Om de eurocrisis op te lossen moet Brussel meer macht krijgen. Die macht moet wel democratisch gecontroleerd worden. Het bestuur in Brussel dient niet langer door nationaal handjeklap te worden bepaald, maar op basis van de uitslag van Europese verkiezingen, stellen fractievoorzitter in de Tweede Kamer Jolande Sap en Europarlementariër Bas Eickhout van GroenLinks in een opiniestuk in de Volkskrant.

Ondanks dat Griekenland slechts 2 procent van de Europese economie beslaat, heeft de Griekse begrotingscrisis ertoe geleid dat het voortbestaan van de euro nu op het spel staat. De reden? Europese regeringsleiders hebben geen enkel moment vertrouwen weten te wekken dat een bankroet van Griekenland niet gevolgd zou worden door een faillissement van andere, grotere economieën. En dus vluchtten beleggers eerst weg uit kleine economieën als Ierland en Portugal, maar later ook uit Spanje en Italië en inmiddels zelfs uit de hele eurozone, waardoor ook de Nederlandse staat meer rente moet betalen voor zijn leningen. De paniek op de markten is veroorzaakt door dralende politici.

Economisch gezien is het vrij eenvoudig om de markten tot rust te brengen: het euro-noodfonds moet groot genoeg worden om zelfs land als Italië en Spanje overeind te houden, op voorwaarde dat zij doorgaan met hervormen. Daartoe moet het fonds gevoed worden door de Europese Centrale Bank (ECB) en dan wordt het probleem politiek. Frankrijk roept al langer om een grotere rol voor de ECB, maar dat stuit op hevige weerstand bij Duitse politici en burgers. Voordat bondskanselier Merkel haar verzet opgeeft, moet zij wat terugkrijgen. Vandaar dat zij hamert op een wijziging van de Europese verdragen teneinde een nog strenger begrotingstoezicht vanuit Brussel te organiseren.

De eurotop zou wel eens een klassiek Frans-Duits compromis kunnen opleveren: een omfloerste formule die de ECB ruimte biedt om resoluut in actie te komen, gekoppeld aan strenge woorden over begrotingsdiscipline en een snelle verdragswijziging.

Ingrijpen

Deze oplossing kan de markten even geruststellen, maar gaat voorbij aan twee fundamentele problemen. Het wantrouwen tegenover de euro wordt niet alleen veroorzaakt door hoge overheidsschulden, maar ook door de grote verschillen in concurrentievermogen tussen de eurolanden, door de uit z'n voegen gegroeide bankensector en door de magere groeivooruitzichten. Daarom is het beperken tot aanscherping van Europese begrotingstoezicht onvoldoende.

Brussel moet ook meer armslag krijgen om economische onevenwichtigheden aan te pakken - inclusief het Duitse en Nederlandse exportoverschot -, om belastingen te coördineren, om in te grijpen bij banken en om een slimme investeringspolitiek op te zetten, gericht op duurzame sectoren met toekomstperspectief. Niet alleen omwille van de markten, maar vooral ook voor de burgers.

Wie lacht om de Occupy-beweging ziet niet dat deze juist de eenzijdige obsessie met bezuinigen bekritiseert. Zonder een perspectief op een rechtvaardiger economie zal de Europese Unie steeds sterker geassocieerd worden met kil afbraakbeleid.

Dat brengt ons bij het tweede fundamentele probleem: het draagvlak voor de EU en de euro. Dat zal verder afkalven, als politici geen beter verhaal gaan vertellen over Europa. We hebben Brussel niet alleen nodig voor begrotingstoezicht, maar ook om de speelruimte voor democratische besluitvorming terug te veroveren op de markten. Willen we in de wereld nog een rol van betekenis spelen tussen de reuzen als China, India en de Verenigde Staten, dan zal Europa haar krachten moeten bundelen. Het is symbolisch dat op de beslissende dag van de eurotop ook de klimaattop in Durban eindigt. Een overtuigend optreden van de EU aldaar kan het verschil maken tussen een doorbraak en een fiasco in de strijd tegen klimaatverandering.

Eerlijk verhaal

Politici moeten ook een eerlijker verhaal vertellen: we gaan op weg naar een federaal Europa. Elke andere optie leidt tot ontmanteling van de euro. Maar zo'n federatie moet ook democratisch gelegitimeerd zijn. Het bestuur in Brussel dient niet langer door nationaal handjeklap te worden bepaald, maar op basis van de uitslag van Europese verkiezingen. Het Europees Parlement moet volledige controle krijgen over de Europese Commissie en moet Commissarissen individueel kunnen wegsturen. De economische integratie vraagt om een meegroeiende democratie op Europees niveau.

Dat betekent inderdaad een forse verdragswijziging en de tijd van heimelijke integratie is voorbij. Mensen verlangen eerlijkheid en openheid. De opdracht voor de korte termijn, het geruststellen van de markten, moet worden gecombineerd met een langetermijnperspectief op meer Europees handelingsvermogen én democratie. Voor de verdragswijziging moet daarom een Conventie worden bijeengeroepen, waarin naast regeringsvertegenwoordigers ook nationale en Europese parlementariërs meepraten, in volle openbaarheid.

Laten we hopen dat de regeringsleiders de benodigde moed weten op te brengen. Het zou ons een nieuwe allesbeslissende eurotop schelen in januari.

Lees meer in ons dossier Eurocrisis