Een paar weken nadat staatssecretaris Remkes pleit voor ruimer en groener wonen, komt minister Pronk tot de conclusie dat er helemaal geen ruimte is voor al die individuele wensen. Ineke van Gent is verbaasd over deze twee standpunten die binnen één minsterie worden uitgedragen. Daarom heeft zij kamervragen gesteld.

Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de minister van VROM

1. Wie voert vanuit het kabinet de regie als het gaat om de ruimtelijke ordening?

2. Kent u de artikelen in de Volkskrant van 2 mei 2000 ‘Randstad kan niet voldoende huizen bouwen’ en ‘Verdeling schaarse ruimte is bittere noodzaak’?

3. Bestaat er een notitie ‘Rekenen met ruimte’? Kan de Kamer deze notitie per omgaande krijgen? Zo nee, waarom niet?

4. Bent u van mening dat er in de Randstad maar 40% van de woningbehoefte voor de komende dertig jaar kan worden gebouwd? Hoe verhoudt uw constatering zich tot de stelling van Nirov-directeur Modder, dat het aantal inwoners in de Randstad bijna kan verdubbelen?

5. Welke prioriteiten worden gesteld en welke maatregelen voorbereid om de schaarse grond zo goed mogelijk te beschermen en te verdelen?

6. Hoe beoordeelt u het Handvest – met daarin een prominente roep om ruimere woningen op grotere kavels - dat staatssecretaris Remkes tijdens de BouwRai heeft ondertekend, in verhouding tot de door u geconstateerde spanningen tussen schaarse grond enerzijds en de vele claims anderzijds?

7. Is het volgens u mogelijk om individueel opdrachtgeverschap en de schaarse ruimte in Nederland met elkaar te verenigen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

8. Hoe kunnen economische ontwikkeling en individuele (woon-)wensen van burgers in een evenwichtige relatie worden gebracht met de schaarse ruimte in Nederland en de kwaliteit van de leefomgeving voor allen?

9. Past de binnenkort te verschijnen Nota Wonen binnen de rode en groene contouren van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening?