De uitslag van de verkiezingen sloeg bij veel mensen in mijn omgeving in als een bom. Ik kreeg regelmatig de vraag ‘Wat nu?’. De vraag kwam in het bijzonder van - jonge – moslims. Naarmate de kans van slagen van het rechtse kabinet toenam, nam ook het aantal vraagstellers toe. Soms zelfs tot vervelens toe. Aan de vraagstellers was duidelijk te zien dat zij onzeker waren over de toekomst. Alsof er in hun leven iets ergs stond te gebeuren na de monsterzege van Wilders en zijn toenadering tot de macht.
/* /*]]>*/
Toegegeven, sommige vraagstellers vond ik te makkelijk in de slachtofferrol vervallen. Eén daarvan is een buurtgenoot die toch echt geen lieverdje is. Hij maakte zich druk over wat hem zou worden aangedaan, terwijl hij zelf zelden compassie toont met een ander. En dat is nog zachtjes uitgedrukt.
Toch leek het merendeel van de mensen die mij aansprak oprecht bezorgd over hun toekomst, en de toekomst van Nederland. De twee studentes in de trein, de beschonken jongen in de Paradiso, mijn bovenbuurman in het trapportaal, een vriendin van mijn moeder, de jongens op het pleintje in de buurt: allemaal bezig met de opmars van de PVV en allemaal nieuwsgierig naar een geruststellend antwoord op hun vragen. Zoals: Wat gaat Geert Wilders doen? Kan ik met mijn twee paspoorten worden uitgezet? Moet ik mijn hoofddoek afdoen? Wordt de Koran een verboden boek? Mag de moskee nog wel open blijven? Moeten we emigreren? Is dit het begin van de-islamisering? De vraag die nog wel het meest terugkeerde in mijn contacten was: En nu, wat gaat er gebeuren?
Soms probeerde ik uit te leggen dat de PVV niet deel gaat nemen aan de regering, maar slechts gedoogsteun geeft aan een minderheidskabinet. Een wazige blik in hun ogen was het resultaat. Gedoogsteun wat is dat? Heeft hij nu wel of geen macht? Wilders onderhandelde toch mee? Zijn de VVD en het CDA het nu wel of niet eens met de PVV? De jongeren begrijpen er maar weinig van. Wat natuurlijk ook niet zo gek is. Op een gegeven moment legde ik de gedoogconstructie maar niet meer uit.
Veel belangrijker voor deze Nederlanders was mijn antwoord op de vraag of Geert Wilders een bedreiging voor hen is nu de PVV tegen de macht aanschuurt. Het antwoord dat ik hen gaf en nu weer luid en duidelijk geef, is eigenlijk heel simpel: de PVV is geen bedreiging voor jou, jij bent een bedreiging voor de PVV. Geert Wilders krijgt knikkende knietjes en klamme handjes van jou omdat één blik op jou hem stamelend achterlaat met een mond vol tanden.
De twee rechtenstudentes zijn namelijk niet bezig met de sharia, maar met onze rechtsstaat. De jongen in Paradiso voelt zich moslim, maar ook vrij om een wodka-7-up te drinken. Mijn bovenbuurman bidt vijf keer per dag en laat zijn dochters vrij in hun keuze een hoofddoek te dragen. De vriendin van mijn moeder is getrouwd met een Surinaamse Nederlander en trekt zich niks aan van de sociale druk tegen hun huwelijk. De jongens uit de buurt hebben een hekel aan Geert Wilders, maar verdedigen zijn vrijheid van meningsuiting.
Mijn antwoord aan alle - jonge - moslims is: claim je eigen geloof en succes. Laat je noch door radicale islamcritici, noch door radicale moslims gevangen houden in hun interpretatie van jouw geloof en in je potentie. Sta niet passief langs de zijlijn toe te kijken naar de manier waarop je onderwerp bent geworden van een heftig debat. Wees mondig en vol zelfvertrouwen. Wees moslim met opgeheven hoofd. Word een voorbeeld voor anderen. Dát is het meest overtuigende en onweerlegbare bewijs van het ongelijk van Geert Wilders. Jij moet niet bang zijn voor hem. Hij is bang voor jou.
Tofik Dibi