De Telegraaf meldt vandaag, dat het ministerie van Defensie een zeer privacy-gevoelige enquête afneemt bij de partners van uit te zenden militairen. GroenLinks vindt dit merkwaardig en wil dat Minister Kamp hier opheldering over geeft. Mariko Peters heeft daarom de volgende Kamervragen gesteld.

Schriftelijke vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Defensie over een enquête onder partners van militairen naar onder meer seksuele intimiteit.

1.
Klopt het dat Defensie een enquêteformulier heeft verstuurd naar partners van militairen die uitgezonden worden naar Afghanistan, waarin vragen staan als "hoe seksueel intiem bent u met uw levenspartner" en "in hoeverre houdt u van uw partner op dit moment"? (1)

2.
Klopt het dat Defensie wil weten of de reflectanten "ooit aan scheiden of uit elkaar gaan hebben gedacht"? Kopt het dat Defensie de reflectanten ook vraagt te reageren op stellingen als "ik ben niet gelukkig met karaktertrekken van mijn partner", "ik heb het gevoel dat mijn partner me niet begrijpt”, en "ik ben bang dat ik niet trouw blijf tijdens zijn afwezigheid"?

3.
Waarom heeft u de partners van de betreffen de militairen gevraagd deze enquête in te vullen? Wat is de relevantie van de onderzoeksgegevens door Defensie?

4.
Kunt u exact beschrijven hoe de gegevens worden verwerkt, door wie en waartoe ze worden gebruikt, en hoe lang ze worden bewaard?

5.
Acht u het opportuun dit soort intieme vragen aan partners van werknemers voor te leggen? Zo ja, wat rechtvaardigt deze inbreuk op de privacy door Defensie als werkgever?

6.
Waarom acht Defensie het nodig om maar liefst 123 vragen van bovengenoemde strekking te stellen? Waarom meent Defensie de betreffende personen zo uitgebreid te moeten bevragen?

7.
Wat zijn de consequenties voor partners en de betreffende militairen als de enquête niet wordt ingevuld?

8.
Acht u het mogelijk dat respondenten zich gedwongen voelen om de enquête in te vullen, terwijl ze dat eigenlijk niet willen, omdat zij vrezen voor consequenties in de arbeidsverhouding van hun partner met Defensie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, acht u het dan opportuun om de respondenten aan deze druk bloot te stellen? Wat betekent dit voor de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten?

9.
Defensie belooft in een begeleidende brief om de antwoorden vertrouwelijk te behandelen, maar partners die de enquête niet invullen krijgen na korte tijd een oproep om alsnog hun medewerking te verlenen. Hoe verklaart u dat? Klopt het dat alle vragenlijsten een uniek nummer hebben? Zo ja, hoe kunt u de anonimiteit dan garanderen? Zo nee, hoe kunnen de betreffende personen dan alsnog benaderd zijn?

(1) De Telegraaf, 25 januari 2007.