'A round for free', zo betitelt de Europese Commissie de onderhandelingsronde over wereldhandel die deze maand moet worden afgesloten: een gratis rondje voor de ontwikkelingslanden. Wie de uiteindelijke voorstellen van 's werelds grootste handelblokken voor een akkoord in Hong Kong bekijkt zoekt echter vergeefs naar het ontwikkelingsaspect. "Het is me niet duidelijk voor wiens problemen deze voorstellen een oplossing moeten bieden, niet voor die van de allerarmsten in ieder geval," reageert europarlementariër Kathalijne Buitenweg.

Een van de uitgangspunten voor de zogenaamde 'Doha ontwikkelingronde' - de onderhandelingsronde tussen leden van de Wereldhandelsorganisatie die moet leiden tot nieuwe afspraken voor de wereldhandel - was de constatering dat 40 jaar ontwikkelingshulp onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. Nieuwe handelsregels zouden de ontwikkelingslanden in staat moeten stellen beter te profiteren van de handelsstromen, en zo de armoede de baas te worden. Terugdringen van de armoede in de wereld werd in alle bijdragen van politici over de WTO verheven tot het centrale doel van de onderhandelingen.

En het mankeert de Europese en Amerikaanse onderhandelaars niet aan retoriek om hun voorstellen voor nieuwe handelregels als altruïstisch aan te prijzen. Met grootse gebaren wordt er gesneden in exportsubsidies en in steun aan de eigen landbouw. GroenLinks-er Buitenweg: "Als je eurocommissaris Mandelson, de Europese onderhandelaar, hoort zeggen dat de EU 70 % van haar handelsontwrichtende landbouwsubsidies wil schrappen, denk je 'goh, die voegt de daad bij het woord'. Het is dan ook heel teleurstellend als na goed lezen van de voorstellen blijkt dat in de praktijk de EU geen cent minder hoeft uit te geven aan subsidies. Onder meer door creatief boekhouden en door te snijden in de maximaal toegelaten steun in plaats van in de daadwerkelijke steun. Daarmee toont de Commissie haar ware gezicht."

Niet alleen als het om afbouw van landbouwsubsidies gaat spreekt de Europese Commissie, en ook de Nederlandse regering, die de lijn van Mandelson steunt, met een dubbele tong. Wat bijvoorbeeld te denken van de Europese steun voor het Amerikaanse voorstel om ontwikkelingslanden de mogelijkheid te ontnemen bezwaar te maken tegen subsidies die onverhoopt hun interne markt ernstig schaden, zolang deze subsidies binnen de WTO-afspraken vallen? Of van het voorstel om de ontwikkelingslanden te dwingen drastisch te snijden in de invoertarieven voor industrieproducten, zodat hen iedere mogelijkheid ontnomen wordt om hun prille industrieën te beschermen tegen Europese bulkgoederen?

Onlangs heeft de Groene fractie in het Europees Parlement in Marseille een grondig intern debat gevoerd over wereldhandel. Duidelijk werd dat de Groenen geen heil zien in de oplossing die sommige radicale antiglobalisten aandragen, namelijk het opheffen van de Wereldhandelsorganisatie en een terugkeer naar nationale zelfvoorziening. Buitenweg: "Dat zou een terugkeer naar bilaterale handelsverdragen betekenen. Daarbij is de rijkste partner altijd de machtigste en moet de armste het onderspit delven. We hebben een multilateraal handelssysteem nodig om de wereldhandel solidair te organiseren."

"Maar," vervolgt ze, "dat betekent niet dat de vrije markt altijd de oplossing is. Het is onzin om te stellen dat de geweldige economische groei in bijvoorbeeld Oost-Azië het product is van vrije handel. De landen in kwestie hebben zich juist kunnen ontwikkelen door afscherming van de eigen markt en door stimulering van de uitvoer. De minst ontwikkelde landen moeten in de toekomst ruime mogelijkheden behouden om hun eigen markt te beschermen tegen dumping."

De Groenen belegden recentelijk een conferentie in het Europees Parlement, waarbij ook eurocommissaris Mandelson zelf aanwezig was. Hij werd geconfronteerd met een door Europese ontwikkelingorganisaties en progressieve politieke stromingen opgestelde lijst concrete punten die van de Doha-ronde alsnog een echte ontwikkelingsronde kunnen maken. Dit houdt onder meer de afschaffing per 2010 van exportsubsidie voor landbouwproducten in. Engeland had hiertoe een voorstel gedaan, wat door andere EU-landen, waaronder Nederland, getorpedeerd werd. Verder moeten ontwikkelinglanden het recht krijgen om hun landbouwmarkten af te schermen en moeten de rijke landen stoppen met druk uitoefenen op ontwikkelingslanden om basisvoorzieningen als water, gezondheidszorg en onderwijs te liberaliseren.

Meer dan beleefd luisteren naar deze aansporingen hoefde de Commissaris echter niet te doen. Zijn onderhandelingsmandaat krijgt hij van de nationale regeringen, niet van het Europees Parlement. Buitenweg: "Voor eerlijke handel is het jammer dat de Europese Grondwet door Nederland en Frankrijk is verworpen. De Grondwet bepaalde dat het Europees Parlement medewetgever werd op het gebied van handel, wat de democratische controle op de WTO-onderhandelingen vergroot zou hebben." Het is haar duidelijk dat het niet de Nederlandse regering zal zijn die de Europese Commissie alsnog op de vingers zal tikken.

Onlangs nog antwoordde Staatssecretaris Nicolaï op vragen van GroenLinks Tweede-Kamerlid Farah Karimi over de doelstellingen van de WTO-onderhandelingen: "Een tweede doelstelling van de WTO-onderhandelingen is inderdaad het helpen van ontwikkelingslanden. Maar natuurlijk is het primaire doel goede werkgelegenheid in Europa." Een uitspraak die de verdienste heeft duidelijker te zijn dan de retoriek van Mandelson & co. En die Kathalijne Buitenweg alsnog een antwoord geeft op haar vraag voor wie de nieuwe handelsregels eigenlijk goed moeten zijn. Namelijk voor onze eigen economie.