Aanwezigheidsdiensten tellen mee als werktijd, zo bevestigde het Europees Hof van Justitie op 9 september. De reacties op deze uitspraak gingen voornamelijk in op de financiële gevolgen van het doorbetalen van slaapdiensten. Maar de Europese arbeidstijdenrichtlijn, waarop het Hof zijn uitspraak baseerde, draait niet om geld. Het doel van de richtlijn is allereerst de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers. En veiligheid krijgen we niet op een koopje.

Een dagdienst draaien, een 'wachtdienst' en vervolgens nog een dagdienst. Dertig uur achtereen beschikbaar zijn. Dat was de praktijk voor de Duitse arts wiens klacht bij het Europees Hof belandde. Ook in Nederland zijn werkweken van meer dan zestig uur geen uitzondering in de zorg. Hoe komt het dat we voor een kantoorbaan 8 uur per dag en 36 uur per week als norm hanteren, maar van een arts verwachten dat deze na vijftien uur werken en een hazenslaapje nog fit genoeg is om een reanimatie te verrichten? Of bijvoorbeeld een complexe bevalling?

Door het jarenlang sluimerende proces van toenemende zorgvraag en achterblijvende beschikbaarheid van medisch personeel zijn velen geneigd deze situatie als normaal te beschouwen. Niet alleen in de zorg, maar ook bij jeugdinstellingen, opvanghuizen en de brandweer komen aanwezigheidsdiensten voor. Maar zestigurige werkweken zijn allerminst vanzelfsprekend.

Al tien jaar geleden hebben we in de Europese Unie met elkaar besloten dat nationale wetgeving over arbeidstijden geen werkweken mag toestaan van langer dan 48 uur. Uitschieters voor bijvoorbeeld dringend overwerk zijn toelaatbaar, mits deze later gecompenseerd worden. Aan de richtlijn is jaren gewerkt. Na lange strijd is de maximumwerkweek ook van toepassing verklaard op sectoren die bekend staan om de lange werkweken, de gezondheidszorg en het wegvervoer. De werkweek is begrensd in het belang van de gezondheid van de werknemer en de veilige uitoefening van het werk. Want voor burnouts, arbeidsongeschiktheid en ongevallen, bijvoorbeeld door oververmoeide chauffeurs, betalen individuen en de samenleving een hoge prijs. De maximumwerkweek heeft een belangrijke preventieve functie. Door werknemers te beschermen wordt dure schade aan lijf en goed voorkomen.

De Europese regeringen hoeven niet verrast te zijn door de recente uitspraak van het Hof. Al in 2000, in een zaak die was aangespannen door een Spaanse artsenvakbond, bepaalden de Europese rechters dat wachtdiensten die artsen in het ziekenhuis doorbrengen volledig als werktijd moeten worden beschouwd. Het Hof wees er expliciet op dat het handhaven van de maximale werkweek de gezondheid en veiligheid van werknemers dient. Een Duitse rechter wilde nog eens expliciet van het Hof vernemen of zijn uitspraak ook geldt wanneer de werknemer een rustige kamer, met bed, ter beschikking staat voor de tijd dat er even gerust kan worden tijdens de dienst. Nu stelt dus het Hof dat ook dan de gehele dienst als werktijd telt.

Hoewel bekend was hoe het Hof over wachtdiensten dacht, ontkende de Nederlandse regering dat de praktijk in ons land strijdig is met de Europese arbeidstijdenrichtlijn. Merkwaardiger is dat deze ontkennende houding pas werd ingenomen nadat het Ministerie van Sociale Zaken eerst een brief stuurde aan de vakbonden om hen te waarschuwen voor de gevolgen van de Hofuitspraak. Het motief voor deze standpuntwijziging is onduidelijk. Verzoeken om nadere toelichting en schriftelijke vragen aan de minister leverden slechts een herhaling van het standpunt op: Nederlandse aanwezigheidsdiensten zijn anders dan die van de Spaanse artsen, dus Nederland voldoet aan de Europese regels. De laatste uitspraak van het Hof is echter zo duidelijk dat Nederland, net als Duitsland, de regels zal moeten aanpassen.

Ook Rotterdamse brandweerlieden stuitten op de zaak van de Spaanse artsen. Zij hebben te maken met werkweken van 54 à 60 uur. Dit terwijl hun CAO een werkweek van 36 betaalde uren vastlegt. De aanwezigheidsdiensten die de brandweerlieden op de kazerne doorbrengen worden niet tot de werktijd gerekend. Alleen wanneer zij uitrukken gaat de klok lopen. Zodra ze terug zijn op de kazerne stopt de werkklok weer. Dan zitten ze er verder in hun 'eigen tijd' en worden ze geacht te slapen. Naleven van de Europese regels, het meetellen van de wachturen, betekent dat de brandweer meer mensen nodig heeft om de diensten te vullen. Meer mensen vergt meer geld; dat hebben we niet, dus de richtlijn moet maar van tafel, zeggen sommigen. Een wel heel gemakkelijke redenering, zeker voor mensen die verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie van de brandveiligheid in Rotterdam. Dat is niet alleen een grote stad, maar ook een wereldhaven met risicovolle transporten en chemische fabrieken. O wee dus als de brandweer eens een vergissing maakt. En wat te denken van de claims van verzekeraars als de fout samenvalt met een overtreding van de arbeidstijdenwetgeving?

Afwijzen van de conclusies van het Hof, of stellen dat de Europese richtlijn 'te ver is doorgeschoten' geeft geen pas. Diverse sectoren hebben de afgelopen jaren de kop in het zand hebben gestoken en zitten nu met de gebakken peren. Er is geen reden om met veel moeite verworven sociale rechten, die ook nog eens Europabreed gedragen worden, weer af te breken. Deze verworvenheden beschermen niet alleen werknemers, maar ook de maatschappij. De maximumwerkweek draagt bij aan de veiligheid van het verkeer, van de openbare ruimte en van medische handelingen.