De urgentie van opwarming is onverminderd groot. Gevolgen voor leefbaarheid voor mens en dier kunnen rampzalig zijn. Momenteel koersen we af op 3,6 graden temperatuurstijging, aldus het IEA. Om die reden hebben de G7-landen besloten dat ze koste wat het kost moeten voorkomen dat de temperatuur met meer dan 2 graden stijgt. Nederland is van de EU-landen het verst verwijderd van de duurzame energiedoelstelling.

Productie en gebruik van duurzame (hernieuwbare) energie is een belangrijke pijler in het tegengaan van temperatuurstijging en maakt ons bovendien minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit bijvoorbeeld Rusland. Het is bovendien een belangrijk alternatief voor de gaswinning in Groningen.
 
Ook de belastinghervormingen moeten benut worden om een fundamentele stap in de richting van vergroening te zetten. Deze vorm van vergroening levert bovendien kansen voor de economie en werkgelegenheid op, evenals voor innovatie en besparing van kosten van grondstoffen.
 
Uitvoering geven aan het Energieakkoord, waarvan Wind op Zee deel uitmaakt, is wel het minste dat Nederland kan doen om opwarming tegen te gaan. Snelle uitvoering van de Wet Wind op Zee is daarin cruciaal, want elke dag vertraging maakt het moeilijker om de temperatuurstijging van meer dan 2 graden tegen te gaan.
 
Een belangrijke stap is de aanleg van windmolens op zee. GroenLinks steunt het wetsvoorstel dat leidt tot snellere, efficiëntere en tegen lagere (subsidie)kosten gerealiseerde windmolenparken op zee, vergelijkbaar met het Deense systeem. Behalve deze wet moeten ook aanverwante wetten zo snel mogelijk worden ingevoerd, zoals de Wet STROOM, die het beheer van stroomkabels in zee regelt.
 
Marijke Vos benadrukt bovendien dat nú geen realistische alternatieven voor handen zijn. Wind (op land én op zee) levert een veelvoud van bijvoorbeeld zonne-energie op. Toch gaat het Marijke om én-én. Het is alle hens aan dek met alle technieken die voorhanden zijn om de duurzame energiedoelstelling te halen.