Boer is de dupe van een oneerlijk systeem

Werkten er in 1990 in Nederland nog bijna 300.000 mensen op het boerenbedrijf, waren dat er in 2016 nog maar 172.000. In 1990 had Nederland  nog 125.000 boerenbedrijven, in 2019 waren dat er nog maar 53.000. Het aantal nam dus sterk af, maar de boerenbedrijven die overbleven namen in schaal enorm toe. Zo had in 2000 de gemiddelde melkveehouder 57 koeien, in 2021 was dat gegroeid tot 108 koeien (en de honderd grootste bedrijven houden wel vijfhonderd koeien). Steeds minder boeren produceren steeds méér per bedrijf en toch hebben veel boeren moeite om het hoofd boven water te houden. Dat moet anders. Want één ding is duidelijk, het huidige systeem is oneerlijk en onhoudbaar. 

Fundamenteel duurzaam

GroenLinks wil een fundamenteel ander systeem dat zorgt voor duurzaam geproduceerd en gezond eten en drinken, dat beschikbaar en betaalbaar is voor iedereen. Landbouw moet zo ingericht zijn dat het geen schade toebrengt aan mensen, dieren en de natuur. Boerenland en natuur moeten juist hand in hand gaan en elkaar versterken. We noemen dat natuurinclusieve landbouw. Om dat te bereiken halveren we de veestapel en voeren we een verbod in op megastallen. We zorgen voor kleine kringlopen en stoppen met de invoer van veevoer (krachtvoer) en de export van mest. We zetten in op korte ketens en lokale productie en consumptie.

Eerlijke prijs

Boeren moeten bovendien weer een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Ze krijgen een betere onderhandelingspositie en de overmacht van voedselverwerkers en supermarktketens breken we af. Daarom krijgen coöperaties en samenwerkingsverbanden van boeren meer marktmacht. Ook komt er een verbod op verkoop van voedsel onder de kostprijs.

Klimaat- en natuurschade gaan we doorberekenen in de prijs van voedsel. Als we schade doorberekenen worden producten met een kleine ecologische voetafdruk automatisch goedkoper en aantrekkelijker dan producten met een grote voetafdruk. De opbrengsten van het doorberekenen gebruiken we om boeren te ondersteunen in de omschakeling naar duurzaam. Zo werken we toe naar een groter aandeel eerlijk en plantaardig eten in het gemiddelde dieet, wat gezonder is en goed voor de planeet.

In lijn met de Farm to Fork-strategie van de EU willen we dat in 2030 op ten minste 25 % van onze landbouwgrond biologisch geproduceerd wordt. We stimuleren de vraag naar biologische producten. In Europa zetten we ons ook in voor landbouwsubsidies die bijdragen aan natuurinclusieve landbouw. We moeten stoppen met handelsverdragen zoals CETA, dat oneerlijke concurrentie in de hand werkt, verduurzaming tegenwerkt en milieubeleid vleugellam maakt.

Meer boeren met een kleinere veestapel 

Wij vinden dat klimaat- en milieubeleid eerlijk moet zijn. We willen de boeren, die klem zitten in een oneerlijk systeem, perspectief bieden in de omslag naar duurzame landbouw. Daarom komt er stevige financiële ondersteuning voor boeren die omschakelen naar natuurinclusieve landbouw en boeren die hun veestapel inkrimpen. Want op dit moment zijn er meer dan 116 miljoen dieren voor de landbouw. Dat zijn bijna zeven dieren per inwoner. Dat moet anders.

We waarderen kwaliteit, in plaats van kwantiteit. Zo komt de boer ook weer dichter bij het wezen van zijn bedrijf te staan. Met minder dieren kan de boer persoonlijker betrokken zijn bij de dieren en beter voor ze zorgen. En met verschillende soorten landbouwactiviteiten op een erf kan er in samenwerking met de natuur geproduceerd worden.

Elke dag stoppen er zes boeren, 180 per maand, omdat velen van hen geen opvolger hebben. Het bedrijf wordt meestal verkocht aan de buurman die met een dubbel zo groot bedrijf en dubbel zo grote schulden bij de bank verder kan boeren. Een gemiste kans voor de overheid om de veestapel op een natuurlijk moment te verkleinen en de natuur te verbeteren. Met bestaande wet- en regelgeving, namelijk de Wet Voorkeursrecht Gemeenten, kunnen gemeenten boeren verplichten om hun bedrijf eerst aan te bieden aan de overheid, die daar natuurlijk een marktconforme prijs voor betaalt. Zo kan er in kaart worden gebracht of de boerderij nog gebruikt kan worden en waarvoor. Er kan besloten worden om bijvoorbeeld minder of geen vee te houden en de grond zonder dierrechten door te verkopen aan de buurman, zodat die kan extensiveren. Dit resulteert in meer gras en hooi, meer bloemen, kruiden, heggen en slootjes en minder soja-import.

Boeren en natuur

Boeren spelen ook een belangrijke rol in natuurbeheer. Een boer kan met activiteiten op het platteland, bij uitstek bijdragen aan duurzaam landschaps-, natuur- en waterbeheer. We zorgen er daarom voor dat boeren financieel kunnen verdienen aan initiatieven die landbouw combineren met natuurbeheer, het opwekken van groene energie, kleinschalige recreatie, zorgvoorzieningen of nieuwe woonvormen. Daarnaast steunen we boeren die vooroplopen met de aanleg van voedselbossen, voedselgemeenschappen en korte ketens rond steden en dorpen.

Duidelijke eerlijke keuze

Daarom is het is het nu tijd voor duidelijke keuzes: perspectief voor boeren, duidelijkheid voor andere stikstofuitstotende sectoren en het herstellen van de natuur. We moeten af van de bio-industrie en toe naar een natuurinclusieve landbouw. Het is onvermijdelijk dat we boeren uitkopen en dat de veestapel vermindert. Ook de industrieën wegverkeer en de luchtvaart moeten veranderen. Alleen zo kunnen we deze crisis aanpakken. Het is geen fijne boodschap, maar het is wel eerlijk.