Inwoners van de Europese Unie hebben recht op toegang tot alle documenten van de Europese instellingen, behalve wanneer het die instellingen slecht uitkomt. Daar komt het voorstel voor een Europese wet op de openbaarheid van bestuur ("EuroWOB") dat de Europese Commissie vorige week presenteerde op neer. Het vrijgeven van informatie mag geen schade toebrengen aan het algemeen belang, de interne en externe veiligheid, de internationale betrekkingen, de relaties tussen de EU-landen, financiële, economische en monetaire belangen, de stabiliteit van de Europese rechtsorde, de beraadslagingen en het effectief functioneren van de Europese instellingen enzovoorts.

 Deze lange lijst van uitzonderingen op het openbaarheidsbeginsel maakt duidelijk dat Commissievoorzitter Romano Prodi en zijn medebestuurders er helemaal niet op zitten te wachten om zich te laten controleren door journalisten, actiegroepen, volksvertegenwoordigers en ander nieuwsgierig volk. De belangen op grond waarvan informatie geheim gehouden mag worden zijn zo ruim geformuleerd – 'algemeen belang', 'effectief functioneren' - dat de Europese instellingen het merendeel van hun documenten onder de pet kunnen houden. Zo verwordt de toegang tot overheidsinformatie van een recht tot een gunst.

De in 1997 in het Verdrag van Amsterdam neergeschreven belofte dat "de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen" dreigt in haar tegendeel te verkeren. De Eurocraten – het scheldwoord is hier wel terecht – willen zich nog verder afsluiten voor het kritische licht der openbaarheid. Prodi heeft kennelijk weinig geleerd van de vertrouwenscrisis die zijn voorganger Santer de kop kostte. De weigering van Santer om het Europees Parlement alle informatie te verstrekken over het (wan)beheer van de EU-financiën leidde in 1999 uiteindelijk tot het aftreden van de Commissie. Openbaarheid is de beste vorm van fraudepreventie, zo zou ook Europa sindsdien moeten weten. Om een minister uit Zweden te citeren, een land met een lange traditie van open bestuur: "Door de mogelijkheid van controle weten alle ambtenaren dat de blik van het publiek op hen is gericht. Deze wetenschap heeft ertoe bijgedragen dat in Zweden corruptie bij het besturen een zeldzaam fenomeen is."

De door de Commissie voorgestelde EuroWOB, die tevens voor de Raad van Ministers en het Europees Parlement zou gelden, brengt ook het democratisch gehalte van de Europese besluitvorming een slag toe. Want geheimhouding, bijvoorbeeld van de plannen voor toekomstig beleid, bevoordeelt de meest kapitaalkrachtige lobby's. Die zijn in staat de deur plat te lopen bij ambtenaren en parlementariërs, om hun alle relevante documenten te ontfutselen. De meeste niet-gouvernementele organisaties hebben daar niet de menskracht voor. Zo krijgen de Europese milieu-organisaties, die samen dertig mensen hebben in Brussel, een nog grotere informatie-achterstand ten opzichte van het bedrijfsleven, dat duizenden professionele lobbyisten voor zich heeft werken. Om een gelijk speelveld te creëren is het van belang dat documenten over voorgenomen beleid zo eenvoudig mogelijk toegankelijk zijn voor alle burgers en organisaties die zich willen uitspreken over dat beleid. Die bemoeienis is misschien lastig voor beleidsmakers, maar levert wel betere besluiten op, met een groter draagvlak.

Gelukkig is het voorstel van de Commissie nog niet tot wet verheven. De Raad van Ministers en het Europees Parlement kunnen er nog verbeteringen in aanbrengen, in onderling overleg. Binnen de Raad mag vooral van de Zweedse, Finse, Deense én Nederlandse regering verwacht worden dat zij zich inspannen voor een beter openbaarheidsregime. Want het Commissievoorstel ondermijnt hun nationale wetgeving, zoals de Nederlandse Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). De Europese documenten die Nederlandse ministeries op grond van de WOB zouden moeten vrijgeven, dreigen binnenskamers te blijven omdat de Commissie ook nationale overheden wil verplichten haar EuroWOB na te leven.

De steun van Stockholm, Helsinki en Kopenhagen is voor Den Haag nog niet voldoende. Dit blok van vier heeft geen beslissend stemgewicht in de Raad. Om verbeteringen af te dwingen zal de Nederlandse regering op zoek moeten gaan naar bondgenoten in andere nationale hoofdsteden en in het Europees Parlement.

Voor het Europees Parlement is de EuroWOB een lakmoesproef. De Europese volksvertegenwoordiging werpt zich op kampioen van de burgers maar blinkt zelf niet uit in openheid. Alle parlementaire documenten op Internet zetten, ook de 'werkdocumenten' waarover nog niet gestemd is, dat werkt alleen maar verstorend op de beraadslagingen, zo vinden veel afgevaardigden. Zullen de Europarlementariërs het institutionele eigenbelang vooropstellen, of de principiële keuze voor openbaarheid? En zal het parlement, dat zo vaak klaagt over een gebrek aan bevoegdheden, zijn kans grijpen nu het wel een beslissende stem heeft? Net als de Raad kan het Europees Parlement het Commissievoorstel zowel amenderen als verwerpen. Het eerste moet in elk geval gebeuren, in samenwerking met de progressieve lidstaten in de Raad van Ministers. Zonodig moet het parlement de moed opbrengen om de EuroWOB te verwerpen. Dan moeten Prodi en zijn Commissarissen hun huiswerk overdoen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.