De EU en de VS brengen met hun arrogante en egoïstische gedrag het multilaterale handelssysteem in gevaar. De zuidelijke landen zijn hiervan inderdaad de grote verliezers. Zij deden er echter goed aan zich te verzetten tegen de jarenlange vernederende behandeling.

De top van de Wereld Handels Organisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancun is zonder overeenstemming geëindigd. Naast frustratie bij de noordelijke diplomaten was er ook vrolijkheid. Op een bekende Beatles-melodie klonk het uit vele kelen "You can't buy the woo-orld". Het waren vertegenwoordigers van vakbonden, milieuclubs en ontwikkelingsorganisaties. Het onbegrip hiervoor was groot bij de leider van de Nederlandse delegatie, minister van Economische Zaken Brinkhors. Volgens hem zijn de ontwikkelingslanden de grote verliezers. Dat zou kloppen als de dure belofte om er ditmaal een ‘ontwikkelingsronde’ van te maken inderdaad was nagekomen. Twee jaar geleden hebben de leden van de WTO elkaar beloofd dat dit keer de wensen en noden van de ontwikkelingslanden centraal zouden staan. Tot dan trokken ontwikkelingslanden steeds aan het kortste eind. Helaas is de belofte van een ‘ontwikkelingsronde’ niet waar gemaakt.

De 'ontwikkelingsronde' heeft de afgelopen twee jaar echter bar weinig opgeleverd. Alle deadlines zijn zonder succes verstreken. In de voorbereiding van Cancun werden ontwikkelingslanden stelselmatig buitengesloten en hun wensen voor de conceptteksten werden routineus genegeerd. Op de valreep werd een –lastig werkbaar- akkoord bereikt over de import van goedkope medicijnen in ontwikkelingslanden. Door de mislukte top staat ook dit nu weer op losse schroeven.

In Mexico weigerden de VS en de EU te bewegen op het voor de arme landen cruciale landbouwdossier. Vervolgens stond de EU erop investeringen op de onderhandelingsagenda te plaatsen, een poging om het in 1998 gestrande multilateraal investeringsverdrag (het MAI) weer tot leven te wekken. Het principe van ‘rechten voor bedrijven, plichten voor landen’ riep indertijd veel weerstand op en doet dat nog steeds. Het was van begin af aan volstrekt duidelijk dat de overgrote meerderheid van de ontwikkelingslanden niets moet hebben van deze verbreding van de onderhandelingsagenda. De armste landen verklaarden eenvoudigweg niet over de benodigde onderhandelaars te beschikken. Meerdere landen hebben niet eens een vertegenwoordiger om alle vergaderingen bij te wonen. Waarom de EU deze 'ontwikkelingsronde' laat vastlopen op een onderwerp waar de ontwikkelingslanden heftig tegen protesteren (en waar zelfs de VS niet aan hecht) mag minister Brinkhorst binnenkort in de Kamer komen uitleggen. Deze zomer nog raadde hij een motie van GroenLinks af waarin wij vroegen om geen breekpunt te maken van de investeringen af. De zuidelijke landen konden heel goed voor zichzelf opkomen.

Dat laatste heeft Brinkhorst inmiddels aan den lijve kunnen ondervinden. De ontwikkelingslanden hadden namelijk dondersgoed in de gaten dat er voor hen niets te halen viel en besloten de top dan maar te laten mislukken. Dat Brinkhorst hen ondanks het beledigende aanbod dat op tafel lag toch als de ‘grote verliezers’ aanmerkt, bewijst alleen maar hoezeer hijzelf verblind is door het bekende machtsspel. De vreugde onder de vertegenwoordigers van de niet gouvernementele organisaties en de onderhandelaars van ontwikkelingslanden is dan ook boven alles vreugde om het doorbreken van het bekende patroon van ‘slikken of stikken’. De feitelijke winst van Cancun is dat de zuidelijke landen er in zijn geslaagd onder leiding van Brazilië een krachtig blok te vormen. De politieke emancipatie van de zuidelijke landen is daarmee een feit.

Of de armste landen uiteindelijk de grote verliezers zullen zijn, hangt af van de reactie van minister Brinkhorst en zijn noordelijke collega’s. In het zwartste scenario volharden zij in hun egoïstische koers en sluiten ze buiten de WTO handelsverdragen met afzonderlijke landen. De VS is al eerder deze weg ingeslagen, maar ook Eurocommissaris voor de Handel Lamy heeft hier al mee gedreigd. Hier moet Brinkhorst dwars voor gaan liggen. Een wirwar van bilaterale verdragen kan nooit een stabiele mondiale orde opleveren. Bovendien zijn de armste landen de eerste die in deze wirwar verstrikt zullen raken.

Wij roepen Brinkhorst en zijn noordelijke collega’s op om de WTO redden. Dat kan door de belofte van een ontwikkelingsronde gestand te doen. Dat betekent in de eerste plaats alsnog aan alle verlopen deadlines voldoen. Het betekent vooral serieus werk maken van de afbouw van exportsubsidies die nu de wereldvoedselmarkt verpesten. Dat kan door het Europees landbouwbeleid ingrijpend te vergroenen. Terwijl 1,2 miljard mensen moeten rondkomen van minder dan één dollar per dag, subsidieert de EU elke koe op haar grondgebied met meer dan twee euro per dag. Ondertussen overspoelt de Europese dumpmelk de wereldmarkt en gaan lokale boeren kopje onder. In Cancun vormden vooral ook de katoensubsidies van de VS een struikelblok. Aan deze dumping moet subiet een einde komen. Dan kunnen de VS en de EU met de zuidelijke landen een fatsoenlijke plaats geven aan de omgang met natuur, dier en mens binnen het handelssysteem. Een voorwaarde om het maatschappelijk draagvlak voor verdere internationale handel in Europa te behouden. Mensen lopen niet warm voor vrijhandel, maar wel voor eerlijke handel. Van het binnen de WTO brengen van investeringen ligt niemand wakker. Dat moet daarom ook geen prioriteit krijgen. Een beetje de agenda van de burger volgen, dat zou de democraat Brinkhorst toch aan moeten spreken.

Kees Vendrik en Arie van den Brand zijn Tweede Kamerlid voor GroenLinks en respectievelijk lid van de Nederlandse delegatie in Cancun en voorzitter van het Amerikaanse Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP).