Vandaag heeft het Europees Parlement de stellingen betrokken voor een belangrijke confrontatie met de Raad van Ministers. De inzet is een verordening die invulling geeft aan het recht van burgers op toegang tot de documenten van de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het EP. Een EuroWOB kortom, de Europese pendant van de Nederlandse Wet Openbaarheid van Bestuur.

 Volgens het Verdrag van Amsterdam moeten Raad en EP, op voorstel van de Commissie, samen de nieuwe EuroWOB vaststellen. Toen de Commissie begin dit jaar haar voorstel presenteerde, kwam er vernietigende kritiek van Europarlementariërs, NGO's en journalisten. Ook de Nederlandse regering was ontevreden over de plannen, die veel meer mogelijkheden tot geheimhouding bieden dan de Nederlandse WOB. Velen betwijfelden zelfs of het voorstel van de Commissie een verbetering zou zijn ten opzichte van de huidige openbaarheidregels van de Europese instellingen. De kritiek op het Commissievoorstel geldt met name de lange lijst met geheimhoudingsgronden. Sommige daarvan zijn zo algemeen geformuleerd ("financiële of economische belangen", "het effectief functioneren van de instellingen") dat vrijwel ieder document geheim kan worden verklaard. Bovendien is het op z'n minst onduidelijk of lidstaten die ruimere openbaarheidsregels kennen voor Europese documenten, deze mogen handhaven.Onaanvaardbaar is ook dat de EuroWOB, als het aan de Commissie ligt, niet van toepassing zal zijn op interne documenten. Voorbereidende stukken en notities zijn kennelijk per definitie niet bestemd voor de ogen van burgers en hun organisaties. Nu weten kapitaalkrachtige lobby's doorgaans wel de hand te leggen op dit soort documenten. Minder goed bemenste NGO's zijn sterker afhankelijk van het formele openbaarheidsregime. Door een slechte EuroWOB worden zij dus op een informatie-achterstand gezet. Brussel dreigt een ongelijk speelveld te blijven, waarop sommigen meer kansen hebben om het besluitvormingsproces te beïnvloeden dan anderen.De vooruitzichten op een fatsoenlijk openbaarheidsregime slonken nog verder, toen de Raad tijdens het zomerreces eenzijdig een voorschot nam op de EuroWOB. Zonder zich te storen aan het medebeslissingsrecht van het EP besloot zij, op instigatie van haar Hoge Vertegenwoordiger, Javier Solana, om vrijwel alle documenten over militaire aangelegenheden geheim te houden.Een categorische geheimhouding, waarbij niet de feitelijke inhoud telt, maar het onderwerp alleen al voldoende is om een document buiten de openbaarheidte houden. Terecht hebben een aantal lidstaten (Nederland, gesteund door Zweden en Finland) en het EP bij het Europees Hof van Justitie beroep aangetekend tegen dit "Solana-besluit".

Een meerderheid van het EP heeft ingestemd met voorstellen van rapporteurs Michael Cashman (Labour) en Hanja Maij-Weggen (CDA) die het Commissievoorstel op essentiële punten verbeteren . Zo is de lijst met uitzonderingen drastisch ingekort en stelt het EP expliciet dat lidstaten hun eigen ruimere regels over toegang tot documenten mogen blijven toepassen. Wij zijn het echter eens met D66-Europarlementariër Lousewies van der Laan (Staatscourant, 9-11-2000) dat het EP in dit stadium van het wetgevingsproces een steviger standpunt had moeten innemen. Met name valt het te betreuren dat het EP in navolging van Cashman en Maij-Weggen informele documenten buiten het bereik van de EuroWOB plaatst.Ten opzichte van het Commissievoorstel, dat de nog bredere categorie van interne documenten in de kluis wil houden, betekent dit weliswaar een stap vooruit, maar de formulering biedt nog altijd ruimte om een fors percentage van de Europese documenten tot vertrouwelijk te bestempelen.

In de tekst die het EP heeft aangenomen staat dat een "select committee" vanEuroparlementariërs inzage zal krijgen in documenten die voor het publiek geheim moeten blijven. Op voorstel van Maij-Weggen en Cashman wil het EP dus rechten aan zichzelf toekennen in een EuroWOB die is bedoeld om rechten van burgers vast te leggen. Het "select committee" is in deze wetstekst misplaatst en bovendien gevaarlijk: het risico is levensgroot dat uit de onderhandelingen met de Raad een deal rolt die (sommige) Europarlementariërs wel een inzagerecht geeft, maar de burgers in de kou laat staan.

Het EP schuift een aantal belangrijke beslissingen voor zich uit. Het wil dat de Europese instellingen daarover later, na aanname van de EuroWOB, een akkoord sluiten. Dit betreft onder meer een lijst van "specifieke regels" voor de toegang tot documenten. Deze regels zullen gaan gelden naast de EuroWOB. Om wat voor regels het gaat en welk soort documenten eronder vallen is nog onduidelijk. Duidelijk is wel dat deze regels het bereik van de EuroWob aanzienlijk kunnen beperken. Toegang tot documenten is een constitutioneel recht, dat onlangs nog is ingeschreven in het EU-grondrechtenhandvest. Daarom moeten we het bereik van dat grondrecht in één duidelijke wet vastleggen en verwijzingen naar toekomstige afspraken vermijden.

In dit vroege stadium van de besluitvorming doet het EP naar onze smaak te veel water bij de wijn. De onderhandelingen met de Raad moeten nog beginnen, de lidstaten zijn sterk verdeeld. Een gepeperder eerste stellingname zou de kans hebben vergroot dat het eindresultaat te slikken is.

Joost Lagendijk is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks.
Carla Aarsen is beleidsmedewerker van GroenLinks in het EP.