De blinde liberaliseringsdrift van Bolkestein heeft de legitimiteit van de Europese Unie geen goed gedaan. Van de euroscepsis die zij zelf heeft gezaaid, maakt de VVD nu handig gebruik met haar ‘geld terug’-campagne. De uitdagingen van de politieke unie laat de VVD links liggen.

De beleidsagenda van de huidige Europese Commissie stond de afgelopen vier jaar vooral in het teken van de liberalisering van publieke diensten, flexibilisering van de arbeidsmarkt, kenniseconomie en groei. Tenminste, dat was het doel. De praktijk toonde vooral economische terugval, bezuinigingen en afbraak van de publieke diensten.

Frits Bolkestein, eurocommissaris voor de interne markt en voor belastingen, was één van de stuwende krachten achter de liberaliseringsagenda. Voor de vaderlandse bühne herhaalde hij steeds opnieuw zijn boodschap: liberalisering is nodig want de vrije markt is de weg naar welvaart. Of het nu de Mansholtlezing, de Willem Dreeslezing of de Hofstadlezing was: liberalisering moest, want de karavaan gaat voort. Energie, openbaar vervoer, post en zelfs drinkwater dienden onder de tucht van de markt gebracht te worden. Anders wachtte Nederland de status van ´Pinkeltje in Madurodam´.

Mij werd koudwatervrees verweten toen ik Bolkestein naar aanleiding van een van zijn lezingen toelichting vroeg op zijn plannen voor het openbreken van de drinkwatersector. Liberalisering zou volgens Bolkestein water maken tot wat het in feite is: een schaars goed. En de vrije markt zou aanzetten tot zorgvuldiger gebruik: goed voor het milieu. Dat die theorie in de praktijk niet werkt blijkt uit onderzoek naar de Britse watermarkt. Liberalisering leidde daar tot grotere ontevredenheid van klanten, stijgende prijzen én meer verspilling van water.

De karavaan gaat voort, aldus Bolkestein, maar de vraag is of de karavaan hem nog volgt op de weg naar het beloofde land. De karavaan snakt vooral naar rust, om de schade van de tocht te overzien en te herstellen. In Nederland koppen de kranten ´Alarm over stroomprijs industrie´ en ´Missers van marktwerking´. De Tweede Kamer wil het elektriciteitsnet in overheidshanden houden en eist zelfs een maximumprijs voor elektriciteit. Het geloof dat liberalisering tot lagere prijzen leidt is danig aangetast. De Raad voor Verkeer en Waterstaat constateerde onlangs dat het ook met de marktwerking in het vervoer, van spoor tot taxi, is misgelopen.

De door Brussel in gang gezette liberaliseringen leiden te vaak tot afbraak van dienstverlening. Burgers keren zich daardoor tegen Europa. Bolkestein c.s. spelen met vuur. Daarom heeft GroenLinks in het Europees Parlement de liberaliseringsplannen van de Commissie altijd uiterst kritisch beoordeeld. We stemden pas in met de liberalisering van de postmarkt nadat deze van strikte voorwaarden was voorzien. Dat gold ook voor de liberalisering van het goederenspoor. Maar we verwierpen de liberalisering van havendiensten omdat daar de nodige sociale waarborgen ontbraken.

Over de legitimiteit van de Europese Unie maakt ook Bolkestein zich zorgen. Zijn stelling is dat de EU aan legitimiteit wint als zij zich beperkt tot haar kerntaken. Maar hij is blind voor het feit dat het juist bij de liberale agenda voor deze kerntaken - de agenda van marktwerking en belastingconcurrentie - het publieke wantrouwen jegens Brussel voedt. Nog onlangs riep Bolkestein de zachte heelmeesters van links en hun ´knuffelstaat´ ter verantwoording. Het is tijd dat rechts rekenschap aflegt over het falende beleid van liberalisering en belastingverlaging en de teloorgang van de publieke dienstverlening.

Bolkestein kan een voorbeeld nemen aan een liberaal als Ralf Dahrendorf. Deze oud-eurocommissaris waarschuwt bestuurders voor een te zeer op het bedrijfsleven geënte benadering van publieke diensten. Want in het bedrijfsleven staat niet dienstverlening, maar winst voorop. Het opheffen van die tegenstelling, het uitsluiten van opportunistisch handelen door het opleggen van regels en het sluiten van prestatiecontracten, blijkt veel moeilijker dan de profeten van de liberalisering dachten.

De blinde liberaliseringsdrift van Bolkestein en Brussel heeft de legitimiteit van de EU aangetast. Op die euroscepsis speelt de VVD nu handig in met haar 'ik wil mijn geld terug'-campagne tegen de financieringsvoorstellen van de Europese Commissie. Het wantrouwen jegens Europa, veroorzaakt door het eigen neo-liberale beleid, lijkt de partij goed uit te komen. Want Europa hoeft voor de VVD niet meer te zijn dan de interne markt, met de muntunie voor het betalingsgemak. Voor een volwaardige politieke unie, met een eigen rol op het wereldtoneel, loopt de VVD niet warm. Ook al heeft de crisis rond het Stabiliteitspact aangetoond dat een hechtere politieke unie, met een sterke Commissie als spil, voorwaarde is voor een stabiele euro.

Maar elk nadeel heb z’n voordeel, zoals Cruyff al zei. De opstelling van de VVD maakt duidelijk dat er bij de Europese verkiezingen op 10 juni iets te kiezen valt. Tussen het Europa van markt en munt van de VVD en het Europa van mens en milieu, dat grenzen stelt aan markt.

Joost Lagendijk is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks