De Europese Unie kan eens te meer de leiding nemen bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. Maar dan moeten de milieuministers van de EU-landen geen gaten schieten in het voorgestelde systeem voor handel in het broeikasgas kooldioxide.

Afgelopen zomer was het precies tien jaar geleden dat de Europese Commissie voor het eerst een heffing op energieverbruik en de uitstoot van kooldioxide (CO2) voorstelde: tien dollar per vat olie om het broeikaseffect aan te pakken. Omdat belastingwetgeving in de EU alleen mogelijk is als alle lidstaten het eens zijn, is een dergelijke heffing nog steeds niet ingevoerd op Europees niveau. Ook Eurocommissaris Bolkestein draagt verantwoordelijkheid voor dit falen: hij weigert om het initiatief te nemen tot de vorming van een kopgroep van EU-landen die de heffing op fossiele brandstoffen en atoomstroom gezamenlijk zouden kunnen aanpakken.

Maar de milieustrategen van de Europese Commissie zijn inventief. In plaats van energie en de bijbehorende CO2-emissies te belasten en af te wachten hoeveel uitstootvermindering dat oplevert, kan de overheid ook de maximale hoeveelheid CO2-emissies per jaar vastleggen, dit maximum opdelen in emissierechten voor bedrijven en hun toestaan de emissierechten te kopen en verkopen. Een dergelijke emissiehandel, tussen de industriële grootverbruikers van energie, is in de Verenigde Staten onder de regering-Clinton serieus overwogen. De Amerikaanse ervaringen met een vergelijkbaar systeem van emissierechten voor zwaveldioxide, teneinde de zure regen terug te dringen, zijn positief. Emissiehandel blijkt effectief en goedkoop. Ook bedrijven die reeds aan de wettelijk voorgeschreven emissiewaarden voldoen, worden gestimuleerd om hun emissies verder te reduceren. Zij kunnen niet-gebruikte emissierechten immers verkopen aan andere bedrijven, die nog niet investeren in de meest energiezuinige technologie. Bovendien wordt, anders dan bij heffingen, het totaal van de uitstoot voorzien van een absoluut plafond: de optelsom van emissierechten. Wanneer de overheid dit plafond geleidelijk verlaagt, is een daadwerkelijke vermindering van emissies gegarandeerd.
De Amerikaanse handel in CO2-emissierechten werd echter geblokkeerd door de gecombineerde oppositie van de fossiele-brandstofindustrie en delen van de groene beweging. De laatste gruwen van het idee dat vervuiling afgekocht kan worden.

De Europese Commissie nam het stokje over. Zij lanceerde eind 2001, net voor de internationale klimaattop in Marrakech, haar wetsvoorstel voor een Europees CO2-emissiehandelssysteem. Niet minder dan 46 procent van alle Europese kooldioxide-uitstoot moet eronder vallen. Het voorstel kan, anders dan belastingmaatregelen, door een gekwalificeerde meerderheid van de ministers in de Milieuraad worden aangenomen. Het Europees Parlement heeft daarbij medebeslissingsrecht.
Het EP heeft vandaag vóór emissiehandel gestemd. Komende donderdag moet de raad van milieuministers, inclusief de Nederlandse staatssecretaris Van Geel, zijn standpunt bepalen. Enkele lidstaten maken, onder druk van hun industrie, nog bezwaren. Zo mag de Duitse Groene minister Jürgen Trittin van zijn sociaal-democratische coalitiepartners niet vóór emissiehandel stemmen. Maar op aandrang van de Groenen heeft de coalitie zich er bij de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord op vastgelegd dat Duitsland zijn broeikasgasuitstoot in 2020 met veertig procent reduceert (ten opzichte van 1990), wanneer de EU als geheel een reductiedoelstelling van dertig procent kiest. Emissiehandel zou bij die ambities wel eens een onmisbaar hulpmiddel kunnen zijn. Daarmee worden zowel Duitse sociaal-democraten als de Europese partners onder druk gezet om van emissiehandel een effectief instrument te maken.

Ondanks het verzet van sommige EU-landen is er een goede kans dat het EP en de Milieuraad in de loop van 2003 overeenstemming bereiken. Begin 2005 kan de handel in CO2-emissierechten dan van start gaan. Het feit dat de verbranding van steenkool, gas en olie ook voor grootverbruikers een prijs krijgt, zal een nieuwe impuls geven aan energiebesparing. Daarnaast geeft emissiehandel ook groene energie, zoals energie uit zon en wind, een duw in de goede richting. Maar om te kunnen concurreren met energie uit steenkool, gas en olie heeft groene energie meer stimulansen nodig. Groene energie is naast energiebesparing de belangrijkste pijler voor een echt schone energievoorziening. Des te navranter is het dat het circus-Balkenende juist nu groene energie verder op achterstand zet, door de belastingvrijstelling voor groene energie gedeeltelijk op te heffen. Dit bewijst hoezeer Nederland, ooit milieukoploper, in de Europese achterhoede is beland. Europa dat Nederland op sleeptouw neemt, wie had dat ooit gedacht?