Wat gaat er met de initiatiefwet Wet Open Overheid (Woo) veranderen ten opzichte van de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob)? Veel. Op de eerste plaats krijgen burgers, journalisten en onderzoekers meer toegang tot informatie van de overheid. Daarnaast gaan overheden meer informatie uit zichzelf openbaar maken. Bovendien wordt er een halt geroepen aan personen die Wob-verzoeken indienen voor financieel gewin. Concreet gaat de Woo leiden tot de volgende vijf wijzigingen.

1.    Informatiecommissaris

Met de Woo komt er een Informatiecommissaris. In de persoon van een ‘substituut ombudsman’ á la de Kinderombudsman. De Informatiecommissaris gaat gevraagd en ongevraagd advies geven over openbaarheid, hij doet aan voorlichting en opleidingen voor mensen die in de praktijk te maken hebben met de Wob en hij kan als onpartijdig deskundige gevraagd en ongevraagd zijn visie geven in zaken bij de bestuursrechter over openbaarheid. De Informatiecommissaris verbetert daarmee de kwaliteit van de primaire besluitvorming en actieve openbaarmaking. Dit leidt tot minder bezwaren en snellere besluitvorming.

Hoe verhoudt de Informatiecommissaris zich tot de Wob? Momenteel kent Nederland geen Informatiecommissaris. Landen zoals Ierland, Groot-Brittannië, Canada, Hongarije en Duitsland hebben hier goede ervaringen mee.

2.    Reikwijdte

De Wob is alleen van toepassing op bestuursorganen. De Woo bereidt de reikwijdte uit met a) de Kamers en de Verenigde vergadering der Staten-Generaal, b) de Raad van State uitgezonderd de Afdeling bestuursrechtspraak, c) de Algemene Rekenkamer, d) de Nationale Ombudsman en de substituut-ombudsmannen en de gemeentelijke en provinciale ombudsmannen, e) besturen van koepelorganisaties van openbare lichamen (VNG, IPO, UvW).

Voor wat betreft de semipublieke sector wordt het mogelijk om op maat de openbaarheid te verruimen. Bij AMVB kunnen semipublieke instellingen worden aangewezen, waarover de stukken die te maken hebben met het publieke karakter en de verantwoording dan bij een gelijktijdig aangewezen bestuursorgaan opgevraagd kunnen worden. Zo nodig vordert het bestuursorgaan die stukken bij de semipublieke instelling.

3.    Weigergronden

Met de Woo wordt het voor bestuursorganen minder makkelijk om een verzoek om informatie te weigeren. De volgende weigergronden worden daartoe gewijzigd:
 

  • Bedrijfs- en fabricagegevens: gaan van absoluut naar relatief. Dat wil zeggen dat het belang van openbaarheid moet worden afgewogen tegen de in de wet genoemde bijzondere belangen. Dus geen ongemotiveerde weigeringen meer.
  • Persoonlijke beleidsopvattingen: verzoekers moeten inzicht kunnen krijgen in feiten, overwogen voor- en nadelen, kansen en risico’s en overwogen alternatieven. Dat kan als ambtenaren deze scheiden van hun eigen opvattingen.
  • Restgrond: De Wob kent een restgrond, die te pas en te onpas – dat wil zeggen bóvenop andere weigergronden – wordt ingezet om stukken niet te openbaren. In de Woo is het niet meer mogelijk om de restgrond naast een andere weigergrond in te zetten. Zo wordt de restgrond waar hij ooit voor was bedoeld: een nooduitgang in plaats van een extra blokkade.
  • De rest blijft conform huidige Wob: zoals eenheid van de Kroon, veiligheid van de staat en bijzondere persoonsgegevens.

Hoe verhouden deze weigergronden zich tot de Wob? In de huidige situatie worden verzoeken te makkelijk en ongemotiveerd geweigerd. Op grond van de Woo moet het gebruik van uitzonderingsgronden zwaarder gemotiveerd worden

4.    Informatieregister

Voor het vergemakkelijken van Wob-verzoeken gaan bestuursorganen een via internet raadpleegbaar informatieregister bijhouden. In dat register wordt geregistreerd wat het bestuursorgaan volgens de Archiefwet moet bewaren (inkomende en uitgaande post, de belangrijkste interne stukken). Zo wordt door de Woo inzichtelijker wat voor een documenten een bestuursorgaan in huis heeft waar verzoekers toegang toe hebben. Documenten waarvan al is bepaald dat zij openbaar zijn, kunnen via het register worden opgeroepen. Voor andere documenten kan een gericht verzoek worden ingediend. Om kosten te besparen, wordt een dergelijk systeem ingevoerd op het moment dat een bestuursorgaan van plan is om aanpassingen te doen aan haar informatiesysteem of van plan is een nieuw systeem op te tuigen. De voortgang van het register kan gemeten worden in de jaarrapportage van de Informatiecommissaris en in jaarplannen en -verslagen van de bestuursorganen.

Hoe verhoudt dit register zich tot de Wob? Op grond van de Wob bestaat geen verplichting om een overzicht van aanwezige informatie ter beschikking te stellen. Wel moeten ambtenaren een verzoeker behulpzaam zijn bij het opstellen van een verzoek.

5.    Misbruik

In de Woo is de koppeling met de Wet dwangsom losgelaten. Dit is een wens die in de politiek en bij bestuursorganen breed wordt gedeeld. Nu komt het voor dat burgers een verzoek om informatie indienen om hier geld aan te verdienen.

Hoe verhoudt dit zich tot de Wob? De huidige Wob is gekoppeld aan de Wet dwangsom. Burgers kunnen daardoor de Wob misbruiken voor financieel gewin. Overheden moeten nu binnen zes weken op een verzoek reageren, want anders kan de verzoeker een dwangsom eisen, oplopend tot 1.260 euro.

 

Download hier de Wet Open Overheid, het advies van de Raad van State en de Memorie van Toelichting.