, op het niveau van waarden en politieke systemen, dan zou je Noord-Amerika denk ik ook mee moeten nemen. Je zal dus drie hokjes moeten aankruisen: politiek, cultuur en geografie, eentje volstaat niet. Ik kan me niet voorstellen dat Noord-Amerika ook lid wordt, echt niet. Dat is ook het enige punt dat Huntington goed heeft gezien, dat Europa niet het centrum van de Westerse beschaving is.
Als we ons proberen voor te stellen hoe een bijna perfecte wereld er over dertig jaar uitziet, dan bestaat die uit een Europese Unie, een Amerikaanse Unie, een Afrikaanse Unie en een Unie voor het Midden-Oosten. Omdat Azië zo groot en divers is, denk ik dat daar misschien meer dan één Unie zou zijn. Ik denk dat we in dit opzicht trots op onszelf kunnen zijn. We hebben nu een niet-hegemonistische orde van staten, een model dat weliswaar complex is maar dat niemand anders heeft. Latijns-Amerika en Afrika zijn mijlenver verwijderd van wat wij hebben gedaan. En ik denk dat idealiter Israël onderdeel uitmaakt van de Unie van het Midden-Oosten, dat zou het ideaal zijn. Maar het Midden-Oosten, meer nog dan Afrika, is nog lichtjaren verwijderd van een dergelijke Unie.”

U kent ongetwijfeld de term ‘Vergangenheitsbewältigung’ [verwerking van het verleden; red.]. Deze term wordt in de discussie over de uitbreiding niet vaak gebruikt. Denkt u dat voor het ontwikkelen van een stabiele democratie een zekere ‘Vergangenheitsbewältigung’ noodzakelijk is?
“Ik heb hier veel over nagedacht en onderzoek naar gedaan; om te beginnen mijn eigen ervaringen met de dossiers van de Stasi. Het is een soort volkswijsheid om te zeggen: ‘Diegenen die het verleden vergeten, zijn gedoemd haar te herhalen’. Spanje heeft na Franco het verleden op geen enkele wijze onder ogen gezien. Het koos voor amnestie en amnesie, geheugenverlies. Toch is het een tamelijk stabiele democratie. Er bestaat dus geen universele wet die zegt dat je het alleen redt als je het verleden onder ogen ziet. Polen heeft op dit terrein de afgelopen tien jaar ook niet veel gedaan, het begint er nu pas mee. Ik denk wel dat je kan zeggen dat er een duidelijke samenhang bestaat tussen landen met een stabiele democratie en landen die op de een of andere manier hun verleden onder ogen hebben gezien. Hoe de causaliteit loopt is echter lang niet altijd duidelijk: het kan zijn dat het onder ogen zien van het verleden de democratie helpt versterken; het is ook mogelijk dat een land omdat het een stabiele democratie is, in staat is het verleden onder ogen te zien.”

Ziet u de uitbreiding van de Europese Unie als een beschavingsoffensief?
“Ik zou het nooit zo formuleren. Het klinkt nogal neokoloniaal: de witte mannen die de beschaving komen brengen. Het suggereert dat anderen niet beschaafd zijn. Ik zie ‘Europa’ meer als een liberale en democratische uitnodiging. Zo zou ik het eerder formuleren. Een missionaris gaat naar buiten om te bekeren; een imperialist gaat naar buiten en zegt: ‘We nemen jullie over en zullen jullie beschaven’. Wij zijn beter te vergelijken met verkopers die de wereld intrekken en zeggen: ‘We hebben dit fantastische product. Het is van jullie als jullie het willen hebben, maar jullie moeten dan wel je gedrag aanpassen’.”

Joost Lagendijk en Jan Marinus Wiersma zijn lid van het Europese Parlement voor respectievelijk GroenLinks en de PvdA; dit najaar verschijnt van hen het boek 'Brussel - Warschau - Kiev, op zoek naar de grenzen van de Europese Unie' (uitgeverij Balans).

 Kijk ook op www.dehelling.net