De Europese Commissie dreigt de plannen van de Nederlandse regering voor gasboringen in de Waddenzee te dwarsbomen. Dit blijkt uit een antwoord van milieucommissaris Wallström op een schriftelijke vraag van GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo.

De commissie Meijer adiseerde de regering  op 1 april 2004 gasboringen in de Waddenzee toe te staan. De Europese Commissie neemt de uitzonderlijke stap om de Nederlandse  regering een waarschuwingsbrief te sturen nog voordat het kabinet een  formeel besluit over de Waddenzee heeft genomen. 

Centraal  onderdeel in de argumentatie van de commissie Meijer is de verwachting dat  zand uit de Noordzee na enige tijd de bodemdaling in de Waddenzee,  veroorzaakt door gasboringen, zal compenseren.  

De Europese Commissie is van mening dat op ieder moment aan de Europese  natuurwetten zoals de vogel- en habitatrichtlijn moet worden voldaan.  Natuurcompensatie voor de Waddenzee op een later tijdstip accepteert   milieucommissaris Wallström niet.  

Hieronder het antwoord van de Commissie en de eerdere vraag van De Roo.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
datum: 30 april 2004

Betreft: Gasboringen significante bedreiging voor Waddenzee 

De Waddenzee is een gebied dat moet worden beschermd op grond van zijn  status van speciale beschermingszone in de zin van Richtlijn 79/409/EEG van  de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand en in de zin  van Richtlijn 92/43/EG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding  van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna . 

1. Het geachte Parlementslid wijst er terecht op dat geen van de hierboven  vermelde richtlijnen voorziet in een koppeling van de in artikel 6, lid 3,  van Richtlijn 92/43/EG bedoelde significante gevolgen aan een tijdsfactor.  Indien de beoordeling indicaties bevat dat een plan of project bepaalde  gevolgen zal hebben, moeten die gevolgen, ongeacht de termijn waarbinnen ze  optreden, bijgevolg als deel van het beoordelingsproces worden beschouwd. 

2. De Commissie deelt de mening dat de aardgasboringen in de Waddenzee  gevolgen kunnen hebben voor het betrokken beschermde gebied en verwijst het  geachte Parlementslid in dit verband naar het antwoord van de Commissie op  schriftelijke vraag P-1108/04 van mevrouw Corbey .  De Commissie zal de Nederlandse autoriteiten in een aan de Permanente  Vertegenwoordiging van Nederland gerichte brief herinneren aan de  verplichtingen die zij in dit verband in acht moeten nemen in het kader van  Richtlijn 92/43/EEG. 

Schriftelijke vraag van Alexander de Roo (Verts/ALE)

datum: 31 april 2004 
Betreft: Gasboringen significante bedreiging voor Waddenzee

 

De door de Nederlandse regering aangestelde commissie-Meijer (september  2003) beweert dat er geen significante gevolgen voor de natuur in de  Nederlandse Waddenzee zijn te verwachten als gevolg van eventuele  aardgaswinning onder diezelfde Waddenzee. De ervaring met de gaswinning  (sinds 1986) op Ameland-Oost leert dat de bodem van Ameland-Oost daardoor  elk jaar 1,5 cm zakt. De aardgaswinning in de provincie Groningen levert  hetzelfde beeld op. De bodem in Groningen is ter plaatse van de gasboringen  30, 40 en soms wel 50 cm gedaald, vergeleken met het begin van de  aardgaswinning zo'n 35 jaar geleden (bron: Energieverslag Nederland, 1998).  Daarnaast vormt de zeespiegelstijging een grote bedreiging voor de unieke  natuur van de Waddenzee en Waddeneilanden. Recente berekeningen geven aan  dat 10 tot 20 % (bij gematigde of extreme klimaatverandering) de komende 50  jaar verloren zal gaan. Op sommige plekken dreigt wel 30 tot 40 % verloren  te gaan. Door eventuele nieuwe gasboringen onder de Waddenzee komt daar een  grote significante bedreiging bij. 

1. Gasboringen kunnen een significante bedreiging vormen voor de natuur  van de Waddenzee. De slikken en schorren dreigen verloren te gaan door de te  verwachten daling van de bodem van de Waddenzee ten gevolge van nieuwe  gasboringen. Dit speelt niet op een termijn van 5 jaar met 5 cm bodemdaling,  maar wel op de middellange termijn. In de Europese Vogel- en  Habitatrichtlijn staat niets over de factor tijd. Is de conclusie  gerechtvaardigd dat een bedreiging, die pas na enkele jaren significant  wordt, evenzeer telt als een significante dreiging in vergelijking met  onmiddellijke significante gevolgen voor de natuur? 

2. In het belang van de unieke natuurwaarden van de Waddenzee, het  belangrijkste natuurgebied in Nederland, verzoek ik de Europese Commissie  serieuze aandacht aan deze zaak te geven en in het regelmatige overleg  tussen de Europese Commissie en de Nederlandse regering over de  implementatie van de Vogel- en de Habitatrichtlijn de Nederlandese regering  op de mogelijk inbreuk van geldend EU recht te wijzen. Is de Europese  Commissie voor één keer bereid om niet te wachten totdat de Nederlandse  regering een eventueel besluit over gasboringen onder de Waddenzee heeft  genomen, maar zich nu al uit te laten over een mogelijke significante  inbreuk op de EU-natuurregelgeving ten gevolge van bodemdaling veroorzaakt  door eventuele gasboringen?