Het is niet de taak van de Verenigde Naties om de rotzooi op te ruimen die de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in Irak gemaakt hebben, stelt George Monbiot. En als we Bush niet de volle verantwoordelijkheid geven voor de gevolgen van z'n onbezonnen daden zul je nog zien dat hij de verkiezingen in 2004 wint (Volkskrant, 30 augustus). Maar mag het Iraakse volk de dupe worden van dergelijke politieke calculaties? De VN moet wel degelijk het heft in handen nemen en de Irakezen hun soevereiniteit teruggeven, voor het te laat is. De Europese Unie dient de rijen te sluiten om Bush zover te krijgen.

De bomaanslagen in Bagdad en Najaf hebben de tekortkomingen van de door de Amerikanen geleide coalitie op bloedige wijze onderstreept. Het verzet tegen de Amerikaanse bezetting groeit onder alle bevolkingsgroepen. Irak dreigt het broeinest van terrorisme te worden dat het, in weerwil van Bush’ oorlogsretoriek, voorheen niet was. Supermacht Amerika heeft de soft power van de VN nodig om te voorkomen dat Irak verder afglijdt naar chaos en terreur. Maar uit de recente Amerikaanse ontwerp-resolutie voor de Veiligheidsraad, die onder meer voorziet in een VN-vredesmacht onder Amerikaanse aanvoering, blijkt niet dat de Amerikanen ook zeggenschap willen afstaan. De Europeanen moeten zich hardmaken voor een daadwerkelijke breuk met de bezettingslogica.

De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-landen zijn vandaag bijeen aan het Garda-meer. Hopelijk zijn zij in staat zich over hun geschillen rond de Irak-oorlog heen te zetten en een gezamenlijke boodschap aan Bush te formuleren: er is een VN-resolutie nodig die de rollen in Irak herverdeelt. De Amerikaanse-Britse bezettingsautoriteit moet bevoegdheden overdragen aan de Irakezen en aan de VN.

De interim-regeringsraad, waarin de belangrijkste Iraakse bevolkingsgroepen en partijen vertegenwoordigd zijn, moet verantwoordelijk worden voor het dagelijks bestuur in Irak. Het toezicht op de regeringsraad, op de voorbereiding van een grondwet en vrije verkiezingen dient aan de VN te worden overgedragen. Alleen wanneer zij niet langer marionetten van de VS zijn, kunnen de Iraakse bestuurders het vertrouwen van de bevolking winnen.

Nu de Amerikanen de zaken niet meer in de hand hebben, hebben zij de hulp van de internationale gemeenschap nodig. Maar evengoed kan de internationale gemeenschap geen orde op zaken stellen zonder Amerikaanse troepen. De VN mag Bush geen excuus geven om zijn handen van Irak af te trekken en anderen de scherven te laten lijmen. Dat betekent dat binnen de EU zowel tegen- als voorstanders van de Irak-oorlog water bij de wijn moeten doen. President Chirac en bondskanselier Schröder zullen steun moeten geven aan een internationale troepenmacht die onder VN-vlag opereert, maar waarbinnen de Amerikaans-Britse coalitie onherroepelijk een speciale rol zal blijven spelen. De Britse premier Blair moet zijn vriendschap met Bush op het spel durven zetten, door duidelijk te maken dat de huidige bezettersrol van de Britse troepen in Irak onhoudbaar is. Ook Nederland moet de Europese druk op de Amerikaanse president helpen opvoeren door verlenging van de mariniersinzet afhankelijk te maken van een werkelijk VN-mandaat.

Voor hen die Bush en Blair begin dit jaar waarschuwden voor het chaosscenario dat zich nu ontrolt is het verleidelijk om hun gelijk te halen. ‘Irak’ is inmiddels een zwaarwegend argument tegen de ‘preventieve oorlogvoering’ die Bush door zijn neo-conservatieve adviseurs is aangepraat. De toestand in Irak is echter te ernstig voor leedvermaak. De toekomst van 24 miljoen Irakezen staat op het spel. Bij een verdere destabilisering van Irak en het Midden-Oosten is ook Europa niet gebaat.