GroenLinks vindt het woonakkoord dat coalitiepartijen PvdA en VVD vandaag sloten met D66, CU en SGP een stap vooruit ten opzichte van het regeerakkoord. Tegelijkertijd is het onvoldoende, omdat niet is gekozen voor een socialer en groener alternatief. Lees hieronder de reactie van Linda Voortman en onze inbreng tijdens de tweede termijn van het debat.
Linda Voortman:
"VVD-minister Blok wilde het akkoord per se rechtsom bereiken. Mensen met lage inkomens zijn niet ontzien, de investering in het duurzaamheidsfonds is zuinig en het is zonde dat er zo weinig op de koopmarkt gebeurt. Daarnaast ben ik bang dat de verhuurdersheffing van 1,75 miljard voor corporaties onvoldoende ruimte geeft om te investeren in hun woningvoorraad. Dat haalt de bouwsector niet uit het slop.''
GroenLinks wil dat het kabinet nu alsnog de tijd neemt om de zaken die op tafel liggen, goed uit te werken en daarbij ook de koopmarkt te betrekken. Opnieuw overhaast aan de slag gaan lijkt de partij geen goede zaak.
Lees hieronder onze inbreng tijdens de tweede termijn van het debat.
---
Voorzitter,
Ja: de doorstroming op de woningmarkt heeft een impuls nodig.
Ja: scheefhuren moet worden aangepakt.
Dus ja: de urgentie voor een woonakkoord is er.
Een woonakkoord had er linksom of rechtsom moeten komen. Het is een gemiste kans dat dat rechtsom is gebeurd. VVD-minister Blok koos niet voor het socialere en groenere alternatief. Want het alternatief voor progressieve samenwerking was voorhanden. Dat is jammer. Er had een akkoord kunnen liggen dat de mensen met de laagste inkomens ontziet. Een akkoord met grote ambities voor energiebesparing. Een akkoord dat niet bang is om ook hervormingen door te voeren op de koopmarkt.
Voorzitter,
Voor de minister was de datum van 1 maart heilig: dan moest dit voorstel door de Tweede en de Eerste Kamer zijn. Inmiddels weten we dat dit sowieso niet gaat lukken. En dat is geen ramp. Integendeel, het biedt een kans het debat zorgvuldig te voeren. Met het gat van tussen de 200 en 300 miljoen per jaar staat dit Kabinet en mogelijk de drie nieuwe gedoogpartners immers voor een nieuwe uitdaging. Ook nu is de vraag of dat gat linksom of rechtsom wordt opgevuld
Linksom kan het hier en nu. Door bijvoorbeeld meer te vragen van de mensen met hoge inkomens die in de sociale woningbouw wonen. Het is merkwaardig dat het nieuwe akkoord een grotere verbetering is voor de hogere inkomens, dan voor de middeninkomens. En het is een gemiste kans dat de lage inkomens niet worden ontzien. Ik wil allereerst van de minister weten of en zo ja hoeveel de lagere inkomens er netto op achteruit gaan rekening houdend met de huurtoeslag? Is de minister bereid om de huurverhoging inkomensafhankelijker te maken? Daarnaast wil ik een onderbouwing zien van de ingeschatte effecten voor de doorstroming waarbij de nieuwe plannen naast de oude worden gelegd. Het zijn toch de mensen met hoge inkomens die voor doorstroming en het tegengaan van scheefhuren moeten zorgen?
Daarnaast kan het linksom door de hypotheekrenteaftrek verder te beperken. Minister Blok gaf aan dat het gat een probleem is voor het hele kabinet. Ik vrees dat dat weer betekent dat de PvdA geeft en de VVD neemt. Waar wil de minister dat het kabinet extra in gaat snijden? De zorg, de sociale werkplaatsen, openbaar vervoer? Ik roep de minister op om eerst te kijken naar de koopmarkt. Zo kom je op een integrale visie op de woningmarkt. Wat nu op tafel ligt is geen woningmarktakkoord, maar een huurmarktakkoord. Het is onbegrijpelijk dat het heilige huisje van de hypotheekrenteaftrek in stand blijft en mensen tegelijkertijd gestimuleerd worden om in zee te gaan met een ‘Frisiafinancieringsconstructie: koop nu, betaal later’. Dat is onverantwoord. Ik herinner de minister graag aan een vrij recente uitspraak van de minister van Financiën over soepelere hypotheekregels: ''Ik geef u op een briefje dat als de begrotingscommissaris dat hoort, hij zegt: Nederland stelt de aanpak van zijn onevenwichtigheden wéér uit''. Graag een reactie.
