De Tweede Kamer wil niet dat Europese overheden meer gegevens gaan opslaan van vliegtuigpassagiers. Maar waarom staan we dan wel toe dat deze passagiersgegevens worden doorgegeven aan de Amerikaanse overheid? Daar kan en moet de Kamer ook een stokje voor steken, vindt Kathalijne Buitenweg.

De Europese Commissie wil luchtvaartmaatschappijen verplichten om de gegevens van iedereen die van en naar de EU vliegt door te geven aan nationale overheden. Tot nu toe hoeven luchtvervoerders slechts een beperkt aantal gegevens over hun passagiers door te geven, om illegale binnenkomst in de EU te voorkomen. Volgens het nieuwe voorstel moeten alle passagiersgegevens aan de overheid worden verstrekt, ten behoeve van justitie, politie en inlichtingendiensten. De meeste gegevens worden dertien jaar lang bewaard en kunnen worden doorgegeven aan andere landen. Zo’n grootschalige opslag en uitwisseling van privacygevoelige informatie gaat een meerderheid van de Tweede Kamer te ver, zo bleek vorige maand. De noodzaak ervan is niet aangetoond. De gegevens zijn niet betrouwbaar, omdat zij door passagiers zelf worden verstrekt aan hun luchtvaartmaatschappij. Het is onduidelijk wat er met de verzamelde gegevens gebeurt en of op grond daarvan reizigers de toegang tot de EU kan worden ontzegd.

Maar de bezwaren tegen het Europese voorstel gelden nog sterker in het geval van de overdracht van passagiersgegevens aan de Verenigde Staten. Volgens de afspraken die de EU-regeringen daarover hebben gemaakt met de regering-Bush mogen de VS bij het opstellen van risicoprofielen gebruik maken van gegevens over ras, etnische afkomst, religie, vakbondslidmaatschap, gezondheid en seksleven van de passagiers. In het voorstel van de Europese Commissie moeten overheden deze gegevens wissen, juist vanwege hun gevoelige karakter. De Amerikaanse overheid maakt het passagiers bovendien lastig om inzage te verkrijgen in de over hen verzamelde gegevens. Wanneer de VS op grond van die gegevens besluit om iemand niet toe te laten tot haar grondgebied, is het vrijwel onmogelijk om daartegen bezwaar aan te tekenen.

De overdracht van passagiersgegevens aan de Amerikaanse overheid heeft nog niet de vereiste goedkeuring van de Tweede Kamer, maar vindt toch al plaats. Vooruitlopend op parlementaire goedkeuring heeft de regering het verdrag met de VS vorig jaar ‘van voorlopige toepassing’ verklaard. Zij maakt geen haast met het indienen van een goedkeuringswet. Na negen maanden wordt het tijd dat de Kamer daarop aandringt. Door deze goedkeuringswet vervolgens weg te stemmen kan de Kamer een eind maken aan een situatie die inmiddels ronduit bizar mag worden genoemd: we geven de Amerikaanse overheid informatie over vliegtuigpassagiers die we aan onze eigen overheid niet toevertrouwen…

De Tweede Kamer wil graag meer invloed op de Europese besluitvorming. Laat zij deze kans grijpen!