Karimi werd tijdens de bijeenkomst benoemd tot vicevoorzitter van de commissie voor democratie, mensenrechten en humanitaire vraagstukken (the 3rd Committee). Sinds een jaar heeft zij binnen de OVSE ook de functie van Special Representative on Youth Engagement. Haar resolutie die de deelnemende staten oproept tot het implementeren van een actieplan voor jongeren en veiligheid werd aangenomen door de algemene vergadering en maakt onderdeel uit van de Birmingham-verklaring.

Karimi: “Ook de Nederlandse regering moet nu aan de slag met het ontwikkelen van een actieplan voor jongeren, zodat ook uitvoering kan worden gegeven aan de resoluties van de Verenigde Naties, UNSCR 2250 on Youth, Peace and Security en UNSCR 2535.”

De noodzaak daarvan blijkt uit het rapport over de positie van jongeren dat Karimi heeft uitgereikt aan de President van de Parlementaire Assemblee van de OVSE. In het rapport stelt Karimi dat jongeren die hun stem willen laten horen in de politiek tal van problemen ondervinden, waaronder leeftijdsdiscriminatie, vooroordelen, en een gebrek aan politieke wil. Tegelijkertijd is een brede politieke participatie van alle geledingen uit de samenleving, ook van jongeren, een noodzakelijke voorwaarde voor democratie en de rechtsstaat.

Karimi: “De vele gesprekken die ik voerde maakten duidelijk dat er een schrijnende tweedeling is tussen het potentieel en de daadwerkelijke bijdrage van de jeugd om bij te dragen aan de oplossing van problemen en om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen.”

Daarnaast organiseerde zij afgelopen week een Side Event over jongeren in conflictgebieden, met bijdragen van Arezo Kohistany van de Yalda Hakim Foundation over Afghanistan, Natia Kostava van het Global Network of Women Peacebuilders over Georgië en Oekraïens parlementslid Yevhaniia Kravchuk over Oekraïne.

Karimi: “Duidelijk werd de ontwrichtende impact van oorlogen, waarbij het ene conflict niet te vergelijken is met een andere. In Oekraïne kan men zich een voorstelling maken van wederopbouw na de oorlog; in Afghanistan is de situatie totaal uitzichtloos. In beide situaties staat de toekomst van jongeren op het spel. De wereld mag zich niet afkeren van het ene conflict ten gunste van het andere.”