Voorzitter,
Het lijkt moedig van de gedoogpartijen dat zij hun handtekening hebben gezet onder dit akkoord. Maar het is ook waaghalzerij. Zij hebben hun handtekening gezet onder een trits aan maatregelen waarvan we nog niet weten wat het precies betekent, wat het kost en wat de effecten zijn voor mensen.
Ten eerste komt er een hardheidsclausule voor chronische zieken en gehandicapten. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Betekent dit dat het amendement van collega Jansen en mij op een meerderheid kan rekenen? Zo nee, dan wil ik graag een toezegging dat de Kamer komt te spreken over de uitwerking van deze maatregel.
Ten tweede komt er een vereenvoudiging van het woningwaarderingsstelsel. Hoe dit voorstel eruit gaat zien moet nog blijken op Prinsjesdag. GroenLinks wil wel vast weten of de door de door de PvdA gevreesde Donnerpunten weer terugkomen?
Ten derde weten we niet of de doelstellingen voor energiebesparing gehaald kan worden. Dat zou mijn fractie echt een gemiste kans vinden. Want hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de markt 450 miljoen euro gaat investeren in energiebesparing? En waarom dan niet een genereuzer gebaar van de minister zelf? Door de crisisheffing voor hoge inkomens te verlengen is er meer mogelijk.
Ten vierde de huursombenadering. Dit woonakkoord is beperkt houdbaar. Op termijn komt er een huursombenadering. Het mooie daarvan is dat er geen privacyproblemen zijn. We weten nu niet hoe dit er precies komt uit te zien. Maar wat ik vooral niet begrijp is dat er niet metéén voor is gekozen. Dit systeem is in de samenleving, bij de corpraties en in de Eerste Kamer breed gedragen. Maar met dit akkoord moeten corporaties eerst het systeem van inkomensafhankelijke huur optuigen om over twee jaar over te gaan op de huursombenadering. Waarom wil de minister het niet in één keer goed doen?
Tenslotte is niet duidelijk hoe het gat tussen de hoge huurheffing en de lage huuropbrengsten vanaf 2014 wordt gecompenseerd. In het akkoord wordt dit probleem op het bordje van de corporaties geschoven. Dat betekent dat zij niet in staat zijn om te investeren in nieuwbouw en renovatie van de bestaande woonvoorraad. Kortom: geen impuls voor de bouwsector in de sociale woningbouw. Ik citeer collega Verhoeven: ‘de verhuurderheffing hangt nog steeds als een donkere wolk boven de minister, boven het kabinet, boven de huurders, boven de woningbouwcorporaties, boven de bouwsector, boven de economie’. En ik voeg toe: met het nieuwe akkoord nu ook boven de hoofden van de drie nieuwe gedoogpartners.
Voorzitter, ik kom tot mijn besluit.
Het vorige voorstel wilde de minister overhaast door de Kamer drukken. Het woonakkoord dat er nu ligt is weliswaar beter, maar ook een resultaat van een overhaaste onderhandeling. Ik zei het al: het is beperkt houdbaar en niet alle groene en sociale kansen die voor het oprapen lagen zijn benut. Ik liet al zien dat er veel open eindjes zijn en dat de onderbouwingen en mogelijke effecten onbekend zijn. Ik herhaal mijn oproep van vorige week:
Ik vraag aan dit kabinet en aan de nieuwe gedoogpartners om - nu de datum van 1 maart niet haalbaar is - de kans te grijpen om te komen tot een samenhangend woonakkoord in de huur- en koopsector voor de langere termijn, dat geen gat in de begroting slaat en waarmee de doorstroming wel op gang komt. Dan pak je een keer alle problemen aan en heb je in een voorstel dat op draagvlak in beide Kamers en in de samenleving kan leiden.